GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 54

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

tijd opnieuw bepaling behoeven, ging de president-directeur in op het vraagstuk van de formulering van de statutaire grondslag der vereniging. Spreker releveerde dat onder voorzitterschap van curator ds. P. N. Kruyswijk een commissie de mogelijkheid heeft onderzocht de bestaande grondslag opnieuw te formuleren, op zodanige wijze dat de verbondenheid met het verleden daaruit zou blijken en dat de huidige generatie zich erdoor aangesproken zou voelen. De commissie heeft als resultaat van haar arbeid de volgende formulering van de grondslag in overweging gegeven: ,,Het Evangelie van Jezus Christus, dat naar de openbaring in de Heilige Schrift de mens in zijn gehele leven roept tot de dienst en verheerlijking van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest". In de middagvergadering sprak prof. dr. C. A. van Peursen over ,,De kritische functie van de Vrije Universiteit", In de gelijktijdig gehouden bijeenkomst van Vrouwen V.U.-Hulp hield prof. dr. T. D. Stahlie een causerie over het onderwerp ,,Kindergeneeskunde van de eerste levensweek". STATUTENWIJZIGING

Door publicatie in het augustusnummer 1968 van het V.U.-blad is aan de geciteerde aanbeveling van de commissie Kruyswijk in de kring der vereniging algemene bekendheid gegeven. Naar aanleiding van deze mededeling hebben het bestuur slechts enkele opmerkingen uit de vereniging bereikt en deze hielden geen bezwaren tegen de hoofdinhoud van de aanbevolen formulering in. Mede op grond hiervan heeft het bestuur besloten de voorbereiding van de voorstellen inzake de statutenwijziging op basis van de aanbevolen formulering voort te zetten en het rapport van de commissie Kruyswijk aan curatoren, aan de senaat, aan de raad van bijstand en aan de civitasraad ter discussie aan te bieden. De tijd die op deze wijze in de verschillende geledingen van de universitaire gemeenschap aan deze zaak besteed zal worden, beschouwt het bestuur geenszins als verloren. Integendeel, verwacht mag worden dat breed en diepgaand gemeenschappelijk overleg over de formulering van de grondslag waarop de wetenschappelijke arbeid van de universiteit zal moeten geschieden, ten goede zal komen aan de bezinning op de inhoud van het eigen karakter van de universiteit. Een en ander heeft ertoe geleid dat het aan het bestuur niet mogelijk zal zijn aan de in 1969 te houden algemene vergadering reeds definitieve voorstellen tot wijziging der statuten aan te bieden. Er is echter goede reden te verwachten, dat het in 1970 wel mogelijk zal zijn en dat de aanbieding dan zo tijdig zal kunnen geschieden, dat ook binnen de vereniging ruimschoots tijd voor de behandeling van de voorstellen beschikbaar zal zijn. BESTURENDE COLLEGES

De heer ƒ. Tabak moest om gezondheidsredenen zijn lidmaatschap van het college van directeuren voortijdig be-

8

ëindigen. Ook op deze plaats past het de heer Tabak dank te zeggen voor zijn aandeel in de werkzaamheden van het college. In zijn plaats werd door de algemene vergadering verkozen mr. J. W. Ubbink. Als lid van het college van directeuren werd herkozen door de algemene vergadering ir. C. A. Doets, wiens zittingstermijn in 1968 eindigde. De curator dr, D. Bergsma die in 1968 aan de beurt van aftreden was werd opnieuw voor een zittingsperiode van vijf jaar benoemd. Air. dr. H. H. Sillevis Smitt, die in 1967 was benoemd tot curator in de vacature mr. f. Dormer, ving in 1968 zijn werkzaamheden als lid van het college van curatoren aan. DE UNIVERSITEIT

Het universitaire leven verkeert in een schijnbaar niet te stuiten groeiproces, waarin zowel ,,tar' als ,,last" toenemen, niet langs een weg van geleidelijkheid doch met een telkens weer verrassende snelheid en dikwijls schoksgewijs. Vergeleken bij de universiteit van nu, is de universiteit van nog slechts vier, vijf jaar geleden een toonbeeld van rust. Het verschil is zeer frappant en valt voor een groot deel toe te schrijven aan de buiten-universitaire maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste jaren. De universiteit is gaandeweg in een maalstroom terecht gekomen, waarin de koersbepaling niet eenvoudig is. In verschillende opzichten moet zij tegelijkertijd aan tegenstrijdige eisen voldoen: * Terwijl de universiteit een jaarlijks sneller wassende stroom studenten op verantwoorde wijze moet blijven opvangen, wordt zij tegelijkertijd gedwongen aandacht te schenken aan talloze nieuwe vragen, met name ook vragen naar de doelstellingen van haar onderwijs en haar onderzoek. * Enerzijds kan zij er — afgezien van andere factoren — als gevolg van de grote aantallen studenten moeilijk aan ontkomen strakkere schema's voor de studie op te stellen, anderzijds rust op haar de plicht de studenten juist nu te interesseren voor vragen van wetenschappelijk belang die liggen op een breder terrein dan dat van een vaak zeer specialistische vakstudie. *• Tegenover een toenemende aandrang op de universiteit zich in onderwijs en onderzoek meer te richten op vraagstukken die van een direct maatschappelijk belang zijn, groeit aan de andere kant het besef dat mens en wereld evenzeer — of meer — gediend zijn met diepgaande, soms geïsoleerde studie van zuiver-wetenschappelijke aard, waarvan 'het directe nut in het geheel niet is aan te tonen. Zo moet de universiteit in een spanningsveld met vele polen haar koers weten te bepalen. Voor de Vrije Universiteit is een bezinning op haar specifieke karakter nu meer geboden dan ooit tevoren. Zij zal haar statutaire pretentie, de wetenschap te beoefenen in bijbels licht, in allerlei nieuwe, fundamentele vraagstukken, welke zich aan haar presenteren, moeten waarmaken en zich steeds opnieuw

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's