VU Magazine 1973 - pagina 429

de commissie werden vanzelfsprekend de heren Iserloh en Moeller benoemd, terwijl aan twee buitenlanders de eer te beurt viel, deze beiden uit elkaar te houden en zo mogelijk daarna weer bij elkaar te brengen. De ene was prof. M. Battlori, een spaans Jezuiet die in Rome doceert en wiens specialisme ligt op het terrein van de spaanse en Italiaanse geschiedenis van de 16e eeuw, ik was de tweede. Het duurde niet eens zo vreselijk lang, voordat wij in de commissie tot overeenstemming kwamen. Dat is ook niet zo verwonderlijk, omdat er in de grond van de zaak op het moment een behoorlijke mate van eensgezindheid bestaat tussen historici van katholieke en van protestantse zijde. Ook in de beoordeling van de feiten liggen de standpunten niet zo ver uiteen. Bovendien hielp het niet weinig, dat de heer Battlori bijna geen duits sprak, maar in ratelend frans, dat voor de andere commissieleden niet geheel te volgen was, zijn mening ten beste gaf. Dat werkte uiteraard nogal kalmerend.

Aanbevelingen U zult wel van me willen aannemen, dat het werkstuk van de commissie op de plenaire zitting van de conferentie weer heel wat wijzigingen onderging. Ik zal u alle details besparen. Het lijkt mij beter, iets te vertellen over de aanbevelingen, zoals die tenslotte geformuleerd zijn. Ik moet dan natuurlijk een keuze maken. In de eerste plaats wil ik noemen dat uitdrukkingen als 'voorreformatie' en 'oorzaken van de reformatie' afgekeurd werden. Vroeger zag men de late middeleeuwen vaak als een soort van voorbereiding op de reformatie, mensen als Wicliff, Huss, Wessel Gansfort en Erasmus werden dan als 'voorlopers van de reformatie' of als 'reformatoren vóór de reformatie' betiteld. Op het ogenblik ziet men in, dat deze periode een eigen betekenis heeft en dat allerlei bewegingen uit de late middeleeuwen niet alleen verder gewerkt hebben in de reformatie, maar ook in de vernieuwing, die in de katholieke kerk in de 16e eeuw plaatsgevonden heeft. Het spreekt wel vanzelf, dat juist katholieke kerkhistorici deze eigen betekenis van de late middeleeuwen graag beklemtonen, maar men kan zeggen, dat deze visie door kerkhistorici thans algemeen geaccepteerd wordt. Het is belangrijk, dat zoiets ook in schoolboeken gaat doorwerken. Belangrijk is m.i. ook, dat duidelijk werd uitgesproken, dat het in het conflict tussen oude kerk en reformatie primair ging om religieuze en kerkelijke vragen, zodat theologische vragen zoals de verhouding van bijbel en kerkelijk leerambt, de leer van de rechtvaardiging en de leer

De ekonoom van morgen.

••

. . . is vandaag nog student. En moet z'n controller-aktiviteiten nu - in plaats van op andermans zaken - op eigen beurs richten Voor 't tijdig tevredenstellen van z'n hospita, 't betalen van z'n nota's . . . Gelukkig heeft Bank Mees & Hope een speciale rekening die u, gekweld door andere besognes, al die zorgen uit handen neemt: de studentenrekening. Met rente toe. Alle betalingen worden dan soepel per bank verricht. Al of niet automatisch. En ach, mochten er zich in uw ekonomisch perspektief konjunkturele of zelfs strukturele teleurstellingen voordoen, dan kunt u altijd nog terugdenken aan uw financieel zo evenwichtige studententijd met Bank Mees & Hope.

BANK MEES & HOPE NV

Amsterdam Buitenveldert, Assumburg 150, tel. 020 - 42 98 60. Rotterdam, Erasmus Universiteit, Burg. Oudlaan 50, tel. 010-14 12 33. Groningen, Oude Boteringestraat 17, tel. 050 -13 99 22. Groningen de Wijert, Van Lenneplaan 115, tel. 050 - 25 07 00. Eindhoven, Vestdijk 23, tel. 040 - 6 26 32. Delft, Oude Delft 165, tel. 015 -14 09 81.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen