GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 400

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 400

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verliest Westen van Russen op onderwijsgebied? „Evenzeer als er een bewapeningswedloop bestaat tussen Oost en West, is dit ook sinds vele jaren het geval op het terein van het onderwijs", luidde een van de aandachttrekkende zinnen uit de inaugurele rede waarme dr. J. F. Vos op 18 september z'n hoogleraarschap in de Onderwijskunde (Faculteit Sociale Wetenschappen) aan de VU aanvaardde. Z'n rede stichtte verwarring in de met Van Kemenade's terugkeer op het departement van onderwijs weer actueel geworden discussie over de Middenschool, (waarbij conservatief geacht wordt tegen te zijn en progressief voor). Middenschool? Wat voor Middenschool? is de vraag die prof. Vos in de discussie wierp. Gaan we het doen zoals de Amerikanen of de Russen?

Het wordt alras uit de rede duidelijl< dat prof. Vos het de moeite waard vindt om alvorens Van Kemenade's model in Nederland in te voeren eerst even na te gaan of we van de Sovjet-Unie niet iets kunnen opsteken. De resultaten van het Russische dysteem moeten zodanig zijn dat reeds waarschuwende geluiden werden vernomen, waarin de ontwikkelingen op onderwijsgebied in Rusland reeds „een regelrechte bedreiging van de nationale veiligheid van de Verenigde Staten" werden genoemd. In concurrentie om middelen met de wapenfabrikant en de soldaat grijpt de Amerikaanse schoolmeester blijkbaar naar dit soort argumenten. Zowel de VS als Rusland kennen de Middenschool, maar er is inhoudelijk 'n belangrijk verschil. In het Amerikaanse stelsel staat de individuele ontplooiingsmogelijkheid van de leerling voorop. Er is een grote vrijheid in vakkenkeuze. Bij de Russen evenwel staat de vraag voorop hoe zoveel mogelijk leerlingen tot een eindresultaat te brengen. Gelijke start dus, maar als 't even kan óók 'n gelijke finish aan het eind van de tienjarige school. Het resultaat in de Sovjet-Unie blijkt te zijn dat 90 % van de leerlingen het eindniveau van de Middenschool bereikt, een niveau dat ongeveer vergelijkbaar is met MAVO/HAVO. Anders gezegd: de gemiddelde Rus wordt knapper dan de gemiddelde Amerikaan als dat zo doorgaat.

Prof. J. F. Vös (71 jaar) studeerde in Groningen pedagogiei(, psychiologie en filosofie en Ruslandkunde aan de UvA. in 1976 promoveerde hij in Groningen op 't studie getiteld „Onderwijswetenschapen IMarxisme. De methodenstrijd in de sovjet-wetenschap", waarin gepoogd wordt — via een analyse van de wording van de interdisciplinaire sovjetwetenschap (inclusief haar grondslagen) — een bijdrage te leveren zowel aan de discussie in de sociale wetenschappen als aan de concrete onderwijsvernieuwing in Nederland. Voor z'n benoeming aan de VU oktober 1979 was prof. Vos wetenschappelijk hoofdmedewerker in Groningen.

In z'n rede verwees prof. Vos naar een in 1971 gepubliceerd onderzoek van de Oostduitser Kienitz, die onderwijsstelsels in Oost en West vergeleek. „Op meeslepende wijze maakt Kienitz duidelijk hoezeer — in naam van een progressieve, op emancipatie van het kind gerichte pedagogiek — de ongelijkheid van kansen in het onderwijs opnieuw — en op moeilijk te herkennen wijze — werd bestendigd. Met name voor de Amerikaanse Mid-

Negentig procent van Russische leerlingen haalt „MAVO/HAVO"

denschool is kenmerkend dat het aanbod van een rijke verscheidenheid van vakgebieden gekoppeld wordt aan een sterke nadruk op de zelfontplooiing (self development) van de leerling. Emancipatie door individuele zelfontplooiing. In een dergelijke opzet wordt aan gemeenschappelijke afsluitingen weinig belang toegekend: deze worden zelfs strijdig geacht met de gedachte der zelfontplooiing. De verdienste van de studie van Kienitz was dat hij helder liet zien hoezeer in de alledaagse onderwijspraktijk een dergelijke interpretatie van het emancipatiebegrip — die we ook als „volgend onderwijs" zouden kunnen omschrijven — het tegendeel van die bedoelde zelfontplooiing bewerkstelligde. Leerlingen uit kansarme milieu's bleken vooral die pakketten te kiezen waardoor hun achterstand, onder de paraplu van een quasi-progressieve pedagogiek, opnieuw werd gestabiliseerd. De betekenis van de studie van Kienitz was dat hij duidelijk wist te maken hoezeer de nadruk op emancipatie door individuele zelfontplooiing, de nadruk op een kind volgelM onderwijs t.a.v. de gelijkheid van kansen een negatieve uitwerking had." Welk model Middenschool koos indertijd de,,Contourennota?" Prof. Vos concludeert ,,dat de keus uitviel ten gunste van dat model dat door Kienitz c.s. juist scherp was gecritiseerd." ,,ln een dergelijke Middenschool tref-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 400

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's