GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 122

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 122

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uü magUTJine 32 krijgen van grote rampen of sluipende degradatieprocessen, — zelfs daar waar in theorie nog voldoende ruimte is om een belangrijk vergrote bevolking op te nemen. De ecologen in de derde wereld die voor de wanhopig zware taak staan te strijden tegen de hand over hand toenemende ecologische aftakeling, teweeggebracht door machtige autochtone en allochtone commerciële korte termijn belangen, simplistische — echte of would be — technocraten en het gebrek aan inzicht bij hun politici, zullen de uitlatingen van Linnemann ongetwijfeld voelen als een dolksteek in de rug. Een dolksteek die des te verradelijker aankomt omdat hij de indruk wekt uit te gaan van de Club van Rome. „Zie je wel", „het is helemaal zo erg niet", „'t zijn milieufanaten", „elitaire hobbyisten" en „ongeluksprofeten", dat zijn de triomfantelijke kreten, waarmede hun tegenstanders —

waaraan waarlijk géén gebrek! - de uitlatingen van Linnemann c.s. zullen begroeten. En is een betere methode denkbaar om tegensputterende milieurakkers de mond te snoeren dan een parafrase op Shakespeare: .,Prof. Linnemann is an honourable scientist, so they are all. honourable scientists"'.' Dr. ir, P. C. Henrique? Noten 1) Mathijs de Vreede ..De permanente ramp" (1975) 2)Albert Stol ..Schijn en werkelijkheid in de Sahei" (197.5) 3)R. J. A. Goodland & H. S. Irwin ..Amazone jungle. Green heH to red desert" 4) Erik Eckholm,, Losing Ground" (1976) S)Lester Brown & Erik Eckholm ,.By bread alone" (1974) 6)D. T. Owen ..Man's environmental predicament" (197,1) i.h.b. Chapter 11 ..The ecology of development".

Wie is onze naaste in het milieu? Naar aanleiding van de discussie die in september '76 in VU-magazine begon met bijdragen van de VU-hoogleraren Voous en Linneman, deze maand het volgende ingezonden stuli: In de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan werd er door een wetgeleerde gevraagd wie dan wel de naaste was uit het gebod ,,hebt Uw naaste liefgelijk Uzelve". Uit de gelijkenis bleek dat de naaste ook iemand buiten de eigen kring kon zijn in casu iemand van een volk waarmee de Joden de omgang meden. In de loop van de geschiedenis werd geleidelijk aan het begrip ,,naaste" een ruimere inhoud gegeven en werd de kring van ,,medemensen" waarvoor wij medemenselijkheid betrachten, ruimer. Bij het zich bewust worden van de onverbrekelijke samenhang tussen het eigen voortbestaan en dat van zijn leefomgeving is de mensheid het milieu allereerst gaan beschermen op grond van overwegingen van overleging en verbetering van eigen leefmogelijkheden. De mens werd bedreigd door het effect van zijn eigen daden en trachtte vervolgens uit eigen belang dat effect ongedaan te maken. Daarbij is het besef gegroeid van de ecologische samenhang en afhankelijkheid waarbij het milieu in een bepaalde regio van vitaal.belang kan zijn vooreen groter geheel. Dat inzicht leidde tot een groeiende tussenstatelijke samenwerking op milieugebied,

„Verre naaste" Er is echter ook een zekere verandering te bespeuren in onze opvatting ten aanzien van de identiteit van onze naaste in het leefmilieu. Een eerste uitbreiding wordt gevonden in het waken voor het belang van komende generaties. In de Verklaring van Stockholm over het menselijk leefmilieu van 1972 ') staat de natuurlijke hulpbronnen van de aarde, waaronder begrepen worden lucht, wa-

ter, land. flora en fauna en in het bijzonder representatieve voorbeelden van natuurlijke ecosystemen door zorgvuldige planning en passend beleid moeten worden beschermd in het belang van de huidige en toekomstige generaties. Van het directe eigenbelang naar hét belang van komende generaties is een altruïstisch getinte stap. Prof. De Graaf voert hier het ethische begrip ,,de verre naaste" in en zegt daarover: ,,HiJ is helemaal afhankelijk van wat de generaties van deze eeuw hem zullen nalaten, van wat deze generaties opbrengen aan ethische verbeeldingskracht, zodat zijn welzijn en niet alleen onze welvaart op korte termijn onze beslissingen en gedragspatronen bepaalt"2) Met het oog op de komende generaties wordt het milieu beschouwd als het gemeenschappelijk erfgoed der mensheid dat zo ongeschonden mogelijk moet worden doorgegeven, ledere staat dient dan ook zijn milieu te beschcrmtn „als een goed huisvader" in het belang van de internationale gemeenschap en van de komende generaties, aldus een recente resolutie van de Europese Milieuraad. ') Volgens het Europese Milieubureau moet deze generatie optreden als ,,trustee" voor volgende generaties. 4)

„Mede-schepselijk" Een volgende ontwikkeling dient zich aan wanneer de mens niet slechts de belangen van zijn soortgenoten gaat beschermen maar zich tevens inzet voor de belangen van zijn medeschepselen. De overgang van mede-menselijkheid naar medeschepselijkheid 5) is een bijna logische voortzetting van de bescherming van de menselijke,, underdog". Deze gedachtengang wordt uitvoerig behcht in het boek van de Amerikaanse filosoof Singer ,,Animal Liberation" dat de Nederlandse titel kreeg ,,Pro Mens, Pro Dier". 6) (Zieookpag. 29). Singer stelt daarin dat aan de „bevrijding" van de negefs en van de vrouwen eenzelfde beginsel ten grondslag ligt als aan de bevrij-

dingvan de dieren, namelijk het gelijkheidsbeginsel. Dit beginsel eist geen volstrekt gelijke behandeling maar wel gelijke consideratie. De duidelijke verschillen kunnen leiden tot verschillende rechten maar discriminatie dient te worden vermeden. In dai verband introduceert Singer naast racisme en seksisme het begrip ,,speciesisme" duidend op de vooringenomenheid voor de belangen van de leden van de eigen soort en tegen die van de leden van andere soorten. De kloof tussen mens en dier in de westerse samenlevingwas zo groot geworden dat Franciscus van Assisi al spreekt over ,,het herstellen van de vrede tussen de mens en alle schepselen". 7) Identificatie met de ander bevordert de mogelijkheid tot affectie 8) In dat verband zijn de uitkomsten van recent wetenschappelijk onderzoek van belang waarbij enerzijds blijkt dat dieren bepaalde vaardigheden bezitten die tot voor kort slechts aan de mens worden toegeschreven en dat anderzijds de mens in zijn gedragspatroon sterke overeenkomsten vertoont met dierlijke gedragingen. Een ontwikkeling die zou kunnen leiden tot Qtn,,fuller partnership with man". 9) Uit oosterse levensbeschouwingen kennen wij het begrip ,,ahimsa" waarmee onder meer de plicht tot respect voor alle leefvormen wordt aangeduid. Het juridisch complement kan worden gevonden in het uitgangspTmt-van een eigen bestaansrecht van het dier zoals dat door Westermann is geformuleerd: ,,Planten en dieren en hun milieu hebben recht op een eigen bestaan, een bestaan dat, helemaal los van de mens, absoluut zinvol is". 10) Vanaf deze ethische basis is de sprong mogelijk naar een veel intensievere leefmilieu- en dierenbescherming waarbij de mens als curator zou kunnen optreden voor de belangen van zijn niet-menselijke medeschepselen. II), Mr. P. van H eijnsbergen Hoofdmedewerker Volkenrecht Universiteit van Amsterdam.

Noten l)A/CONF.48/14/Rev.l 2) J. de Graaf, Overleven als norm of normen voor het overleven? in: Leve de aarde, Serie ter Sprake, no. 13, p. 21 3)Res. 18 Oct. 1975 van de Conseil Europeen du Droit de l'Environnement „Principes juridiques applicables a la conservation des espèces migratrices." 4) „Some elements of a new approach to Europe's economic growth", European Environmental Bureau, 1975. p.-l 5)H. Bouma, Adan waar ben je? Mens contra natuur, 1975, p. 23 6) Anthosboek, Uitg. In den Toren, Baarn 7) D. Mereschkowski, Franz von Assisi, 1938, p. 197 8)I.EiblEihesfeldt,LiefdeenHaat,1971,p.l08 9)L. A. Teclaff en A. E. Utton, International Environmental Law, 1974, p. 259 10) J. H. Westermann, 15 Jaar Wereldnatuurfonds, gedachten over natuurbescherming, 1976, p. 14 11) P. van Heijnsbergen, Ethische achtergronden van het internationale milieurecht. Tijdschrift voor Milieu en Recht,Okt. 1976, p. 193 en G. Stutzin, Should we recognize nature's claim to legal rights? Environmental Polio and Law, Sept. 1976, p. 129 "

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 122

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's