GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 180

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 180

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

biedt, bijvoorbeeld op het gebied van de landbouw, de mijnbouw en de industrie. Dat hangt in hoge mate af van de hoedanigheid van de beschikbare grond en van de aanwezige bodemschatten. Maar daarbij komen de belangrijke vragen: waarom heeft de bevolking tot nu toe of slechts in geringe mate gebruik gemaakt van deze mogelijkheden en hoe kan in de toekomst bereikt worden dat zij dit wel doet? Het is mogelijk dat in het verleden een ongunstige verhouding met westerse landen, in de vorm van een of andere overheersing, een gunstige ontwikkeling heeft belemmerd of beperkt, bijvoorbeeld door het tegengaan of niet bevorderen van industrieën op grote schaal. Het onderwijs kan in onvoldoende mate ontwikkeld zijn waardoor er te weinig leiders en geschoolde krachten op allerlei terrein zijn gevormd. OVERBEVOLKING

Vele landen in Azië worstelen met het probleem van overbevolking. De toename van de productie weegt niet of nauwelijks op tegen de snelle groei van de bevolking. In deze landen bezit de boer dikwijls zeer weinig grond — in Japan gemiddeld iy2 ha. — vaak nauwelijks voldoende om zijn gezin te voeden. Dit betekent dat bij een dergelijk grondbezit mechanisatie niet of nauwelijks mogelijk is. De opbrengst per ha. is zeer hoog maar per boer zeer laag. Daar waar de regering poogt om tot betere productiemethoden te komen en waar deze mogelijkheden er zijn, is het dikwijls moeilijk de boer tot nieuwe methoden te brengen. De oude technieken liggen verankerd in een spcio-religieus systeem, de traditie, waarin verbeteringen moeilijk een plaats kunnen vinden. VERANDERINGEN

Economische ontwikkeling betekent grote veranderingen in de samenleving, de levenswijze, de moraal en de religie van een volk, hetgeen vaak grote aanpassingsproblemen met zich brengt. Aan de industrialisatie, die onmisbaar is voor het verkrijgen van een hogere levensstandaard, is verbonden de groei van steden. Zelfs in de westerse landen kan men nauwelijks de problemen van de snelle groei van steden de baas. Dit geldt temeer voor de niet-westerse landen, waar deze verschijnselen betrekkelijk nieuw zijn en waar de middelen om problemen als huisvesting, hygiëne e.d. op te lossen, veel beperkter zijn. Ik heb hier enige problemen van de ontwikkeling van de niet-westerse landen aangeduid om te laten zien hoe veelzijdig en gecompliceerd de ontwikkelingspro4

blematiek is, hoe hierin meespelen factoren van historische, van religieuze, van socioculturele en van economische aard. Wil men de westerse hulp op verantwoorde wijze brengen dan moet met deze factoren rekening gehouden worden. Alleen dan zal de hulp het meeste profijt voor de gehele bevolking van de minder-ontwikkelde landen opleveren. MOGELIJKHEDEN

Door de instelling van de studierichting niet-westerse sociologie wordt het mogelijk, dat aan de Vrije Universiteit ten eerste meegeholpen wordt bij het doordenken van de problemen van de onderontwikkelde gebieden en ten tweede deskundigen worden opgeleid, die in Nederland of in de onderontwikkelde gebieden zelf meehelpen aan het opstellen en uitvoeren van ontwikkelingsplannen. Deze studie is ook wat betreft de vakken geheel geëigend voor een dergelijke opleiding. Naast de inleidingen in de (westerse) sociologie en (westerse) economie, bevat de studie de vakken sociologie, economie, religies en geschiedenis van de niet-westerse volken en de culturele antropologie (volkenkunde — zie het artikel van prof. Onvlee in het november-nummer 1961). Het is verheugend dat de Vrije Universiteit mogelijkheden heeft gevonden om deze nieuwe taak op zich te nemen om zodoende mee te helpen aan een doeltreffende en effectieve hulp aan onze „verre" naasten. Prof. dr. J. W. Schoorl.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1962 - pagina 180

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

VU-Blad | 193 Pagina's