VU Magazine 1979 - pagina 34

] ^ magazine 32

Voorkeur voor milieu-vriendelijke toekomstbeeld

is het milieuvriendelijke toekomstbeeld. Het tweede toekomstbeeld gaat uit van het verlangen van veel mensen om prettig in een eengezinshuis met tuin buiten de stad te wonen. Hoe stel je je een wereld voor. waarin deze wens ook voor de lagere milieu's op grote schaal vervuld is? Dit wordt aangeduid in het woonwensentoekomstheeld. Het derde toekomstbeeld is gebaseerd op een sterke ontwikkeling van handel en industrie in de grote steden, waarvan de centra leefbaar moeten zijn en bruisen van dynamiek. Hoe zal de wereld een dergelijke ontwikkeling ondergaan? Een poging tot vermoeden wordt gedaan in het verstedelijkingstoekomstheeld. We hebben nu aan mensen de vraag gesteld of ze een toekomstbeeld positief of negatief beoordeelden en welk van de drie ze het beste vonden. Uit de antwoorden - zie tabel 3 - blijkt dat de sterkste voorkeur uitgaat naar het milieuvriendelijke toekomstbeeld. Het verstedelijkingstoekomstbeeld komt er duidelijk het slechtste van af. Dit is toch wel een merkwaardige zaak. Bij de bespreking van de politieke waarden zagen we dat welvaart de belangrijkste waarde was. Terwijl het toekomstbeeld waarin deze waarde het best gerealiseerd wordt er als slechtste afkomt. Gelijkheid stond in de vorige paragraaf niet erg hoog aangeschreven, maar het woonwensen toekomstbeeld dat geTabel 3. Houdingen tegenover ndmtelqke ordenings-toekomstbeelden. positief: het beste: 1. Het milieuvriendelijkst toekomstbeeld 2. Het woonwensen toekomstbeeld 3. Het verstedelijkings toekomstbeeld

86% 58% 81%

34%

60%

9% 100%

lijkheid probeert te konkretiseren wordt vrij positief beoordeeld. Ook de mate waarin Nederlanders het met elkaar eens zijn vermindert als men konkreter vragen stelt. Voor milieu is 97%, voor het milieuvriendelijke toekomstbeeld 86%. Voor gelijkheid is 89%, voor het gelijkheidbevorderende toekomstbeeld 81%. Voor welvaart is 99%, voor het welvaart bevorderende toekomstbeeld 60%. Uit zulke gegevens blijkt wel, dat we erg voorzichtig moeten zijn met het trekken van konklusies over wat Nederlanders nu werkelijk belangrijk vinden voor de toekomst van onze samenleving. Zodra de vragen konkreter worden veranderen de antwoorden. Hierop komen we aan het slot nog terug, maar eerst willen we iets zeggen over voorkeuren voor de rollen van man en vrouw in onze maatschappij. 6. Hoe moet er konkreet aan emancipatie gewerkt worden? Ook op het gebied van de man-vrouw verhoudingen zijn drie toekomstbeelden geschreven. Deze toekomstbeelden schetsen drie verschillende maatschappijen, waar de emancipatie van de vrouw op drie manieren konkreet gemaakt is.' Het eerste toekomstbeeld gaat over een wereld, waarin de vrouw volledig recht heeft op een halve baan, maar haar eerste taak toch in het gezin ziet. De man blijft kostwinner. Het tweede toekomstbeeld duidt een maatschappij aan, waarin zowel man als vrouw op halve kracht werken. Beiden zorgen in gelijke mate voor inkomen, maatschappelijke status èn de verzorging van huis en gezin. Het derde toekomstbeeld tenslotte beschrijft een wereld, waarin man en vrouw het beiden ,,op het werk gooien". Zij werken allebei hele dagen. Kinderen worden buitenshuis door anderen opgevoed. Over deze toekomstbeelden hebben we dezelfde vragen gesteld als hiervoor. Uit de antwoorden (zie tabel 4) blijkt een duidelijke voorkeur voor een

Tabel 4. Houdingen tegenover emancipatie-toekomstbeelden. Een pos. Het oordeel beste. geeft: zegt: 1. Vrouw halve baan 63% 67% 2. Man en vrouw een halve baan 43% 30% 3. Man en vrouw 9% een hele baan 3% 100%

maatschappij waarin de verdeling van taken zo is, dat de man de kostwinner blijft. De vrouw heeft ook het recht op een baan. Maar het is duidelijk dat de meeste Nederlanders geen maatschappij willen, waar de kinderen mede door anderen dan de ouders worden opgevoed. 7. Steun en verzet voor toekomstbeeld We hebben voor de respondenten de toekomstbeelden in aspekten uiteengelegd en bij ieder aspekt de vraag gesteld: zoudt u dit aspekt van dit toekomstbeeld steunen of zoudt u zich ertegen verzetten. Daarna is gekeken of de aspekten, die-volgens zeggen tot steun en verzet zouden leiden bij een groot deel van de bevolking uit dezelfde toekomstbeelden kwamen. Het bleek dat de zaken die men zou steunen uit geheel verschillende toekomstbeelden kwamen. Meer dan de helft zou het leefbaar maken van stadswijken steunen (uit het verstedelijkingstoekomstbeeld). Velen zouden het behoud van natuurgebieden (uit het milieuvriendelijke toekomstbeeld) en de spreiding van werkgelegenheid over het gehele land (uit het woonwensentoekomstbeeld) steunen. In sterke mate zou men zich verzetten tegen de aanslagen op het natuurlijk milieu, die samengaan met het verstedelijks- en het woonwensen-toekomstbeeld. Deze gegevens maken duidelijk dat men liefst belangrijke elementen uit alle drie toekomstbeelden verwezen-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen