GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 451

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 451

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

cale apparaat heeft slechts een zeer beperkt bereik. Inkomensstromen bestaan uit goederen en diensten; als het inkomen toeneemt doordat er meer luxe woningen en meer auto's komen - hoe kan dat worden herverdeeld als goedkope huizen en bussen? Tenslotte, de instellingen die voor groei zorgen staan niet neutraal tegenover de verdeling ervan. Als groei voortkomt uit instituties gekenmerkt door grote verschillen in landbezit en opeenhoping van industriekapitaal, dan zal het groeiproces die instituties nog sterker maken en alle latere pogingen tot vreedzame hervorming zullen erop stuklopen.

Vereisten

De nieuwe ontwikkelingsstrategie moet de stelling verwerpen dat de aanval op de armoede indirect kan zijn, doordat de groei zal doorsijpelen naar de massa. De strategie moet rusten op de premisse dat armoede direct moet worden aangevallen. Een overheid die voor deze keuze staat, wil natuurlijk graag weten wat er dan met de groei gebeurt. Nu is dit verband tussen een meer gelijke inkomensverdeling en macro-economische groei misschien minder bekend dan wel gewenst zou zijn, maar toch voldoende om twee conclusies te trekken:

Om de directe aanval op de massale armoede te openen moet aan een aantal vereisten worden voldaan. De eerste is dat elk land voor zich het besluit neemt om zich hiervoor in te zetten. Dat is niet eenvoudig, het is soms zelfs de vraag of het mogelijk is, omdat het armoedeprobleem diepe wortels heeft in de bestaande instituties, met name in de bestaande verdeling van economische en politieke macht. Hier is van buitenaf wel hulp mogelijk, maar de oplossing moet van binnenuit komen. De tweede is dat de openbare mening in de hele wereld gevormd moet worden door een betere, helderder kijk op het probleem. Er zijn dringend meer gegevens nodig over de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de inkomensverdeling. De derde is dat iedereen moet helpen zoeken naar vormen van beleid en actie, die de scheefheid van inkomensverdeling kunnen verminderen. Met zo'n beleid moet nu worden begonnen, ook al zijn er nog veel vragen. De grootste vergissing die de internationale gemeenschap kan maken is om niet in actie te komen en in de toekomst hetzelfde te doen als in het verleden, nl. het probleem negeren.

. de mogelijkheid bestaat om een politiek te ontwerpen die expliciet gericht is op een directe verbetering van de levensomstandigheden van de armste 40% van de bevolkingen in de arme landen - en zo'n politiek kan worden uitgevoerd zonder onaanvaardbaar nadelige gevolgen voor het doel van nationale groei; • als geen bijzondere nadruk wordt gelegd op zulke programma's, dan zal er binnen een nog aanvaardbare periode geen voortgang van betekenis worden gemaakt in de vermindering van de armoede. McNamara: 'We weten dat er geen werkelijk alternatief is buiten de weg naar grotere sociale rechtvaardigheid'.

Concrete maatregelen, die nu genomen moeten worden zijn onder meer de volgende: • de minimumbehoeften van de armste 40% moeten worden vastgelegd als doelen in de nationale ontwikkelingsplannen, onafhankelijk van het feit dat deze behoeften zich vaak niet als koopkrachtige vraag zullen laten gelden. Koopkrachtige vraag spot met armoede of gaat er gewoon aan voorbij omdat de armen toch weinig koopkracht hebben. • het ontwikkelingsprobleem moet daarom opnieuw gedefinieerd worden als een selectieve aanval op de ergste vormen van armoede. Ontwikkelingsdoelen moe-

Niet indirect

Maatregelen

ten geformuleerd zijn als stappen naar de uitbanning van ondervoeding, ziekten, analfabetisme, werkloosheid en ongelijkheid. Op die manier moet vooruitgang worden gemeten, niet in gemiddelde inkomens per hoofd. • de problemen van meer produktie en betere verdeling moeten worden samengebracht en niet afzonderlijk worden behandeld. Dit betekent zonder uitzondering dat werkgelegenheid een primair en secundair - ontwikkelingsdoel moet zijn. In een arme maatschappij is werkgelegenheid het krachtigste middel voor de herverdelig van inkomens. Het scheppen van werkgelegenheid moet een direct doel in zich zelf worden. Omdat arme landen weinig kapitaal hebben staan ze hier voor een directe keuze: ze kunnen ofwel de poduktiviteit van een klein deel van die beschikbare arbeid hoog opvoeren in de moderne sector en een ander deel werkeloos houden of kiezen voor lagere produktiviteit maar volledige werkgelegenheid. > Istitutionele hervormingen gericht op herverdeling van economische macht zijn absoluut noodzakelijk in veel landen. Het voortbestaan van de huidige verdeling van het land, van de belastingwetten, de bankwetten enz. is voldoende om te zorgen dat ook de huidige verdeling van bezit en inkomen zich voortzet. • Een heroriëntatie van de overheidsuitgaven is een van de beste middelen die de overheid heeft om de situatie van de armen te verbeteren. In de huidige situatie komen de overheidsuitgaven voor gezondheidszorg, transport, drinkwater, onderwijs, enz. uiteindelijk vaak terecht bij de toch al bevoorrechten. Ten dele komt dit door concentratie van deze diensten in de steden en de betere buurten, maar ten dele ook doordat de sterk bevoorrechten meer deelnemen in het politieke proces. Deze maatregelen zullen moeten worden nagestreefd met alle kracht die de internationale ontwikkelingsgemeenschap kan opbrengen.' Aldus het eerste Colombia-rapport van de VU.

Concentratieland Colombia is een van de elf concentratielanden van Nederlandse ontwikkelingshulp, maar waarom Nederland deze keuze deed bleek niet meer te achterhalen. Overigens gaat slechts 2% van de totale Nederlandse ontwikkelingshulp naar Colombia; het leeuwedeel gaat naar Indonesië en Suriname. De V.S. is verreweg het grootste 'donor'land van Colombia; daarna reeds komt Nederland. De financiële hulp bestond tot dusver uit drie leningen. De eerste van 1965 bedroeg 7,5 miljoen gulden be31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 451

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's