VU Magazine 1972 - pagina 547

d< nens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en 'Ook de aarde heeft een ouderdom van miljarden jaren en ik peinsde erover dat alle materie waaruit ik bestond, en die door voeding en ademhaling was verzameld, dus zo oud was. Een mens is een tijdelijk wezen, bestaande uit wisselend oeroud materiaal dat reeds talloze malen In allerlei organismen heeft gefunctioneerd. Als bioloog begon ik er haast vanzelf aan te denken hoe lang geleden in de zee, daar voor mij, het mysterieuze proces begon, dat langs vele omzwervingen van en via miljoenen ononderbroken generaties mij op deze duintop had doen belanden. Geen onzer ontelbare voorouders bleef kinderloos, maar wel hebben wij vrijwel allen als uitzonderingen de voortplantingsleeftijd bereikt en het is griezelig te

ir

n rn

bedenken dat van de myriaden geslachtscellen net die voor ons elkaar steeds gelukkig gevonden hebben. Of zouden wij ook langs een andere rij knopen van het genen-vlechtwerk hebben kunnen ontstaan?' Op dit mijmeringspunt aangeland, werd ik getroffen door de realisering dat alles wat ik tot nu toe gedacht had, door onze menselijke voorouders van slechts enkele eeuwen geleden niet gedacht had kunnen worden. Maar ik dacht niet alleen anders, ik hoorde en zag ook andere dingen. Deels waren deze werkelijk nieuw, zoals het vliegtuig in de verte, dat wel een atoombommenwerper kan zijn geweest, zoals het verlichte schip aan de einder en zoals de satelliet die ik net tevoren zijn regelmatige baan tussen de sterren had zien gaan. Maar zelfs de dingen die onze voorouders ook met hun zintuigen waarnamen, zijn voor ons anders geworden. En zoals zij niet hetzelfde konden denken als wij, zo kunnen wij niet meer denken zoals zij. Wij kunnen niet meer echt denken dat wij op een platte, schijfvormige aarde leven met water er om en er onder en met een hemelgewelf er boven, met gaatjes waardoor het hemellicht schijnt, of dat de hemellichamen goden zijn die onze levensloop bepalen. De sterren zijn ons niet meer zo nabij, dat zij door een toren van Babel bereikbaar zijn. Wij kunnen ons zelfs niet meer voorstellen dat het zeewater licht, omdat wij weten dat dit door ontelbare eencellige f iagellaten geschiedt. WIJ zijn ons ook bewust dat de mensheid steeds nieuw denkt, dat wij sommige nu belangrijke dingen in 1958 nog niet konden denken en dat wij bij leven en welzijn, in 1978 weer nieuwere gedachten zullen denken. Wij weten tevens, dat nu, in de wereld en in deze zaal, niet ieder gelijk en even nieuw denkt. Het is ook duidelijk dat in sommige perioden van de geschiedenis het percentage nieuwe gedachten, die de gemiddelde mens beroeren, hoger is dan in andere. Voorts staat vast dat vroeger de nieuwe gedachten met name voortkwamen vanuit de sfeer van religies en filosofieën, maar dat onze nieuwe gedachten, verwachtingen, wensen en angsten dikwijls door de natuurwetenschappen worden aangevoerd, dan wel door haar worden geïntroduceerd of door gebruik of misbruik van haar resultaten worden opgeroepen.'

Wereldbeeld Het veranderende wereldbeeld. Daarover spreekt prof. Lever ook op de forumavon27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen