GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 34

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

l/u magazine 32

grondwater, waarvan het peil de laatste tientallen jaren opvallend is gedaald en de samenstelling verzilt. Er zijn onderhand stapels rapporten samengesteld over de schuldvraag; de technici schijnen het er wel over eens te zijn dat de invloed van de Shell in dit opzicht negatiefis geweest, ze zijn het er alleen niet over eens hoe negatief. Dat is trouwens ook moeilijk uit te maken omdat ook de Landswatervoorzieningsdienst en veel particulieren honderdduizenden tonnen water aan de bodem onttrokken (en nog onttrekken). De Shell haalde de landbouwer weg van zijn grond en maakte hem tot industrie-arbeider. Dat ging niet gemakkelijk, de Curagaoenaar bleek ondanks alles aan zijn grond gehecht te zijn. In een van de eerste jaarverslagen van de Curagaose tak van de Shell lezen we dat het absenteïsme ieder jaar in de regentijd groot was: ,, When a shower of rain has fallen, the blacks run off to their fields for planting". De leeggelopen plantages werden voor een deel opgekocht in verband met de watervoorziening en hiermee werd voor velen de weg terug naar de agrarische sector afgesneden. De grootste industrie werd tevens de grootste grondbezitter. Rond 1950 had de Shell eentiende van de totale oppervlakte van het eiland Curasao in eigendom of in langdurige erfpacht.

Shell Niet alleen in de agrarische sector had de Shell grote invloed. Het hele economische leven werd ingrijpend gewijzigd toen de raffinaderij enkele jaren op Curasao gevestigd was. Na een bescheiden aanloopperiode van ongeveer zeven jaar, begon het bedrijf zich in 1922 uit te breiden. Er kwamen allerlei nevendiensten zoals een ijsfabriek, waterfabriek, droogdok, blikfabriek enzovoort, zaken die later soms van het oliebedrijf zijn losgekoppeld. De Curagaose Dok Maatschappij is bij voorbeeld in 1959 ontstaan uit het scheepsreparatiebedrijf van de Shell. Buiten het terrein van de raffinaderij merkte de handel duidelijk dat er meer geld in omloop kwam. Van de miljoenen guldens die jaarlijks aan lonen werden uitbetaald, werd steeds meer besteed aan ,.luxe" zaken. Terwijl de welgestelden zichzelf trakteerden op auto's, piano's, radio's en vers geïmporteerd fruit, ging de ,,homher chiki" (de kleine

man) naast vis ook vlees gebruiken, naast rum ook whisky drinken en wittebrood eten naast de traditionele funchi (de maïsmeelkoeken), In 1930 bleek voor het eerst dat de Shell het leven op Curasao niet alleen in goede maar ook in kwade tijden beïnvloedde. Toen in .Amerika de economische crisis begon, die zich snel over de hele wereld verspreidde, daalde de vraag naar olieprodukten. De raffinaderij werd op een klein pitje gedraaid en duizenden arbeiders ontslagen. Het totale Shell-personeel daalde in drie jaar van 11.000 tot 3.500 man. Om te beginnen werden de meeste buitenlanders terug naar huis gestuurd: Britswestindiërs, Venezolanen, Columbianen. Daarna kwamen de Antillianen van de Bovenwindse Eilanden, van Bonaire en van Aruba aan de beurt en ook veel Nederlands kader moest Curapao verlaten. Het duurde tot 1945 voordat de Shell weger zo veel mensen in dienst had als in 1929.

Oorlog De ergste inzinking duurde echter niet zo lang; al vanaf 1934 werd er weer gebouwd aan de raffinaderij. Ondanks de uitbreiding en vernieuwing ging het evenwel toch niet echt goed, de laatste jaren voor de tweede wereld-oorlog. Tijdens de oorlog veranderde er heel wat. De legers van Amerika en Engeland en hun geallieerden hadden veel olieprodukten nodig. Venezuela had de grondstof, Curasao en Aruba de raffinaderijen om de gevraagde produkten te leveren. De groei van het oliebedrijf, die pas in 1943 goed op gang kwam, ging na de oorlog door. Maar de nieuwe installaties die toen werden gebouwd, hoefden niet meer door zo veel man bediend te worden als de oude. Bovendien begon Venezuela te eisen dat de meeste olie binnen zijn grenzen zou worden verwerkt. De opkomst van het Midden-Oosten was ook een factor van betekenis. Vanaf 1953 begon de Shell het aantal arbeiders in te krimpen: net als in 1930 eerst de buitenlanders, dan de Antillianen van andere eilanden en ten slotte (enkele jaren later) ook de Nederlandse staf. Tussen 1952 en nu verdween bijna driekwart van de arbeidersplaatsen en tussen 1958 en nu werd de staf gehalveerd. Dat betekent dat er vroeger

één staflid op 5 arbeiders was en nu één op 3. De betekenis van de beter geschoolde krachten voor de raffinaderij nam dus toe — al duurde het tot enkele jaren geleden voordat er iets werd gedaan om de behoefte aan eigen Curapaose technici te voorzien. De HTS kwam eigenlijk tien tot vijftien jaar te laat, niet toen het proces van automatisering op gang kwam, maar toen dit praktisch was voltooid.

Beetje begeleiden Door de aanwezigheid van het grote oliebedrijf op Curapao is er veel veranderd, niet alleen in het bedrijfsleven, maar ook voor de overheid. Vroeger moest Nederland ieder jaar een deel van de Curagaose inkomsten aanvullen omdat de kolonie er anders niet kwam. Er waren jaren dat Nederland bijna de helft van de Curagaose begroting voor zijn rekening nam. En omdat geld nu eenmaal macht geeft, betekende dat dat Nederland zich met allerlei Curagaose zaken bemoeide waar het eigenlijk niets mee te maken had. Toen het eiland welvarender werd en er meer belastingen binnenkwamen, kon Curagao zich in financieel opzicht losmaken van Nederland. Het betaalde niet alleen de'Nederlandse leningen terug (notabene in de crisisjaren!) maar gaf daarna ook nog enkele tientallen miljoenen extra aan het moederland, vooral in verband met de oorlog. Maar in de plaats van de Minister van Koloniën kwam nu de Shell — want nu zorgde die voor een belangrijk deel van het geld. En aangezien de Shell in meerderheid Nederlands was, bleef de Nederlandse invloed onaangetast, ja die werd zelfs sterker, want nu zat de pottekijker niet meer in Den Haag maar op Curagao zelf. De Curagaose overheid stond maar zwak tegenover de economische machten: de plaatselijke handel, de Nederlandse regering, de oliemaatschappij. Het gouvernement kon de economie niet leiden, hoogstens een beetje begeleiden. En zelfs daartegen rezen heel wat bezwaren. Want op Curagao is men gehecht aan zijn vrijheid, de vrijheid om te doen en laten watje wilt me je geld, je arbeiders, je prijzen. Er zijn maar weinig landen in de wereld die zo ver in de twintigste eeuw hebben vastgehouden aan een liberalisme

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's