GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 471

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 471

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 29 „Ik beschouw het als een voorrecht eens in het openbaar op het werk van collega Bianchi te kunnen ingaan, al is het natuurlijk minder aardig dat de aard van deze gelegenheid een prompte reactie zijnerzijds en discussie uitsluit", aldus prof. mr. J. de Ruiter, rector-magnificus, in een rede die hij 20 oktober, op de 96-ste verjaardag van de VU, hield. Wat prof. De Ruiter bij die gelegenheid zei, staat hieronder in samenvatting weergegeven. In de loop van deze toespraak werd een artikel ter sprake gebracht dat

prof. mr. H. Bianchi, criminoloog aan de VU, in 1974 had geschreven in het ,,Zeitschrift für Evangelische Ethik". Ook daarvan een samenvatting. VU-magazine greep bovendien de gelegenheid aan, beide hoogleraren uit te nodigen voor de discussie die tijdens de plechtigheid van 20 oktober niet mogelijk was. In zijn artikel bepleit prof Bianchi, dat het huidige strafrecht uit de publiekrechtelijke (het publiekrecht regelt de verhoudingen tussen de burgers en de overheid) sfeer moet worden gehaald. Er zal zijns inziens

moeten worden gezocht naar een privaatrechtelijke vorm (het privaatrecht regelt de betrekkingen tussen de burgers onderling). Het bijbelse Tsedeka-model is hem een lichtend voorbeeld. Prof De Ruiter vraagt zich af of een stelsel uit een totaal andere cultuur geldig mag worden verklaard voor de onze. Bovendien ziet hij niet in, hoe in een privaatrechtelijke structuur de zware criminaliteit kan worden bestreden. De discussie tussen beide hoogleraren begint oppag. 35.

Prof • mr. J. de Ruiter: Prof. mr. H. Bianchi:

Recht moet betrokken zijn op welzijn van de mensen

Verzoening is in huidig strafrecht niet mogelijk

Wie spreekt over vragen van recht en gerechtigheid, loopt risico's: hij staat aan de verleiding bloot met grote woorden als Gerechtigheid, Rechtvaardigheid, Oordeel, Verzoening, Vrede een schoon maar helaas bovenaards ideaal te schilderen en daarbij de dagelijkse praktijk van wetgeving en rechtspraak te laten voor wat hij is. Hij kan ook de nadruk leggen op de betrekkelijkheid van alle recht en de onmacht van wetgever of rechter. De toehoorder blijft dan zitten met het benauwende besef dat overal onrecht en ellende is aan te wijzen, maar dat daartegen nauwelijks iets wordt ondernomen. Hij zal van zijn kant vragen: „ Waarom wordt het recht niet eenvoudigweg gehandhaafd of anders beter rech t gemaakt?"

De strafrechtspleging behoort, evenals bij voorbeeld het oorlogsrecht en de militaire organisatie, tot de instellingen in onze cultuur waaraan het meest wordt getwijfeld, maar die tegelijk het minst worden bedreigd. De vergelijking tussen strafrecht en oorlogsrecht is daarom zo frappant, omdat in beide gevallen een bestrijdingsmiddel wordt gehanteerd bij het oplossen van conflicten (in het eerste geval conflicten tussen individuen en de samenleving; in het tweede geval tussen twee samenlevingsvormen).

In feite ligt in de twee gezichtspunten de eeuwenoude tegenstelling opgesloten tussen natuurrechtelijk denken en positivistisch denken. Het gaat, dan kort gezegd, om het dilemma tussen bovenwillekeurige vastheid, natuurlijke waar-

In onze cultuur worden „vijand" en „delinquent" als identieke zaken beschouwd. Het gaat er om ze te bestrijden, de samenleving tegen hen te beschermen en ze zo mogelijk onschadelijk te maken. Eeuwenlang is er scherpe kritiek tegen dit bestrijdingsmodel geuit (met name op de doelmatigheid van instellingen als het strafrecht en de krijgsmacht) maar niettemin gaat men met bestrijden door, als of er in het geheel geen twijfel bestond. Waarschijnlijk moet dit worden toegeschreven aan het feit

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 471

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's