GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 34

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

NIET ALLEEN KENNIS BIJBRENGEN

Ir. C. A. Doets

Er zijn mensen — het is al eens vaker opgemerkt — die de Vrije Universiteit een mooie instelling vinden, maar die het betreuren dat er studenten bij horen. Want, nietwaar, die studenten verknoeien zo gauw het fraaie beeld. De éne keer schrijven ze rare dingen in hun blaadje, een andere keer bonzen ze op deuren als er een minister op bezoek is... Nu is ir. C. A. Doets, de secretaris van het college van directeuren van de V.U., stellig niet iemand die luid applaudiseert wanneer studenten een rel trappen. Maar hij is evenmin een man die in zo'n geval niets anders doet dan boos of verdrietig zijn hoofd schudden. Hij zegt: het zijn de slechtsten niet, die van zich laten horen! Ir. Doets verduidelijkt: kijk, als het zo is dat ze een rel maken óm de rel, geef ik daar natuurlijk niets voor, maar wanneer ik zie dat een student onvrede heeft met zaken die niet deugen, en in onze wereld deugen maar al teveel zaken niet, en dat zo'n student dat ook op zijn, misschien wat luidrichtige, manier laat merken, dan ben ik niet van slag. Integendeel. W e moeten niet vergeten dat de Vrije Universiteit er niet alleen is om iemand in de kortst mogelijke tijd een hoeveelheid kennis bij te brengen. Er is ook sprake van persoonlijkheidsvorming, we moeten ook bezig zijn met de student geestelijk toe te rusten voor de taak die haar of hem in de maatschappij wacht. En met deze woorden zit ir. Doets midden in ons onderwerp:, de bijzondere taken ten aanzien van de V.U. zelf. Wat ons vooral bezighoudt, zijn de activiteiten die (en we citeren letterlijk uit het schema) het funktioneren van de V.U. als christelijke leef- en werkgemeenschap kunnen bevorderen. Wij zijn dan, dunkt ons, vèr uit de buurt van, wat weleens smalend is genoemd het in de watten leggen van studenten. Och, vroeger lagen de zaken eenvoudiger. Er waren minder studenten en die kwamen uit een bepaald milieu. Ze zaten op kamers, ze hadden een hospita die voor hen kookte en als 't een beetje wilde ook hun was deed. Verder was er de sociëteit: belangrijk voor de persoonlijkheidsvorming, want men deed er ervaring op als spreker, als bestuurder, — kortom, er was sprake van wat we nu kadertraining noemen. Vandaag: veel studenten, ook uit milieus met een erg smalle

beurs. Zorgende hospita's bestaan niet of nauwelijks meer, de sociëteit speelt een veel geringere rol, men gaat ook veel vaker een weekend naar huis. Het gezelligheidsleven heeft een flinke deuk gekregen en dat ligt ook aan de gezelligheidsverenigingen zelf die geen eigentijdse vormen vonden en te lang op de conservatieve toer bleven draaien. Ir. Doets interrumpeert zichzelf: het is toch ongehoord zolang als de groentijd, het groenen op voet van ongelijkheid, zich nog heeft kunnen handhaven! Heel veel studenten zijn niet aangesloten bij een traditionele gezelligheidsvereniging, het sociëteitsleven kennen zij niet... er is een vacuüm. Dit vacuüm is te ernstiger, omdat er tegenwoordig zoveel studenten zijn die begeleiding nodig hebben. Men hoeft hier niet in de richting van zielig-zijn te denken, maar — om één punt te noemen — er is de kwestie van het aanpassingsvermogen aan andere gedragspatronen. Het is mogelijk dat de afstand tussen thuis en het leven op en aan de universiteit te groot is, het is eveneens mogelijk dat de overgang van student-zijn naar de maatschappij te veel vergt. Er zijn ook vragen, die veel huiselijker zijn: waar eet je, waar was je je spullen? En daar verschenen de wasserette en de mensa. Ir. Doets vat samen: de schaalvergroting heeft meegebracht dat allerlei dingen in de verdrukking kwamen. Ook de zelfwerkzaamheid op het gebied van de cultuur raakte in het gedrang. Verheugend is, dat men dit is gaan zien, dat men niet volstond met maar steeds méér studenten in te schrijven en examens af te nemen. Men, de V.U.-besturen en de studenten zelf, greep de taken aan op het gebied van huisvesting, voeding, gezondheidszorg, sociale zorg, psychologische en geestelijke begeleiding... Daarbij moet niet vergeten worden dat de activiteiten van de studenten — recreatief, cultureel, lichamelijk — veel voorzieningen vragen, en ook begeleiding en instruktie. Verder moet de student op de hoogte komen van de spelregels van het maatschappelijk verkeer, hij moet een milieu- en moraalvormend inzicht krijgen in maatschappelijke structuurver-

1 1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's