GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 75

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 75

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

van dit soort pillen geen oplossing biedt voor de v*/erkelijke oorzaken van de kwalen. Die zitten in de verkeerde samenleving. De pillen verdoezelen het werkelijke probleem.

Studenten De afkeer om opgefokt te worden tot duurbetaalde verdoezelaars van de problemen van een ziektenverwekkende maatschappij is bespeurbaar niet alleen bij de 'kritische artsen', maar ook bij medische studenten aan de Vrije Universiteit. In het faculteitsblad 'mfvue' werd b.v. (oktober '71) gesteld: 'Alle factoren, die bij het afwegen van het (toekomstig) doen van de

arts van belang zijn, zullen bij een discussie ter sprake moeten komen. Een miskenning van zijn sociaal-economische positie, zijn technische macht, zijn politieke functie, zou allicht de realiteit onder een medischethische mantel kunnen bedekken.' In dit (willekeurig gekozen) nummer treft men dan o.a. een scherpe afwijzing aan van het pleidooi van de Landelijke Huisartsen Vereniging, die het teruglopen van het huisartsenbestand in Nederland, wilde bestrijden door de financiële positie van de huisarts te verbeteren. 'Volgens officiële gegevens verdient de huisarts gemiddeld zevenmaal zoveel als

een arbeider, in 1966'. Niettemin blijkt de neiging om zich te specialiseren groot bij huisartsen. 'Grofweg kunnen we zeggen dat de specialist meer verdient dan de huisarts (in 1966 gemiddeld respectievelijk 79.000 en 58.000 schoon'. Het zit, kortom, niet alle medische studenten lekker, dat hoge inkomen, dat hen wacht na hun studie. En kritische geluiden klinken dan ook op in het faculteitsblad over 'het in stand houden van de huidige structuur van de artsenstand, met zijn vrije ondernemerschap, zijn onderlinge concurrentie, standorganisaties, zijn LHV met haar salariseisen. Met deze politiek wordt de werkelijke verwekker van deze problemen, de structuur van de gezondheidszorg en

de positie van de arts daarin, nooit aangepakt, waardoor het probleem van het verdwifnen van de huisarts ook nooit wordt opgelost.'

JURIST TUSSEN MEDICI 'Als ik nu een waarde-oordeel moet uitspreken over de vraag: hoe vindt u de huidige situatie? dan zeg ik: Vergeleken met 15jaar geleden is er veel verbeterd, maar het is nog maar een klein begin. Het is voor mij begrijpelijk dat de situatie zo is gegroeid, maar over de oplossing op korte termijn ben ik niet zo optimistisch, omdat er op dit moment in de medische opleiding onvoldoende mogelijkheden aanwezig zijn om er wat aan te doen. Hoe worden de artsen opgeleid? De opleiding is vooral klinisch, terwijl de inbreng in de opleiding voor wat betreft de maatschappelijke aspecten en de intermenselijke verhoudingen tussen arts en patiënt te gering is. Als een clinist zijn klinische lessen geeft, dan haalt hij er niet zo gauw de maatschappelijke problematiek bij óf omdat hij daar te weinig tijd voor heeft, öf omdat het niet goed uitkomt, óf omdat hij het zelf ook niet zo goed weet. Het ligt dan voor de hand dat deze inbreng via de sociale geneeskunde wordt gegeven, maar dat vak zit al jaren in de medische opleiding in de hoek waar de klappen vallen. Omdat het om relaties tussen mensen onderling gaat, zou de medische sociologie een belangrijke bijdrage kunnen leveren, maar tegen dat vak bestaan er in de medische wereld nogal wat weerstanden. Ik geloof wel dat er bij de studenten de neiging bestaat tot een grotere openheid voor deze vragen, dat merkte ik op de colleges. Ik heb altijd leuke colleges gehad op de medische faculteit met veel inbreng van de studenten, fvlaar het frappeerde mij wel dat de studenten die op de colleges zo progressief konden doen, veranderden in hun houding, wanneer zij eenmaal voor de verdere opleiding in het ziekenhuis waren geweest in de arts-patiënt relatie; zij gaan dan gemakkelijk weer in hetzelfde stramien zitten waartegen zij eerst zo veel bezwaar hadden. Het witte-jassensyndroom. Dat komt ook bij juridische studenten voor: zodra zij de zwarte toga hebben gezien, verandert hun houding. Het klinkt misschien wat overdreven, maar er is m.i. wel degelijk sprake van een zekere "infectie" door de situatie, waarin men als deskundige wordt gesteld. Dat is het eigenlijke probleem.' In gesprek met VU-magazine is prof. dr. J. F. Rang, sinds 1964 wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de VU bij 'sociale geneeskunde', die in december werd benoemd tot hoogleraar in het arbeidsrecht te Utrecht en tot bijzonder hoogleraar in het gezondheidsrecht te Leiden. Daarvoor 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 75

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's