Vrije Universiteitsblad 1961 - pagina 111

ÏLLING IN G R O N I N G E N

V. U.

DAGEN

langstelling niet op een speciaal gebeuren gericht was? Zou het liggen aan de plaats van samenkomst, de Groninger Harmonie? Toegegeven, het gebouw is wat haveloos, maar het heeft onmiskenbaar sfeer: de krullige ornamentiek in de grote zaal is (gelukkig) nog niet slachtoffer geworden van moderniseringswoede en we zaten nog op eerlijke houten stoeltjes, die nog niet het veld hadden hoeven ruimen voor met zoetgekleurde plastic beklede zeteltjes. Nee, 't is natuurlijk niet zo, dat V.U.-dagen alleen maar zouden aarden in wat ouderwetse lokalen (we weten uit ervaring beter), maar toch in deze onbekommerde ruimte heerst niet zo gauw het klimaat van een strenge vergadering, maar bloeit het karakter van een samen-zijn gemakkelijk op. Of zou het — en nu denken we speciaal aan de tweede V.U.-dag — mee te danken zijn aan de zwierig-hartelijke leiding van prof. dr. J. Waterink die, zonder de aard van de bijeenkomst geweld aan te doen, er de fleur van een wat huiselijk getinte toogdag aan verleende? * Het antwoord op de zo gestelde vraag is eigenlijk van weinig belang: ieder zal op eigen wijze deze V.U.-dagen meegemaakt, beleefd hebben. Ieder zal op eigen manier het bijzondere van deze dagen hebben gesmaakt.

De eerste morgen waren vooral oud-leerlingen present, om de eerste zitting van de wetenschappelijke samenkomsten mee te maken. Het waren theologen èn theologisch-geinteresseerden, die zaten in de wat holle foyer achter de grote ramen, waarvoor het groen van een paar forse bomen bewoog in de koele zomerwind. De misère met de treinenloop had tot gevolg, dat een aantal deelnemers niet op tijd kon zijn — en zelfs onze zo stipte eindredacteur was aldus te laat! Prof. dr. R. van Dijk zat deze vergadering voor, waarop men discussieerde over het referaat van prof. dr. R. Schippers: „Mythologie en eschatologie in 2 Thessalonicenzen 2 vers 1 tot 17". Wanneer we populair mogen samenvatten: de hoogleraar betoogt hierin, dat Paulus, wanneer hij het heeft over de „tekenen der tijden", niet bezig is de gelovigen te kalmeren in hun verwachting van de voleinding. De apostel schakelt wel de tijd in, maar niet een profane tijd. Het is niet zo, dat hij een reportage geeft van wat er allemaal nog moet gebeuren voordat Christus wederkomt, nee, wij zitten er midden in — en dat moet ons een prikkel zijn de Heer te verwachten. *** Het schaars getal der dames, dat woensdagochtend aanwezig was, werd 's-middags enorm versterkt, toen de jaarlijkse vergadering van Vrouwen V.U.-hulp begon. Over die bijeenkomst moeten we hier zwijgen: het verslag daarvan komt in ons volgende Helpende Handen-nummer. Alleen dit: wat blijft deze actie groeien, zoals bleek uit de cijfers welke mevrouw M. J. v. d. Veen-Duvekot uit Groningen in haar openingswoord kon opnoemen en wat heeft mejuffrouw prof. dr. B. Siertsema boeiend en helder verteld over haar vak, de taalwetenschap! Dank zij de voortvarende leiding èn dank zij het feit, dat der V.U.-dameskracht ook op deze vergadering niet uit woorden, maar uit daden bleek (de Groninger dominese S. F. Marseille-van Vulpen sta ons toe, dat we haar even zó citeren), was de dames-bijeenkomst vlug afgelopen. Een mooie gelegenheid om in Het Tehuis de historische V.U.-tentoonstel-

De actieve regelingscommissie in Groningen. In. het midden voorzitter ds. J. R. Hommes, links van hem de secretaris de heer R. Valkema, en rechts de penningmeester de heer R. Ubels.

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen