GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 66

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 66

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

808

dan de ander, van een hoogte van 30 voet liet vallen op een metalen plaat en dat ze zoo gelijktijdig op de plaat terecht kwamen, dat men slechts één enkele plof hoorde. Een dergelijke eenvoudige proef beteekende voor hem meer, dan de autoriteit van Aristoteles. Galilei kwam ook op andere punten tot conflict met de gangbare Aristoteliaansche wetenschappelijke opvattingen. Hij richtte de door hem geconstrueerde verrekijker naar de zon en ontdekte de zonnevlekken. Groot was de verontwaardiging van vele geleerden. Vlekken op de zon, dat kon en mocht immers niet waar zijn, daarvoor was de zon immers een te volmaakt wezen. Ook ontdekte hij twee satellieten van de planeet Jupiter. Maar ook deze ontdekking wilde de wetenschappelijke wereld, die aan de Aristoteliaansche beschouwingswijze nog te zeer gehecht was, niet aanvaarden. Men kende immers zeven planeten, zeven, het volmaakte getal, dat bij de volmaaktheid der hemellichamen zoo goed paste, dat bovendien met het aantal dagen in de week, en met het aantal openingen in het hoofd overeenstemde. Maar feiten laten zich op den duur niet loochenen en zoo kwam dan ook de Aristoteliaansche natuurleer steeds meer in het gedrang. Het conflict nam scherper vorm aan, en verkreeg algemeener belangstelling, toen de vraag in het geding kwam of de aarde, dan wel de zon als astronomisch middelpunt van het heelal moest worden beschouwd. De algemeen aanvaarde voorstelling, dat de zon met de planeten zich bewoog rond de aarde was het eerst bestreden door Nikolaus Copernicus, een vrome monnik. Zes en dertig jaar lang werkte deze aan zijn boek „Over de wentelingen der hemellichamen." Hij kwam daarbij tot de slotsom, dat deze bewegingen veel beter konden worden begrepen en veel eenvoudiger konden worden voorgesteld, als men aannam, dat de zon stilstond en de aarde zich met de planeten bewoog rond de zon. En dus, zoo was zijn gevolgtrekking, moeten wij op grond van ons geloof in de Wijsheid van den Schepper,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

VU-Blad | 231 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1937-38 - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1937

VU-Blad | 231 Pagina's