GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 155

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 155

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

•«^^i»mi^iii«=M«..i^<.«^

Prof. dr. W. H. GISPEN 70 jaar en ZS iaar

De titel boven dit artikeltje wijst ons bijna vanzelf op twee dingen: in de eerste plaats op vreugde en dankbaarheid; in de tweede plaats op weemoed. Vreugde en dankbaarheid, omdat prof. Gispen de 70-jarige leeftijd in blakende gezondheid bereiken mocht en dat van die vele jaren een kwart eeuw rechtstreeks in dienst van de wetenschap op het hoogste niveau besteed mocht worden; weemoed, omdat het bereiken van de 70-jarige leeftijd meebrengt dat de hoogleraar zijn werk aan de universiteit gaat neerleggen en aan anderen moet overlaten. Zo zit er dus iets van een lach en een traan in de titel. Men zou kunnen zeggen dat die lach en die traan een integrerend deel van de persoon Gispen uitmaken. Wie het voorrecht hebben hem van nabij te kennen, weten dat hij sprankelt van een humor, die zelden wordt aangetroffen. Zijn Kanniaanse speeches, zijn bruisende tafelredes, zijn in moeilijke situaties ontwapende opmerkingen, zijn met humor gekruide colleges, ze zijn getuigen van de lach en hebben bij velen de lach vermenigvuldigd. Maar ook de traan ontbreekt bij hem niet, zeker niet in de laatste jaren. Decentie belet ons vaak op deze zijde van een mensenleven in te gaan. Dat is goed. Er zijn momenten in het leven, dat begrijpen voldoende is . . . Men zou kunnen vragen wat het nut is van bovenstaande ontboezeming over de persoon Gispen, nu we in uw blad een ogenblik aandacht aan het werk van de jubilerende en scheidende hoogleraar mogen besteden. Maar zo al ooit

persoon en werk te scheiden zijn, dan zeker niet bij prof. Gispen. We stuiten hier m.i. op een bijzondere kwaliteit van de wetenschapsman Gispen, nl. dat hij in zijn wetenschappelijk werk zijn emoties ter wille van de objectieve benadering van de problemen, waar hij mee bezig is, weet te bedwingen. Men zou het nog iets anders kunnen zeggen: prof. Gispen weet, hoezeer hij ook emotioneel bij de gang van zaken betrokken is, een benijdenswaardige afstand te nemen, zodat in zijn beoordeling van mensen èn zaken wijze mildheid aan nuchtere realiteitszin gepaard is. Men zal hem niet in een bepaalde richting kunnen of mogen indelen. Wat hij anderen graag als een voorrecht laat, wenst hij zelf met hart en ziel als man van wetenschap te gebruiken: vrijheid. Dat is voor hem een principiële zaak, zoals ook de Vrije Universiteit voor hem een principiële zaak is. Want zijn vrijheidsbegrip weet de onder ons — dunkt me — genoegzaam bekende grenzen. Een derde aspect van Gispen mag hier niet vergeten worden: de hoogleraar Gispen. U zou kunnen zeggen: Maar dit hoort toch bij de wetenschapsmens Gispen? Ja en neen. Ja, inzoverre een hoogleraar wetenschappelijk bezig is, zelfs in de ruimste zin van het woord. Maar neen, inzoverre een hoogleraar een mens is, die met mensen, collegae, medewerkers en studenten, te maken heeft. Een hoogleraar kan als wetenschapsman geslaagd en gevierd zijn, maar als helper, vriend en onderwijzer van studenten mislukt. Bij Gispen is van dit laatste geen sprake. Vanaf 1945, toen hij hoogleraar werd (en schrijver van deze regels student), heeft hij de stu-

Hoogleraar denten zó weten te benaderen en te begrijpen, te stimuleren en een gevoel van eigenwaarde te geven, dat nooit iemand onder hen het gevoel kan hebben gehad: we worden ondemocratisch, zonder inspraak, of hoe dan ook, benaderd. Integendeel: de hoogleraar Gispen is vanaf zijn inaugurele oratie tot nu toe medewerker met zijn studenten geweest. In 25 jaar is er in dit opzicht niets veranderd. Als u dit blad onder ogen krijgt is het 2 oktober geweest. Op die dag is prof. Gispen 's middags in het American Hotel te Amsterdam alleszins verdiend gehuldigd. Veel woorden zal hij hebben gehoord, veel handen hebben geschud, die alle op hun wijze uitdrukking wilden geven aan de dankbaarheid, die bij velen jegens Gispen leeft. Hem zal een olieverfportret, vervaardigd door de kunstschilder Jozef Stierhout, zijn aangeboden, waarin de kunstenaar op verrassende wijze het wezen van Gispen in kleur en lijn heeft vastgelegd. Hem zal — het mag nu eindelijk vrijuit geschreven worden — een bundel vol opstellen van de hand van een deel van zijn vele vrienden zijn overhandigd. Ongetwijfeld zal Gispen zelf, emotioneel, vol humor, onvergetelijk, een slotwoord gesproken hebben. En dan mag hij van een otimn cum dtgnitate genieten gaan. Nu ja, rust... Wie prof. Gispen kent, weet dat hij nog vol jeugdige energie èn vol plannen is. Geve God hem nog vele jaren, tezamen met zijn vrouw, van dit leven te genieten, en ons van hem als gedegen wetenschapsman, als met hart en ziel bij deze tijd betrokken mens, en als vriend.

M. J. Mulder VU-BLAD

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 155

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1970

VU-Blad | 187 Pagina's