GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 102

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 102

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

eenzijdige benadrukking van de positieve kanten van de beroepsarbeid. Zij heeft onvoldoende oog voor het feit dat de mens naast de arbeid in loondienst andere verplichtingen heeft (gezin, maatschappij, politiek, kunst enz.). Bovendien kan door zo'n visie gemakkelijk een te onkritische houding worden ingenomen ten aanzien van arbeidsinhoud en arbeidssituatie. Niet iedere arbeid kan als roeping worden gezien. Er zijn vormen van arbeid die men beter kan wegautomatiseren. Mensen vrij te stellen voor andere dan economische arbeid kan een goede zaak zijn. Evenals de Christelijke ethiek is ook de Marxistische duidelijk een prestatie-ethiek. Uit een modern Russisch leerboek: 'De arbeid heeft de mens geschapen en de menselijke samenleving. Werken in de uitoefening van zijn produktieve activiteit heeft de mens zijn hersenen en zijn bewustzijn ontwikkeld'. Het eindideaal van Marx was een wereld, waarin mensen zonder dwang voor elkaar werken: 's morgens jagen, 's middags vissen. Naarmate armoede als probleem voor de Westelijke landen een probleem geworden is van inkomstenverdeling en niet langer een probleem van produktie, wordt de prioriteit van de beroepsarbeid en van de prestatie lager. In zijn boek 'Les 40.000 heures' en in zijn 'futuristische moraal' heeft Fourastié aangegeven hoe de logica de prestatiemoraal zal ondergraven.

Prestatiemoraal en vertraagde economische groei In het fourastié-model ontstaat werkloosheid door hoge produktiviteit en overvloed. In het model van de Club van Rome ontstaat wellicht gebrek aan werkgelegenheid door de bittere noodzaak de economische groei een halt toe te roepen. Kan men stellen dat deze nood-werkloosheid tot eenzelfde soort maatregelen zou kunnen leiden als de werkloosheid door overvloed? Dit is een probleem dat doordenken van de gedachtengang van de Club van Rome ons oplegt. Wat gebeurt er bij het stoppen van de groei van de materiële produktie vóór het verzadigingspunt is bereikt?' Men kan zich een aantal mogelijkheden denken: 1) Men kiest voor een ontwikkelingsmodel waarbij bepaalde produktieprocessen kunstmatig meer arbeidsintensief en daardoor tevens minder schadelijk worden. Voorbeelden: een meer arbeidsintensieve landbouw die in mindere mate gebruik maakt van verdelgingsmiddelen, kunstmest en dergelijke, en het weer meer gebruikmaken van menselijke arbeid als energiebron. 2) Hoewel wellicht in deze richting te denken valt, rijst toch de vraag of het niet te kostbaar zal blijken te zijn. Een andere mogelijkheid

lijkt daarom bij een lager en noodzakelijkerwijs onverzadigd, maar ook minder door reclame gestimuleerd, consumptiepeil voor materiële goederen, de vraag te richten op die produktieve sectoren die geen groot beroep doen op grondstoffen, energie en op de schoonheid van het miUeu. De vraag rijst dan in hoeverre het mogelijk is sectoren als onderwijs, gezondheid en welzijn sterk te laten expanderen ten koste van een gedwongen stagnatie of zelfs terugschroeven van de industriële produktie. Het is de vraag of op deze wijze volledige werkgelegenheid bereikbaar is. Indien dit niet het geval is, dan zal tegelijkertijd gedacht moeten worden aan een voortgezette ontwikkeling in de richting van een kortere participatie van de bevolking in de beroepsbevolking. Dit kan gebeuren langs de boven aangegeven wegen van vroegere pensionering, later intreden in het arbeidsproces en een lossere binding van grote groepen der bevolking met de arbeidsmarkt. Dit laatste kan worden gerealiseerd door een recht op onderwijs, ook op latere leeftijd, te ontwikkelen. Zou men onder zulke omstandigheden over kunnen gaan tot een stelsel van negatieve inkomstenbelasting? Waarschijnlijk zal het totale inkomen voor een dergelijk stelsel te gering zijn. Duidelijk is dat in dit geheel een inkomenspolitiek niet kan ontbreken.

voor alle vorrhen van verzekering en financiering in verband met

vestiging associatie Icoop van vast-goed heeft u een onafhankelijk en deskundig advies nodig. neemt u eens contact op met:

assurantiekantoor a. koster prof. dr. |. h. van 't hoffweg 7 de bilt telefoon 0 3 0 - 7 6 22 71 lid nederlandse vereniging van assurantiebezorgers

12

PSYCHIATRISCHE INRICHTING "GROOT BRONSWIJK"

heeft plaats voor enkele

psychiaters t.b.v. de klinische behandeling. De vi^erkzaamheden w/orden in interdisciplinair teamverband uitgevoerd. Nadere informatie wordt graag verstrekt door de geneesheerdirekteur A. W. Verhoog, zenuv^/arts, tel. (05964)2 31.

PSYCHIATRISCHE INRICHTING

Groot Bronswi jk WAGENBORGEN (Gr.) Wagenborgen ligt 10 km van Delfzijl en heeft daarmee ook goede verbindingen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 102

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's