GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 14

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1658 voor alle onderwijs dat in haar scholen gegeven wordt, geheel en uitsluitend staat op den grondslag der geref. beginselen, zij is, in één woord, zuiver geestelijk van aard. Dat wordt ons duidelijk wanneer wij er ons rekenschap van geven, hoe de Schrift zelve met nadruk wijst op den nauwen band die er is tusschen kennis en leven. In God zijn die beide één: „bij U is de fontein des levens, in Uw licht zien wij het licht." Maar ook bij den mensch, die naar Zijn beeld is geschapen is er tusschen die twee een innige samenhang. In het Ie hoofdstuk van zijn evangeUe zegt Johannes van het Woord, dat in den beginne bij God en God was, dat daarin was het leven en het leven was het licht der menschen. En in het hoogepriesterlijk gebed hooren wij onzen Heiland zeggen; „dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, den eenigen en waarachfigen God en Jezus Christus dien Gij gezonden hebt." Om ons ervan te overtuigen, dat die band tusschen kennis en wetenschap eener- én practijk en leven anderzijds niet een mechanische, van buiten opgelegde maar een organische in de scheppingsorde Gods zelf gegronde beschikking is, daartoe behoeven wij slechts met aandacht te lezen wat Gen. 2 ons van Adam zegt. Ik weet niet, of de vraag u wel eens bezig heeft gehouden, hoe Adam spreken heeft geleerd? Daar was toch, toen hij a\è schepsel Gods het levenslicht zag, nog geen moedertaal, die hem, om zoo te zeggen, opving en waarin hij, zooals dat met ons en onze nakomelingen het geval is, de klanken en woorden en namen gereed vond liggen om daarin zijn gedachten en gevoelens te uiten. De paradijstaai heeft, enkele overgeleverde eigennamen als Eva, Kain, Abel, Seth, Nimrod waarin zij nog heel zwak in onze ooren naklinkt uitgezonderd, geen enkel merkbaar spoor in de bestaande talen nagelaten, zoodat wij er niets van weten. Maar dit kunnen wij uit wat Gen. 2 ons meedeelt met stellige zekerheid aannemen, dat Adam haar niet heeft aangeleerd, doch dat hij er, menschelijk gesproken,, de schepper van geweest is, dat hij haar, en dat zonder inspanning, spontaan en als spelenderwijs moet hebben gevormd en gesproken, terwijl het een taal geweest moet zijn die in zuiverheid van klank en juistheid van uitdrukking door geen enkele van de vele menschentalen die na de babylonische spraakverwarring zijn ontstaan, ook maar in de verste verte is of wordt benaderd, laat staan geëvenaard. Dat dit niet een fantastische bespiegeling is; maar weergave van de concrete werkelijkheid blijkt uit de mededeeling, dat de Heere God „nadat Hij uit de aarde al het gedierte des velds en al het gevogelte des hemels gemaakt had, ze tot Adam bracht om te zien, hoe hij ze noemen zou: en zoo als Adam alle levende ziel

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1941

VU-Blad | 81 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1941-42 - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1941

VU-Blad | 81 Pagina's