GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 98

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 98

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vu op weg Milieu-onderzoek J[ raten over en protesteren tegen milieuvervuiling is allang geen hobby meer van een groep natuurvrienden of zo: we voelen ons allen in ons bestaan op aarde bedreigd. Voor de één is die dreiging (nog) ver weg, voor de ander dichterbij, maar we hebben er met elkaar weet van. N u is het niet alleen zo dat de natuur er is ten gerieve van de mens: prof. dr. K. H. Voous heeft meer dan eens beklemtoond dat de natuur als schepping Gods ook een eigen waarde heeft. Het zal duidelijk zijn dat vraagstukken die met het milieu te maken hebben, ethische, godsdienstige en politieke aspecten hebben: wat kan, wat mag, wat moet, wat is ,,haalbaar" . . .? Tegen deze, hier maar even aangetipte achtergronden, moeten we het besluit zien, aan de VU een instituut voor milieuvraagstukken op te richten. In dit instituut wil men zich o.a. bezighouden met het probleem van de functie van het milieu, met het formuleren van normen van beheer van het milieu en ook met biologische, economische, scheikundige, fysische en sociaal-geografische kanten van de zaak. Voor de

dominees

Uitgaande van de faculteit der godgeleerdheid is er weer een post-academiale leergang. Huiselijk omschreven: de dominees kunnen theologisch wat bijgewerkt worden. Overigens is een dergelijke leergang bepaald geen theologische specialiteit: het laat zich aanzien dat het geven van post-academiaal onderwijs in de toekomst steeds meer tot de normale taken van de universiteit zal gaan behoren. De leergang van de faculteit der godgeleerdheid omvat colleges en werkgroepen. Eén niet-theoloog is er bij betrokken, nl. de internist prof. dr. C. van der Meer, die een college zal geven over het onderwerp: geneeskundige vragen rondom het sterven. President-curator Mr. J. Meynen, voorzitter van het college van curatoren, heeft in verband met het feit dat hij zeventig jaar is geVU-BLAD

worden, de wens te kennen gegeven zijn curatorschap van de VU te beëindigen. Gelet de op handen zijnde herziening van de bestuursinrichting van de VU wordt de vacature-Meynen thans niet vervuld. Wel wordt dr. K. van Nes, die al waarnemend voorzitter van het curatorium was, nu president-curator. Universiteitspastor Ds. f. Hessels Mulder, die achttien jaar studentenpredikant is geweest, is benoemd tot universiteitspastor. Als taak van de universiteitspastor (een nieuwe functie binnen de VU-gemeenschap) wordt in de eerste plaats gezien de pastorale begeleiding van medewerkers der universiteit, die in hun werksituatie met geestelijke problemen kampen; deze begeleiding geschiedt zoveel mogelijk in samenwerking met andere kerkelijke ambtsdragers. Verder verwacht men van de universiteitspastor dat hij zich, los van individuele ,,probleemgevallen", bezighoudt met het functioneren van de VU als christelijke leef- en werkgemeenschap. Zo kan de universiteitspastor bijdragen tot de vorming en instandhouding van zó'n gemeenschap van universitaire werkers, die mee het christelijk karakter van de VU tot uitdrukking brengt. In zekere zin is de benoeming van ds. Hessels Mulder een experiment: hem is nl. ook opgedragen te onderzoeken of het in de praktijk mogelijk is deze taak uit te voeren en de functie van universiteitspastor een zinvolle plaats in het bestel van onze universiteit te doen innemen. ~ *:.;;i Lichamelijke opvoeding De minister van onderwijs en wetenschappen heeft begin april aan de Vrije Universiteit laten weten dat hij overweegt de reeds lang ,,in de pen zijnde" studierichting der lichamelijke opvoeding in te stellen. Op grond van hem uitgebrachte adviezen en gegeven het feit, dat deze voor Nederland nieuwe studierichting — althans voorlopig — slechts aan één instelling voor wetenschappelijk onderwijs kan worden ingesteld, is de minister voornemens deze opleiding toe te wijzen aan de VU, die dan voor dit doel zou moeten samenwerken met de Universiteit van Amsterdam. Het zou te ver voeren in dit verband

diepgaand uiteen te zetten, waarom de VU uit de vele gegadigde instellingen gekozen is; wel kan gezegd worden, dat tot die redenen ondermeer behoren zowel de mate van geïnteresseerdheid in de materie als de reeds aanwezige voorzieningen op dit punt. Hieraan is het werk van dr. C. C. F. Gordijn — jarenlang lector en sinds 1969 hoogleraar — en zijn medewerkers in de afdeling van de leer van het menselijk zich bewegen uiteraard niet vreemd. Als de VU op korte termijn kan voldoen aan de eisen van de zijde van het departement (uitgewerkt plan, raming personele en materiële consequenties, overzicht bestaande voorzieningen en samenwerkmgsplan met de Universiteit van Amsterdam) — en het ziet er naar uit dat dat kan —, kan de opleiding in het komende studiejaar 1971/1972 van start gaan. Zes nieuwe hoogleraren De wetenschappelijke staf is versterkt met zes hoogleraren. Dr. J. Bosch (50 jaar), sinds 1967 als wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de VU verbonden, wordt gewoon hoogleraar in de Nederlandse letterkunde van vóór ongeveer 1770. Dr. D. M. Schenkeveld (37 jaar), sinds 1962 aan de VU verbonden en sinds 1967 als wetenschappelijk hoofdmedewerker, is benoemd tot gewoon hoogleraar in de Griekse taal- en letterkunde als opvolger van zijn promotor prof. dr. G. J. de Vries. Dr. A. Th. van Deursen (40 jaar), voorheen verbonden aan het bureau van de rijkscommissie voor vaderlandse geschiedenis en sinds 1967 lector aan de VU, wordt gewoon hoogleraar in de geschiedenis van de nieuwe en nieuwste tijd. Dr. P. ƒ. Boukema (37 jaar), die in 1968 lector van de VU werd, gaat nu als hoogleraar staatsrecht doceren. Proj. dr. S. A. Varga (41 jaar), thans als hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, wordt VU-hoogleraar voor het onderwijs in de Franse letterkunde na 1500; prof. Varga was van 1954 tot 1966 al aan de VU verbonden, nl. als wetenschappelijk (hoofd)medewerker. Tenslotte is tot gewoon hoogleraar in de economie binnen de faculteit der sociale wetenschappen benoemd dr. B. Goudzwaard (37 jaar), die hiermee opvolger wordt van de onlangs geëme-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1971 - pagina 98

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

VU-Blad | 101 Pagina's