GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 261

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 261

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uu nm^adne 39 pentateuch of de hexateuch - d.i. de pentateuch met het boek Jozua - zouden zijn opgebouwd. Deze bronnensplitsing heeft het werk van Kuenen, Wellhausen en andere geleerden van de vorige eeuw vaak in discrediet gebracht bij niet alleen maar geleerden van orthodoxe principes. Maar ondanks dit kan niet ontkend worden dat tot op heden het basiswerk van deze geleerden bruikbaar is gebleken in de oudtestamentische wetenschap, al zal er misschien nu geen geleerde meer zijn die de hypothese ongewijzigd aanvaardt. Maar die geleerden bedoelden ook niet een afgerond systeem te geven, slechts een aanzet tot een verantwoorde wetenschappelijk literaire analyse van de bijbelboeken. Op nog andere wijze heeft een andere grote geleerde, Hermann Gunkel. de

Hermann Gunkel (1862-1932), van grote betekenis voor nieuwe wegen in het onderzoek van de literatuur van het Oude Testament.

bestudering van de literaire genres der bijbelboeken gestimuleerd. Hij ging er bijv. van uit dat Genesis niet zozeer een samenstelling van allerlei documenten is aJs wel een collectie legenden en sagen, oorspronkelijk mondeling overgeleverd. Reeds in het mondelinge stadium waren vele van deze legenden tot collecties uitgegroeid. Volgens hem waren ,,bronnen" eerder redactioneel dan creatief werk, die uit bepaalde ,.scholen" stamden. De moderne onderzoeker heeft als taak iedere afzonderlijke eenheid in de collectie op zichzelf te onderzoeken volgens de zg. ,.vormkritische" methode.

Geen been om op te staan Het zal inmiddels duidelijk zijn dat, wat ik een paar regels trachtte te vertellen, diepgaande studie vereist. Misschien vraagt men: Maar wat waren -

en zijn-de bezwaren, ook aan de VU, die tegen zulk zuiver wetenschappelijk onderzoek konden worden ingebracht? Het beste kan ik dit formuleren met de woorden uit een artikel, getiteld ..Bronnenscheiding" in de onlangs herdrukte Bijhelse Encyclopedie: ..Maar het grote bezwaar tegen de bronnenscheiding als wijze van ontstaan der boeken van het OT is wel. dat de geloofwaardigheid van deze boeken en daarmee de Goddelijke inspiratie practisch ontekend worden". Hoe sterk dit argument ook lijkt, het heeft bij nadere beschouwing geen been om op te staan. Want wat kan men onder ,,geloofwaardigheid van de bijbelboeken" en onder ..goddelijke inspiratie" anders verstaan dan dat wat we in het begin van ons artikel aanhaalden als ..het getuigenis van de Heilige Geest in onze harten " dat deze boeken - ondanks de volkomen menselijke wijze van spreken ,.van God zijn". Dit geloof ontsnapt niet alleen aan iedere vorm van wetenschappelijke registratie, maar kan ook zuiver wetenschappelijk onderzoek nooit in de weg staan. Dat ook de schrijver van het zojuist aangehaalde artikel dit zo gevoeld heeft en daardoor zijn als hoofdbezwaar tegen de bronnenscheiding aangevoerde argument meteen zelf ontzenuwt, bewijzen zijn daarop volgende woorden: .,Het ontstaan der bijbelboeken van het OT en NT is op een zeer menselijke wijze geschied. . .", terwijl hij even later nog vervolgt: ,,. . . met erkentelijkheid (magj worden geconstateerd, dat de studies van de aanhangers van de bronnenscheiding belangrijke bijdragen hebben geleverd voor het verstaan van de eigen geaardheid van de Schrift in haar verschillende onderdelen. Ook hebben zij terecht aandacht gevraagd voor het feit, dat de bijbelschrijvers hun stof veelal aan meer dan een bron hebben ontleend". Hoe zou men het beter kunnen zeggen, hoe ook beter kunnen honoreren dat ook aan de VU vandaag ü«/? en met het OT en het NT als een verzameling boeken in menselijke taal en in menselijk schrift wordt gewerkt?

Alles? Is dit nu alles? Voor de wetenschappelijke menselijke benadering misschien wel. Er blijft echter - en dat zullen de meeste docenten aan de VU met velen, die de Vereniging steunen gemeen hebben - de ^eloofserkenning over dat het OT een ..mid-

den" heeft, waarover de Heilige Geest, die ook de Kerk het OT als canon voor geloof en leven bezorgd heeft, getuigenis geeft. De vraag naar dit ..midden" is in de huidige theologische bezinning op het OT actueel. Wat is nl. het middelpunt van dit hybridische boek dat we .,Oude Testament" noemen? Waarin komen alle divergerende opvattingen die er in het OT zijn tenslotte samen? Verschillende antwoorden worden op deze vragen gegeven. De één zegt: Verbond, een ander: Verkiezing, een derde; Gemeenschap, een vierde: Rijk Gods. En zo kunnen we doorgaan. Nu is het moeilijk om programmatisch het OT vanuit een middelpunt in een bepaald systeem te wringen. Dit is ook niet in de eerste plaats mijn werk als wetenschappelijk onderzoeker die zich voornamelijk bezig houdt met de taal- en de letterkunde van het OT. Maar het kan anderzijds ook niet allemaal buiten het geloofsleven omgaan. En neemt men van tijd tot tijd afstand van het zuiver-wetenschappelijk werk aan het OT dan ziet men als dynamisch, alles omvattend middelpunt practisch in ieder verhaal en zeker in ieder bijbelboek die God naar zich toekomen, die de Joden met de onuitsprekelijke Naam aangeduid hebben: JHWH, HERE. Deze God is het dynamische en verenigde centrum. Hij spreekt tot zijn volk, Hij spreekt tot ons. Hij is niet door ons te grijpen, maar de ons grijpende. Op het geloofsvlak belijden vandaag nog mensen met de (oude) synagoge en met de (oude) kerk: In de zeer menselijke volgens de methode der wetenschap te analyseren - boeken van het OT horen we, door het getuigenis van de Heilige Geest in onze harten, dat ze nochtans van een barmhartige God zijn. In zulk geloof is èn blijft het mogelijk, heel concreet en tegelijk heel ontspannen, juist aan de VU eerlijke wetenschap te bedrijven èn elkaar op het wezen van grondslag en doelstelling van onze universiteit aan te spreken.

Verder lezen. . . Ten slotte nog dit: vaak vraagt men naar goede, begrijpelijke en verantwoorde literatuur over dit onderwerp. Graag wil ik wijzen op de bijzonder goede boeken van Dr. C. J. Labuschagne. Wat zegt de Bijbel in Gods Naam, Boekencentrum "s-Gravenhage 1977 en Gods oude Plakboek. Visie op het Oude Testament, idem 1978. Vooral het laatstgenoemde deel is evenwichtig informatief.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 261

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's