Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 77

Kerken in Nederland' en wordt aan die ahnea toegevoegd: 'Deze kunnen als Ud der Commissie niet optreden, dan na ondertekening der verklaring, dat zij voor zichzelven persoorJijk het in art. 2 der Statuten aangegeven standpunt aanvaarden en bij hun werkzaamheden in de eerste plaats de handhaving van het daar uitgesproken beginsel beogen zullen'. 2. vervalt in de eerste aUuea van art. 12 de zinsnede: 'die Ud zijn van ene kerk, behorende tot het kerkverband der Gereformeerde Kerken in Nederland !' B. I n de instructie voor het Bestuur: 1. vervalt in de eerste ahnea van art. 6 de zinsnede: 'en in ieder geval moeten zij hd zijn van ene kerk, behorende t o t het kerkverband der Gereformeerde Kerken in Nederland'. 2. wordt in de eerste ahnea van art. 12 inplaats van 'althans voor de Theologische Facidteit', gelezen: 'voor de Theologische Faciliteit.' Bij de bespreking wees Ds D. J . Scholten van Bierum, mede namens het Provinciaal Comité voor Groningen, er op dat de Vrije Universiteit moet steunen op de gehele Gereformeerde gezindheid, doch dat het anderzijds bUlijk moet worden geacht dat de bestuurders gekozen zullen worden uit die groepen, door welke de V.U. gedragen wordt. Hij stelde daarom de vraag, of Directeuren kunnen toezeggen, dat zij te zijner tijd bij het effectueren van dit besluit toch eerst nog zullen nagaan, of er na deze verandering nu v a n de zijde der betrokken kringen metterdaad ook hartelijke medewerking en steun geboden wordt, evenals dat in den kring der Gereformeerde Kerken inderdaad het geval is. Dr J . J . C. van Dijk, als President-Directeur deze vraag beantwoordende, verklaarde, dat directeuren in beginsel op de gestelde vraag een bevestigend antwoord geven. H e t blijft uiteraard de bedoeling v a n Directeuren dat, ook wanneer dit besluit in de practijk toepassing zal vinden, voor de vervulling v a n een functie zodanige personen in aanmerking zuUen worden gebracht, in wie bekwaamheid verenigd is met grote Kefde voor de Vrije Universiteit eii v a n wie k a n worden verwacht, d a t zij haar belangen ten volle zullen kunnen dienen. Het voorstel van Directeuren wordt thans met aller instemming aangenomen. De muzikale omlijsting van den dag werd verzorgd door enkele dames-studenten v a n de \feU. Voorts was er declamatie van den heer H. Bos. Deze afwisseUng viel zeer in den smaak v a n het pubUek. Rede Prof. N. Okma De morgenvergadering werd besloten met een rede van Prof. Okma over het onderwerp: 'Theologische belangstelling voor Staat en Recht'. Spreker betoogde, dat deze belangstelUng niet

nieuw is, maar dat er in de laatste jaren wel een hernieuwde belangstelUng ^ I t op te merken. Dit spruit uit de ontzetting van de kerk over het bruut geweld van het nationaal-sociaüsme, d a t staat en recht tot een speelbal v a n wiUekeur maakte. E n uit de teleurstelling over de betekenis van het natuurrecht, waartegen men aanleunde, maar dat in den storm van het nationaal-socialisme op zandgrond gebouwd bleek te zijn. De vraag is nu, hoe is de verhouding van menselijk en Goddelijk recht, van recht en rechtvaardiging, van staat en kerk? Prof. Okma wees op drieërlei antwoord op deze vraag. Op het klassiek Barthiaanse standpunt is er een volledige scheiding. Christelijk recht, staat, poUtiek is daar een onmogeUjkheid. I n het radicaal-theocratische systeem van Ruler is de tegensteUing overbrugd. De kerk overmeestert daar de wereld. Ook daar is geen plaats voor Christelijk recht, want dat zou weer wijzen op een antithese. I n de derde plaats horen we ten dele hiermede overeenstemmende geluiden in onzen eigen Calvinistischen kring. Ook Prof. Schilder gaat uit v a n de centrale positie der kerk. Maar hij roept tevens op tot vervuUing der Christelijke cultuurtaak. Bij hem staat de Christelijke poUtiek, Christelijk recht, in volstrekte tegensteUing tot het wereldUjke. E r is slechts een samenzijn, dat mogelijk is door de tempering v a n den vloek over de wereld. Hier rijst nu de vraag, hoe de juridische faculteit haar taak kan volbrengen. Het recht immers aan de V.U. gedoceerd, is een product van bozen en goeden. Het is goeddeels van Romeinsen en Germaansen oorsprong. Of hebben de Barthianen gelijk, dat de beoefening van een Christelijke rechtswetenschap slechts een hersenschim is? D a t zeker niet. Wij kunnen, aldus Prof. Okma, op het terrein van het recht geen stap doen zonder den Bijbel. Wij zouden niet eens weten wat recht is, als de Schrift het ons niet leerde. De Schrift zegt ons wel wat de inhoud van het recht is, maar niet wat het doel er van is. Daarop richt zich juist de theologie. H e t gevaar is, dat de eenvoudige gehoorzaamheid plaats maakt voor menseUjke fantasie. De middagvergadering Voor het in nog groter aantal dan 's morgens opgekomen pubUek, sprak in de middagvergadering eerst Dr J . A. H. J . S. Bruins Slot, hoofdredacteur van „Trouw" over het onderwerp 'Universiteit en poUtiek'. Rede Dr J.A. H. J. S. Bruins Slot Hebben Universiteit en politiek wel met elkaar te maken ? De Universiteit beoogt immers de beoefening der wetenschap, de poUtiek houdt zich bezig met de kunst der practische staatkunde. Bovendien is er verschil in grondslag tussen de V.U. en A.R. partij. 1913

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen