VU Magazine 1973 - pagina 239
Behoeften Richt men in totalitaire stelsels eerder dwangarbeiderskampen in, in het Westen wordt arbeidsdwang thans vooral uitgeoefend door sociale pressie. Zijn status ontleent de westerse mens vooral aan zijn baan {'wat doet hij?'). Neigingen om meer te willen verdienen worden vooral aangewakkerd door het opvoeren van materiële behoeften, waarin de reclame een belangrijke rol speelt. Als een voorbeeld hoe mensen te bewegen tot meer arbeid, wordt nogal eens het verhaal verteld over de manier waarop een westerse onderneming in een ontwikkelingsland kans zag arbeiders te werven voor de bouw van een brug. De beloningsprikkel bleek onvoldoende te werken. De mensen bleven tevreden met waarvan ze leefden. Hun behoeften waren, evenals die van de door H. H. Kuyper ten tonele gevoerde Zuidafrikaanse zwarten, gering. Ten einde raad besloot de directie van de Amerikaanse onderneming een partij catalogi te verspreiden van postorderbedrijven in de VS, waarin een weelde aan artikelen werd aangeboden, afgebeeld in fraaie kleuren. Dit bleek te helpen. De mensen werden aangeraakt door begeerte naar deze goederen en boden zich daarop als werkkrachten aan om het geld te verdienen, noodzakelijk voor het vervullen van de bij hen gewekte 'behoeften', vu-magazine kon de historische juistheid van dit verhaal niet achterhalen, maar de strekking ervan is duidelijk, nl. om de westerse mens zich bewust te maken van de arbeidsdwang die op hem wordt uitgeoefend door het opvoeren van zijn materiële behoeften (wat buurman heeft, moet ik ook, anders tel ik niet mee).
niet (met miskenning van sociale druk, die de mens ondergaat in elke samenleving). Terecht werd in de regeringsnota in het begin van de jaren zestig, waarin invoering van tv-reclame werd bepleit (in een heviger vorm dan thans ingevoerd) gesteld: 'Reclame en economische expansie hangen in ons westerse maatschappelijl<-economische bestel ten nauwste met ell<aar samen.' Dat was ver voordat onder invloed van rapporten als die van de Club van Rome en toenemende ongerustheid over milieuverwoesting en grondstoffenuitputting twijfel begon te rijzen aan de mogelijkheid van een altijd voortdurende economische groei en voordat provo's en hippies in de westelijke wereld, met toenemende belangstelling voor mensbeelden in de nietwesterse wereld, tot een protesthouding kwamen tegen de prestatie- en consumptiemaatschappij. Wel getuigden voor deze bewegingen losbraken, sinds 1958 de hoge oplagen van boeken als die van de Amerikaan Vance Packard (De Verborgen Verleiders, de Afvalmakers, de Statuszoekers en de Piramidebeklimmers) van onbehagen over de manipulatie van de mens in de westerse samenleving, maar aangezien vrijwel geen criticus durfde op te roepen tot persoonlijke erkenning van de situatie van onvrijheid waarin men was geraakt (slechts een enkeling brengt het blijvend op om zonder enige luxe te leven), bleef het bij vage gevoelens van onlust, althans bij de oudere generatie. (In enkele jaren tijds wijzigde zich echter het beeld van de jongere generatie ingrijpend. Met name in de studentenwereld
DE PLAATDRUKKER
Mensbeeld Politieke partijen komen niet tot een scherpe omschrijving van het mensbeeld dat zij huldigen, maar bevreemdend is het niet dat b.v. de partij die het sterkst materiële beloningsprikkels bepleit otti de arbeidsprestatie van de mens op te voeren, (de WD) tevens in de jaren zestig het vurigst pleitte voor de invoering van televisiereclame. Parallel aan de in de vorige eeuw vernomen liberale mythe, dat de mens vrij is om te bepalen of hij wil werken of niet (in feite had hij de keus tussen kreperen of werken) werd veelvuldig in de discussie over het al of niet invoeren van tv-reclame van liberale zijde aangevoerd dat de consument vrij is om zelf te bepalen of hij een bepaald produkt wil kopen of
kwam dit tot uitdrukking.) Geen vrijheidsstrijd is evenwel te verwachten van hen, die zich niet bewust zijn van hun positie van slavernij (aan materiële goederen) of die daaraan gewend zijn geraakt (de meeste slavenopstanden kwamen in de koloniën voor onder pas aangevoerde, nog 'niet aangepaste' slaven). Het laat zich aanzien dat het bewustzijn daarvan eerst pas goed zal doorbreken na vele vergeefse pogingen om individueel tot een soberder leefwijze te geraken dan thans in de westerse maatschappij voorkomt. Na lectuur over hoe van het roken af te komen, mogen in de toekomst wellicht boekjes worden verwacht als 'Gelukkig zijn zonder auto' en 'Meer doen met minder elektriciteit' terwijl eveneens door de overheid gesubsidieerde Meinsma's om ons af te helpen van de behoefte aan overbodige luxe-artikelen zullen voorafgaan aan een overheidsverbod tot produktie en verhandeling van bepaalde spullen. Dit omdat de grondstoffenpositie van de wereld toenemende consumptie eenvoudig niet toestaat. In de Verenigde Staten is het behoeftepakket van de werker kort geleden uitgebreid met een motorslee; in Nederland introduceerde de tv-reclame kort geleden het elektrische mes als 'geen overbodige luxe'o.a. om het vleessnijden te vergemakkelijken. 'Zalig nietsdoen' en 'luieren' (vakantie) wordt de werker in de westerse maatschappij als belangrijkste attractie in het vooruitzicht gesteld wanneer hij bereid is hard te werken. De innerlijk tegenstrijdige boodschap van de prestatie- en consumptiemaatschappij schijnt derhalve te luiden, dat slechts hij zich soms niet behoeft in te spannen, die zich meer inspant. Slechts de werker mag lui zijn. Leven mag slechts hij die zich doodwerkt, of althans bereid het risico van een hartinfarct te lopen.
Kritiek De kritiek op de ontwikkeling, die zich in de VS inzette met het zgn. taylorisme is overigens niet van vandaag of gisteren. Al in de jaren twintig begonnen zich in Amerika sommigen af te vragen of het mensbeeld dat men koesterde wel in overeenstemming was met de werkelijkheid. De reactie op de 'wetenschappelijke bedrijfsvoering' heeft, zo schrijft dr. Hk. Thierry in zijn eerder aangehaalde brochure, in Nederland, vooral na de Tweede Wereldoorlog vrij lange tijd aanhang gevonden. Uit studies van Mayo in de Hawthorne-fabrieken van de Western Electric Company was 27
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973
VU-Magazine | 574 Pagina's