GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 557

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 557

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

m

magazine

ander resultaat uit. Wel had het grootste mannetje wederom het grootste aantal copulaties, maar het verschil met de anderen was veel minder groot. Andere mannetjes copuleerden in vrijwel gelijke mate. Was het resultaat van de eerste proef een toevalstreffer? Het leek er sterk op. De factoren die meespeelden bij de proeven tussen twee mannetjes, leken veel minder sterk aanwezig in de volledige populatie. Aan het licht kwam, dat er in een hele groep geen sprake is van een onbetwiste superspin. Wanneer een spin een aantal conflicten in zijn voordeel had weten te beslechten en de daaraan verbonden copulaties tot stand had gebracht, dan bleek na verloop van een aantal uren zijn dominantieperiode voorbij te zijn. De volgende stap moest natuurlijk zijn: wie heeft er de meeste dominantieperiodes. Daarop werd geen duidelijk antwoord gekregen. De proeven wezen niet zonder meer naar de grootste en sterkste mannetjes. Bovendien kwam een ander interessant aspect aan het licht. Het mannetje dat in staat was snel om te schakelen van agressief gedrag tegen zijn medemannen naar baltsgedrag voor vrouwen; anders gezegd: hij die hard was tegen mannen en zacht tegen vrouwen en snel van de ene houding naar de andere kon veranderen, bleek meer waard te zijn voor de copulatie dan de 'dommekracht'.

een plaats waar ook vrouwtjes voorkomen, onverdraagzaam tegen alle andere mannetjes. Hij tracht die mannetjes te verslaan. Lukt hem dat, dan zijn alle andere mannetjes gekenmerkt door hun inferieur-zijn aan de winnaar. Het winnende mannetje krijgt, omdat de anderen hem ontwijken, de rust om zich aan het baltsen en het copuleren te wijden. Die rust is ook voor het vrouwtje een voorwaarde om tot copuleren te komen. In de nabijheid van een kluwen vechtende mannetjes lukt dat niet zo goed. (Het beter gemotiveerde mannetje blijkt inderdaad een aanwinst. In de experimentele situatie in de bak stapelt de ene gebeurtenis zich nu op de andere. Mannetje 1, dat al geruime tijd aan het baltsen is, verjaagt de nieuwkomer, mannetje 2. Het vrouwtje trekt zich terug op de zijkant van de steen, wat mannetje 1 niet belet om hardnekkig door te baltsen voor een lege ruimte. Prof. Vlijm wijst op het feit dat spinnen beter in staat zijn bewegingen waar te nemen dan vormen. Wellicht is dat de oorzaak. Mannetje 2 blijkt echter niet definitief verslagen. Hoewel hij de wijk heeft genomen in het water, keert hij terug op de steen en begint meteen te baltsen, poetsen is er niet bij. Hij slaagt er zelfs in een copulatie tot stand te brengen met het vrouwtje, dat weer bovenop de steen is ververschenen. Het verbazingwekkende is, dat mannetje 1 volhardend door-baltst voor het copulerende paar. Drs. Dijkstra veronderstelt dat hij iets waarneemt, dat hij voor een weliswaar gecompliceerd, maar buitengewoon groot en daarom ook bijzonder aantrekkelijk vrouwtje houdt. Het copulerende mannetje maakt agressieve bewegingen met de achterpoten naar het baltsende mannetje. Drs. Dijkstra legt uit dat het copulerende mannetje weinig meer kan doen dan dreigen met de achterpoten. Anders moet hij het vrouwtje prijsgeven. Tot een dubbelcopulatie, over de mogelijkheid waarvan beide biologen van gedachten wisselen, komt het niet.'

een paperback van Ten Have

Teri^Have

Thijs Booy inventariseert in dit nieuwe boel< op even intelligente als onderhoudende

wijze een kwart eeuw gereformeerd leven.

f9,50 in de boekhandel

Ten Have

Totaalbeeld Het totaalbeeld van de functies van het agonistische mannetjesgedrag bij wolfsspinnen kwam er, na alle onderzoekingen ongeveer als volgt uit te zien: het mannetje is, op 37

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 557

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's