GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 152

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

van

de

prof. dr. T. D. Stahlie

Het begon met vondelingen Cifschoon er altijd wel artsen geweest zijn, die : ch ook bezighielden met zieke kinderen, is de ndergeneeskunde als aparte tak van de me3che wetenschappen toch eigenlijk voortgekoan uit de tehuizen voor vondelingen. Waar vroe'T het ter wereld brengen van een onwettig kind mvoudigweg sociaal niet geduld werd, en men er c-nderzijds toch ook meestal tegenop zag om het zo gaboren kind dan maar radicaal uit de gemeens.-;hap te stoten, is het te begrijpen dat er meer e i meer van dergelijke tehuizen in de middeleruwen ontstonden, eerst als onderdeel van algerr .ine gast- of ziekenhuizen, later ook afzonderlijke. Het eerste echte vondelingentehuis dat in de g schiedenis vermeld wordt, is dat van bisschop Djtheus van Milaan, gesticht in de 8e eeuw. D -.genen die met het beheer van zo'n vondelingente uis belast waren, werden doorlopend geconfri nteerd met een zelfs voor die tijden onvoorstelbr 5r hoge kindersterfte, als gevolg van verkeerde voeding, onvoldoende hygiëne, en infektieziekter Het spreekt dus vanzelf dat die artsen aan W!f: de medische verzorging van dergelijke tehuize ! werd opgedragen, al spoedig meer inzicht krege I in de behoeften van het Jonge kind, dan anderen. Dat inzicht betrof in de eerste plaats de voeding: immers, in deze inrichtingen was men ve ijlicht naar een bevredigende kunstvoeding te 20 ken. Dit Is een lang en moeizaam proces gewe'st, hetgeen moge blijken uit het feit dat de Franse kinderarts MARFAN nog in 1930 opgaf dat met (de toenmalige best geachte) kunstvoeding gevoede zuigelingen een zevenmaal zo hoge sterftekans niet alleen, maar ook een zevenmaal zo hoge kans op ernstige ziekte hadden als borstkinderen. Thans is dat geheel anders; er is in feite geen aantoonbaar verschil meer in levenskansen tussen het fleskind en het borstkind.

Wellicht zult u zich afvragen waaróm dat verschil tussen beide groepen kinderen nu juist zo sterk tot uiting kwam in die vondelingentehuizen. Er zullen toch ook in de huispraktijk altijd wel kinderen geweest zijn wier moeder hen niet zelf kon voedenl Niet alleen is dat juist, maar bovendien zijn er lange perioden aan te wijzen, waarin de vrouwen, zo ze zich dat maar enigszins veroorloven konden, hun kind niet wilden zogen. Men vindt dat al vermeld van de vorstenkinderen bij Homerus en in het Hellenistische tijdperk. De kinderen van deze vrouwen uit de gegoede standen kregen dan echter, althans aanvankelijk, geen kunstmatig voedsel, maar ze werden gezoogd door een min en, hoewel ook daartegen van allerlei in te brengen is zowel in hygiënisch als in sociaal opzicht, waren ze toch belangrijk beter af dan de stakkers die het van de eerste dag af moesten hebben van de merkwaardige mengsels waarmede men toentertijd meende een baby te kunnen grootbrengen.

Volledige ommekeer Uit het tot hiertoe vertelde mag duidelijk zijn dat de eerste kinderartsen zich vooral hadden te richten 'op betere methoden van kindervoeding en op de behandeling van infektieziekten, en tevens dat hun arbeid zich voornamelijk uitstrekte tot zuigelingen en kleuters. Zo werd geleidelijk aan ervaring verkregen, die naderhand in het kader van andere vindingen op geneeskundig gebied een volledige ommekeer in de gezondheidstoestand van het jonge kind teweeg zouden brengen. Deze nieuwste vindingen lagen vooreerst in het bijzonder op het terrein van de scheikundige samenstelling van het voedsel en van de bacteriologie. Ruwweg kunnen we zeggen dat beide hun oorsprong namen in het midden der vorige eeuw. De voedselchemie leerde welke voedingstoffen voor de groeiende mens onmisbaar zijn, en in welke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1968 - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

VU-Blad | 226 Pagina's