GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 329

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 329

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Instituut voor Psychologisch Marktonderzoek werd ingeschakeld om een kwalitatief konsumentenonderzoek te verrichten. Daaruit bleek dat mensen zowel met een produktgroepenaanpak uit de voeten konden als met een maaltijdenaanpak. '• De onderzochten werden geïnterviewd en vanuit een aangrenzende kamer door mensen van het Voorlichtingsbureau via een monitor gevolgd. Naast de interviews was er ook een opdracht: de onderzochten mochten naar eigen goeddunken kombinaties maken van allerhande uitgestalde voedingsmiddelen. Niet alleen leerzaam, maar ook leuk, vond mevrouw Rijneveld. Zo was er een mevrouw die aardappelen neerzette en daar een fles karnemelk aan toevoegde. De interviewster wist daarmee niet dadelijk raad. in de hoorbare stilte die daarop volgde, kwam uiteindelijk het antwoord: ,,Ja, dat doen wij thuis altijd omdat dat zo lekker is. Dat moet u ook maar eens proberen: aardappelen prakken met karnemelk!" Een andere dame zette een krop sla neer, daarbij een fles slaolie, een fles azijn en zout met peper. Dat was voor haar weer een denkpatroon. Anderen dachten in produktgroepen of in maaltijden, maar de meesten toch in groepen. ,,Daarom hebben we van beide denkpatronen iets meegenomen in onze Maaltijdschijf", vertelt mevrouw Rijneveld. De ,.nieuwe boodschap" van het Voorlichtingsbureau behelst meer plantaardig voedsel en matig met vet. waarbij vooral gedacht wordt aan verzadigde vetten in dierlijke eiwitprodukten en in de bereiding. Eet alles wat je wilt, maar gevarieerd en met mate, daar komt het op neer. Die nieuwe boodschap wordt niet door iedereen in dank afgenomen: verscheidene produktschappen hebben moeite met deze visie, waar hij hun belangen schaadt.

Alternatief Is ,,minder vlees" een nieuw onderdeel van de boodschap? En is dat een gevolg van de opkomst van vegetansme en andere alternatieve voedselstelsels? Mevrouw Rijneveld: ,,Wij zijn niet uitgegaan van bestaande voedselpatronen of alternatieven daarvan. Wél kun je die laatste heel goed terugvinden in de Maaltijdschijf. Er worden echter op het ogenblik nog veel eiwitrijke produkten van dierlijke oorsprong gebruikt. Vlees, kaas en melk hebben een zeer positief, wat overtrokken imago. Deze produkten zijn vaak dragers van verzadigde vetten, of worden ermee bereid. Maar wat de hoeveelheid vlees betreft is in onze boodschap niets veranderd. In onze voedingsadviezen hebben we het vleesverbruik altijd al gesteld op 75 tot 100 gram per dag, hetgeen veel minder is dan de meeste mensen gewend zijn." Dat vele vlees is helemaal niet noodzakelijk voor je gezondheid, blijkt dus. Als de Polen dat wisten, hadden ze niet in grote scharen de straat hoeven op te gaan, denken we erbij.

Alleen de konsument Moet de konsument zelf maar zijn eigen gezondheidsboontjes doppen? En via een moeizame weg

298

van voorlichting en mentaliteitsverandering tot bewust gezond leven worden gebracht? Waarom probeert het Voorlichtingsbureau niet meer vat te krijgen op de produktie, bij voorbeeld door het maken van afspraken met het bedrijfsleven over de aard en de samenstelling van produkten? ,,Wij kunnen alteen de konsument bereiken", zegt mevrouw Rijneveld, ,,maar dat wil niet zeggen dat we hier en daar geen wenken laten vallen." Zo wordt samengewerkt met de afdeling Voedsel- en Kwaiiteitsaangelegenheden (VKA) van het ministerie van Landbouw en Visserij. Het Voorlichtingsbureau ziet hierin een unieke kans om het bedrijfsleven verantwoorde normen voor produktsamenstelling te bieden. ,,lk noem een voorbeeld: vette worst. Vrijwel iedere Nederlander houdt van worst, dat,,hóórt" bij z'n voedingspakket. Als we met z'n allen kunnen bereiken dat de worst minder vet bereid gaat worden dan heb je een voorwaarde geschapen voor beter eetgedrag." Toch heeft het bureau wel rechtstreekse kontakten met bedrijven maar dan betreft het meestal projekten, onder andere voor groepsvoeding, de zogenaamde ,,grootkeukenbedrijven", ziekenhuizen e.d. ,,Je kunt natuurlijk de bevolking als pressiegroep gaan ,,gebruiken", om het bedrijfsleven tot een betere produktsamenstelling aan te sporen", peinst mevrouw Rijneveld hardop. ,,Maar de moeilijkheid is dat je nooit weet op welk ogenblik. Dat vind ik er het griezelige van. Want als je dat doet terwijl de industrie er nog niet rijp voor is, dan stuur je ze op een ,,wilde missie". Dat vind ik niet eerlijk en niet behoorlijk. Je moet eerst weten of de industrie over de mogelijkheden beschikt voordat je de publieke opinie inschakelt." De suikervrije snoepjes zijn een aardig voorbeeld van een geslaagde wisselwerking tussen ,,de roep uit het publiek" en de industrie die daarop wilde inspelen. Ettelijke pogingen zijn gedaan om suiker in snoep te verminderen. Daar zijn heel wat experimenten aan voorafgegaan, meestal in overleg met tandheelkundige (sub-)fakulteiten. Een ander voorbeeld is Liga, dat nu een andere samenstelling heeft nadat geroepen werd om koeken die het gebit van zuigelingen en kleuters niet zouden aantasten. ,,Het bedrijfsleven springt heus wel in op nieuwe wensen", konkludeert mevrouw Rijneveld. Veel aandacht besteedt het Voorlichtingsbureau, in samenwerking met de Voedingsraad, een adviesorgaan van de regering, aan de reklame. Een suksesje op dat gebied was het schrappen van de vermelding ,,gezond" in tv- en radioreklame voor voedingswaren. Het ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne gaat er vanuit dat een fabrikant niet kan waarborgen dat zijn produkt goed, gezond dan wel geneeskrachtig is, zoals nogal eens voorkwam bij dieetprodukten, suikervrije, natriumarme en linolzuurrijke voeding. Ook op de verpakking mag een dergelijke aanduiding niet meer voorkomen. Jammer voor bij voorbeeld Becel, dat op de verpakking wist te melden dat nuttiging goed voor hart en bloedvaten was.

dig te zijn over de onbereikbaarheid van bepaalde groepen. Toors kent ze van de voedingsadviesgesprekken die hij met ouders en kinderen voert. ,,Tegen sommigen blijf je aanpraten als tegen een muur. Al zou je ze honderd keer vertellen dat hun voedingswijze schadelijk is, voor zowel hun gebit als hun lichaam, ze blijven er gewoon mee doorgaan. Bij sommige jonge kinderen kun je dat gewoon voorspelen. Als ik ze hier krijg, op heel jonge leeftijd, hebben ze een nog redelijk gebit, maar je weet dan al dat ze rond hun twintigste of later aan een kunstgebit moeten. Als je hen dat vertelt, halen ze hun schouders op en zeggen:,, Dat zien we dan wel weer". Mevrouw Rijneveld legden we ook deze vraag voor. ,,lk zou werkelijk niet weten hoe deze groep te bereiken dan door televisie. En dan nog weet je niet wat er met die tv-voortichting gebeurt. Langzamerhand

meer weten en waren niet al te kritisch in de keus van hun bronnen. Dat werkte negatief in de overdracht: ze werden niet meer geaksepteerd. ,,Er gebeurden rare dingen hoor. Leken die geen leek meer zijn. krijgen een bevoogdend toontje en gaan spreken vanuit een ivoren toren", aldus mevrouw Rijneveld. Alleen de tv blijft dus over. En het gebruik daarvan is geen eenvoudige zaak, zolang het Voorlichtingsbureau een blijvende aandacht van de omroepen moet ontberen. Het blijft bij een incidentele aandacht op radio en tv. Hoe had het bureau het wél gehad willen hebben"? ,,Echt niet met ingewikkelde stof zoals voedingstheorieën. We denken aan heel eenvoudige zaken: menu's, recepten en bereidingswijzen. Veel mensen blijken niet te weten hoe je eten met bij voorbeeld weinig vet toebereidt. Ik denk dat je je er b:j moet neerleggen dat voedingsvoorlichting een zuurde-

Volgens mevrouw Rijneveld van het voorlichtingsbureau wordt de mensen veelal nodeloos angsten aangepraat.

^

;

Yf- mr VdM^MH

De dood in de pot Onderdeel van voorlichting aan aankomende studenten Foto: AVO

De onbereikbaren Elke voorlichter kampt met wat in het vakjargon de .,unreachables" heet, de onbereikbaren die doof blijven voor alle voorlichting. Zowel drs. F. A. Toors, tandheelkundige aan de VU (over wie straks meer), als mevrouw Rijneveld, bekennen wel eens mismoe/U-Maqazine 10 (1981) 8 (september)

De voedingsraad stelt een onderzoek in, nu er twijneigt men in Nederland tot de konklusie dat tv een fel is gerezen aan positieve vernieuwende werking kan hebberi en niet de noodzaak van alleen maar een amuserende.,,Kijken" blijkt kenneextra linolzuur in ons voedsel lijk iets waarmee je méér doet.'' Foto: Edward de Kam In de Verenigde Staten heeft men ook andere wegen

naar de ,,unreachables" gezocht. Zo kent men daar het ,,local leadership"-ienomeen: huisvrouwen worden ingeschakeld om voorlichting te geven aan huisvrouwen, buren aan buren, jongeren aan jongeren enzovoort. Uit een eigen „sneeuwbai"-onderzoek van het Voorlichtingsbureau bleek dat voorlichtingin-natura ook zo wérkt. Want hoe komen mensen aan voedingsinformatie? Door de buurvrouw, de winkelier, de schoonmoeder. In Nederland is een dergelijke vorm van voorlichten in 1952 bewust in gang gezet door het Voorlichtingsbureau. Maar al snel rezen problemen. Problemen die ook rezen bij het recentere ,,Leeflijnprojekt" (een vermageringsprogramma vanuit een psychologische aanpak) waarbij de begeleiding vooral door leken werd gedaan. De ingeschakelde leken wilden al snel vu-Magazine 10(1981) 8 (september)

semwerking heeft: je kweekt een laag van belangstellenden die op haar beurt de omgeving beïnvloedt. En zoiets kan veel tijd vergen "

Angstaanpraterlj ,,De mens is zélf verantwoordelijk voor zijn gezondheid". Hoe denkt mevrouw Rijneveld over die kreef? ,,!k heb wel eens het idee dat mensen snel bereid zijn de verantwoordelijkheid anderen in de schoenen te schuiven. Mensen gaan in onze beschermde maatschappij al snel naar een dokter voor allerlei kleinigheden. Zelf kunnen ze die niet meer aan. Ze hebben er geen idee van hoe ze in elkaar zitten, waardoor ze ook geen vertrouwen meer hebben in hun lichaam. Dokters zouden veel meer moeten uitleggen. Dat is de manier waarop je mondige patiënten kweekt. Nu bestaan die nog amper." Binnen het Voorlichtingsbureau woeden over de te volgen lijn de nodige diskussies. Er is de laatste jaren nogal veel aan bangmakerij gedaan van allerlei kan-

299

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 329

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's