GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 242

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 242

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1^ magazine 20 zich van hetfeit bewust moet zijn dat ze niet alléén, maar ar óók een taak heeft met betrekking tot w a t w e l e e n s „ s o7-ciale en culturele vertrossing" wordt genoemd. Maar ar nogmaals: de richting waarin de school dat zelf uitwerkt af moet aan de school gelaten worden.

Hoe actief is overheid? 3De discussie gaat naar mijn smaak over een tweetal vrale gen: de eerste gaat over de aard en de richting van de ie maatschappelijke doelstellingen, criteria en keuzen, die Ie de overheid aanlegt bij het onderwijsbeleid; gaat over de m concrete vraag van hetonderwijsstimuleringsbeleid, van Ie de voorrang voor het lager beroepsonderwijs, van de gt voorrang voor het kleuter- en lag er-onderwijs. Het ;lf tweede vraagpunt, iS hoe actief de overheid zelf smoet zijn om dat soort prioriteiten, keuzen, suggesm ties, oplossingen met betrekking tot de opzet van Ie ons onderwijs aan de orde te stellen. Het gaat over de n mate waarin de overheid zelf stimulerend moet optreden n dan wei een afwachtende houding moet aannemen en ig het initiatief aan het onderwijs moet laten. Over die vraag )r zullen mevrouw Smit en ik anders denken. Ik kies voor 1een meer rechtvaardige verdeling van de onderwijskanj, sen, uitdrukkelijk voor een onderwijsstimuleringsbeleid, ik voor een school die niet alleen en ook niet in hoofdzaak e de arbeidsmarkt als vertrekpunt kiest, voor een school die niet alleen en niet in hoofdzaak op prestaties en beroep is e gericht, maar zich veel nadrukkelijker en zeker voor jonge e kinderen tot hun zestiende jaar, richt op ontplooiing die ïf meer mondigheid kan geven. Ik kies ook voor een actief >overheidsbeleidvanuit het grote belang dat ik aan het ong. derwijs toe ken voor het individu en voor de samenleving. rOok hier zou ik niet alle heil willen zien in de vrije, ondertnemingsgewijze produktie en de werking van het marktIe mechanisme. Overigens w e l met stimulering van de

eigen verantwoordelijkheid van de mensen die in die school staan en bij die school betrokken zijn. Zie de strategie van de discussienota's; zie de experimenten waarbij de mensen zelf tot die ontwikkelingen moeten komen, zie de uitbreiding van het overleg. Met Idenburg ben ik van mening dat de overheid ook hier een eigen verantwoordelijkheid heeft en niet alleen een administratiekantoor mag zijn. ik ben niet aangesteld, zou ik met Idenburg willen zeggen, om alleen de boekhouding van de winkel netjes bij te houden. Ik ben ook aangesteld om de winkel zo in te richten, dat ook de kleine mensen w a t beter bij de spullen kunnen komen, dat er w a t meer spullen vanhungadingtevindenzijn, waarbij ik het graag aan de mensen zelf overlaat welke spullen ze uit die winkel w i l lenkiezenenhoezedaartegenaanwillenkijken. Kortom: behoort maatschappij-hervorming tot de taak van onderwijs en onderwijsbeleid? Ik kan niet anders dan daar op antwoorden: ongetwijfeld, ja zeker. Ik kan niet anders, dan daar op antwoorden: als w e ook maar zouden denken dat het niet zo is, bedriegen w e ons zelf. Want in feite heeft onderwijs en onderwijsbeleid met maatschappelijke ontwikkelingen te maken. Ontkennen dat het zo is, betekent in feite dat je kiest voor het blijven voortbestaan van de maatschappelijke verhoudingen; voor bestendigheid van wat er nu bestaat. Dat is wat w e conservatief plegen te noemen. Dat mag, maar het betekent w e l , datje een keus maakt ten aanzien van de relatie van onderwijs en maatschappij, namelijk de keusdat onderwijs bevestigend moet werken op de maatschappelijke verhoudingen die vandaag aan de dag bestaan. Dat is vanuit mijn perspectief een onjuiste inzet voor onderwijsbeleid en een onjuiste inzet voor het onderwijs. Want w e zouden onrechtdoenaande leerlingen, wanneer w e hen niet be' wust zouden maken van de manier waarop het onderwijs hen voorbereidt op de samenleving.

Onderwijs geen experimenteerveld voor vernieuwingen M e v r o u w S m i t : Als w e de Stelling bekijken zoals die door de organisatoren is opgesteld, „ Behoort maatschappij-hervorming tot de taak van het onderwijs?"' dan lijkt het me, dat w e allereerst heel duidelijk moeten stellen, voordat er misverstanden zullen gaan rijzen, dat de ' vraag niét luidt, of er in de maatschappij vernieuwingen aangebrachtzouden moeten w o r d e n . Het lijkt m e een eerste vereiste o m dat meteen m e t nadruk te zeggen. Het gaat er niet o m , dat het onderwijs niet zou moeten meewerken aan vernieuwingen in de maatschappij. Het gaat erom, of de overheid daarin een beslissende invloed m o e t hebben, m e t betrekking t o t — en dan k o m e n cruciale w o o r d e n — de w i j z e en de aard van de

vernieuwingen die zij (de overheid) wenst aan te brengen. I n de w i j z e w a a r o p en de aard van de vernieuwingen zoals de overheid die benadrukt, daarin schuilt mijns inziens het gevaar. De aantrekkelijkheid van deze discussie zou dan k u n nen zijn daar licht in te brengen. De ene regering denkt politiek anders dan de andere. Dat is een gegevenheid. De ene regering denkt ook bepaald anders over vernieuwingen die in de maatschappij noodzakelijk zijn dan de andere. Als je dat aanvaardt, dan wordt juist die discussie over de vraag: „Behoort maatschappij-hervorming tot de taak van het onderwijs" een uiterst boeiende en uitdagende. Het voeren van een vruchtbare discussie — en ik neem aan dat dat bij u allen de bedoeling is — levert in zoverre problemen op, dat je eerst duidelijk moet stellen of de aan de orde zij nde vraag zo gemakkelijk met zwart-wit ja of nee kan worden beantwoord. De minister heeft daar ook al enige voorbeelden van gegeven. Het is niet zo gemakkelijk alleen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 242

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's