GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1978 - pagina 450

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1978 - pagina 450

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magadne 8 plichting hospitia te stichten en te onderhouden op zich namen. Heel sterk heeft dit historisch Calvinisme en daarmee, zoals gezegd, het laat-19e-eeuwse triumfalisme bij Fabius gesproken, die in 1896 in Leiden een geschrift ,,Gereformeerde Beginselen" het licht deed zien. Toen hij op de jaarvergadering van 1897 over deze dingen sprak, vond hij, gelet op de ,,hartelijke toejuichingen" een dankbaar gehoor. Wie het hoofd over zijn beschrijving van het Calvinisme zou willen schudden - en daar is zeker reden voor - mag niet vergeten dat hij veel kleine luiden, als nachtschool veracht en sociaal geminacht, weer hoop en moed heeft gegeven. En evenals later een Churchill de democratische wereld uitzicht op een betere toekomst opent, heeft Fabius de jaarvergadering van 1897 voorgehouden: Een martelaarsgeest moet worden bevorderd. Dat wij het beginsel niet verzaken, al moeten wij daarvoor veel derven . . . Wij hebben het Calvinisme lief, dat eenmaal heroën heeft voortgebracht, die, waarmee ook gedreigd werd, nochtans onverzettelijk bleven . . . Met minder dan een heldengeest kan het geslacht, dat komt, niet toe. Onze zonen en onze dochteren moeten uit de granietrots van het Calvinisme zijn gehouwen. Gezwollen taal, accoord. Maar men moet ook letten op de geest die daaruit spreekt.

deel (zij het zeker niet uitsluitend) door mensen zonder aanzien en geld, althans in de beginperiode. Niemand mag ons beletten van die taal en dat enthousiasme het onze te denken. Maar ook mag niemand ons kwalijk nemen wanneer een zekere nostalgie ons besluipt: missen wij dat enthousiasme, die offervaardigheid en die trouw niet al te zeer? En is onze taal niet wat grauw en onpersoonlijk vergeleken bij die van de virtuoos Kuyper, als hij ,,het klavier van het volksgeweten" bespeelde? In de praktijk heeft de zekerheid, de exactheid die art. 2 kan suggereren, ontbroken. Prof. J. Woltjer, die veel losser van de koppeling van de gereformeerde beginselen aan het historisch Calvinisme gepoogd heeft die beginselen wat meer te concretiseren, komt toch niet verder dan een tasten, ondanks - of misschien juist dóór? het feit dat hij zonder veel fanfares in 1896 een ernstige poging heeft gewaagd. Als hij betoogd heeft: De Gereformeerde beginselen zijn niet alleen ruim van omvang, maar zij gaan ook diep is men geneigd tegen te werpen: is gereformeerd in het gewone spraakgebruik, ook toen, wezenlijk zo ruim?

zal ze voor u op te sommen in deze ure, zelfs wanneer ik het kon; en wanneer het voorgaande niet al te onduidelijk is geweest, zult gij beseffen, dat hier van eene opsomming zelfs in het geheel geen sprake kan zijn. Zulk eene opsomming zou doen denken aan enkele bepaalde naast elkander bestaande regels en grondstellingen; en al wil ik nu niet ontkennen dat ook zulke regels kunnen worden genoemd, toch ligt het in den aard der zaak, dien ik u trachtte bloot te leggen, dat van deze beginselen slechts in verband en samenhang met onderscheiding van het dieper en het meer aan de oppervlakte liggende, van het afgeleide en het fundamentele sprake kan zijn. Gaan we bij het naspeuren uit van de bijbel, zo ongeveer betoogt hij verder, dan moet bedacht worden dat de bijbel die beginselen niet altijd als zodanig kenbaar maakt. Dat veroorzaakt ook bij Christenen verschil van mening over die beginselen. Nu geeft God aan Calvijn het scherpst en helderst inzicht in de waarheid, de zuiverste kennis der beginselen . . . geschonken. Maar vooral in de andere dan de theologische wetenschappen, zo erkent Woltjer, moeten die beginselen nog

Geestesgesteldheid Eén van de winstpunten van de moderne beoefening van de geschiedwetenschap, die zich van Frankrijk uit verbreid heeft, is de stelling dat men vroeger in die wetenschap teveel is blijven stilstaan bij de reconstructie van de b\ote feiten (histoire des événements). Uiteraard zijn deze voor het historisch gebeuren van belang, maar daarnaast moet vooral aandacht gegeven worden aan de geestesgesteldheid die het menselijk doen en laten beïnvloedde (histoire des mentalités). Welnu, als Fabius, Kuyper en anderen met vaak wat opgeschroefde redevoeringen een voor ons vreemd enthousiame hebben verwekt, dient men te bedenken dat het dié geestesgesteldheid is geweest, dié mentaliteit, die het de Vereniging heeft mogelijk gemaakt een universiteit te stichten en tientallen jaren te onderhouden zonder steun van de overheid en dat de miljoenen daarvoor - en dat is geen gewollen gelegenheidstaal, maar nuchtere tellingbijeengebracht zijn voor een groot

Boven en rechts: Lustrum Studentencorps 1930. Vanaf het balkon van het concertgebouw slaat de ,,voorban" o.w. Coiijn, een fakkeloptocht gade van studenten en achterban.

Maar als hij dan letterlijk vraagt En wat zijn nu onze gereformeerde beginselen? is de nazaat bereid zijn tegenwerpingen in te slikken om op die vraag dan eindelijk eens een duidelijk antwoord te krijgen. - Helaas, ook als hij die vraag later in zijn betoog nog eens herhaalt is het antwoord: 7 Spreekt vanzelf dat ik niet trachten

worden ontdekt. Met alle waardering voor deze eerlijke en soms goed doordachte redenering kan men na het lezen niet zeggen dat men weet wat die gereformeerde beginselen zijn. Woltjer bouwde in dit betoog voort op vroegere studie op die beginselkwestie. Twee jaar vóór hij bovenstaande

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1978 - pagina 450

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1978

VU-Magazine | 484 Pagina's