GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 61

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 61

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

en de wijze van bewerken. In Bangladesj heb je dorpsgewijze monopoliehandelaren. Een boer is dus gedwongen om zijn oogst te verkopen aan die handelaar. Die bepaalt de prijs en verkoopt door. Ook kan het gebeuren dat hij aan de boer terugverkoopt als deze later In het seizoen tekorten heeft, maar dan tegen een veel hogere prijs. De kredietfunktie is ook gemonopoliseerd door een handelaar. De kunstmesthandel waarschijnlijk idem dito. Zo zie je dat overal inkomensstroompjes worden weggezogen naar mensen met machtsposities. Dat alles valt goed te modelleren als je op basis van mikrostudies de ,,akteurs" binnen de maatschappelijke strukturen weet vast te leggen In China is dat anders. Ga je daar een model maken dan stuit je op de kommune. Daar komen alle inkomensstromen bij elkaar, de beslissingen worden kollektief genomen en door een verdeelsleutel krijgt elk lid van de kommune een bepaald deel van het inkomen. Ook dat valt keurig te modelleren. Je kunt je voorstellen dat Bangladesj naar een dergelijk systeem van gemeenschappelijk landbezit gaat toewerken. De akteurs veranderen en ook de beslissingsnivo's, Zo'n model zou men voor Bangladesj kunnen uitwerken, en aangeven hoe Bangladesj er met een dergelijk stelsel zou uitzien. Maar in het algemeen kunnen we niet zeggen wat nu beter werkt, een socialistisch systeem of een kapitalistisch systeem," De kans bestaat dat de SOW ooit zover komt. Prof, Tims hoopt daar in ieder geval wel op. Vervang je het vrijhandelsstelsel door een systeem waarin een internationale autoriteit de prijzen vastlegt door bijv, de aanleg van buffervoorraden, is dat dan een voor-of een nadeel voor ontwikkelingslanden? Ook die vraag gaat de Stichting onderzoeken. ,,Het zou best eens kunnen zijn dat er uitrolt dat een zekere mate van geleide ekonomie op de internationale markt in het voordeel werkt van ontwikkelingslanden", zegt prof. Tims, ,,Daarmee zou dan het oude argument dat vrijhandel altijd beter is dan een ander stelsel vanuit de geïndustrialiseerde landen niet meer opgaan," In dat geval krijgt de stichting dus geen politieke kleur. Prof. Tims: ,,Ja dat is waar. Ik ben daar niet bang voor." Dr. Faber is het daarmee niet helemaal eens. Volgens hem is er sprake van een stukje internationaal beleid, resulterend in afspraken zoals de cacao-overeenkomst en de afspraken over de graanbuffervoorraden. Hij betwijfelt of dergelijke afspraken sterk politiek gekleurd zijn. Prof. Tims: ,,Toch speelt die politieke gekleurdheid in de internationale diskussie een rol. Met name West-Duitsland en Japan verkondigen steeds weer dat ze tegen dit soort internationale afspraken zijn omdat zij vinden dat volledige vrijhandel het efficiëntste systeem voor de wereldhandel is. In hun visie breng je de welvaart in de wereld omlaag met dit soort afspraken. Ook Amerika heeft dat standpunt lange tijd ingenomen, maar daar heerst nu enige twijfel en je hoort daar geluiden dat het misschien niet zo'n gekke zaak is om de internationale handel wat te sturen. Dat argument voor een volledige vrijhandel is nog nooit doel-

VU-Magazine10n981)2ftebruarij

matig bestreden. Er is tot nu toe geen model geweest waarmee aangetoond kon worden dat een volledig liberaal (vrijhandels-)stelsel minder etfektief is, met name voor ontwikkelingslanden. Wij liopen met ons model een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het argument dat het vrijhandelsstelsel niet voldoet aan die eisen.' Steeds meer mensen die zich met ontwikkelingszaken bezig houden, komen tot de overtuiging dat je je niet langer op de ontwikkelingslanden zelf moet koncentreren, maar op de verdeling van de macht in de wereld die dan vooral in het westen ligt. Ze zeggen dan ook: we moeten juist hier bezig zijn met de welvaartsproblemen in de wereld, hier moeten de zaken veranderen. Waarom houdt de Stichting zich dan toch

Rijke landen: „Wél ontwikkelingshulp, maar dan ook waar voor ons geld" bezig met een land als Bangladesj om daar intern wat verbeteringen van de grond te krijgen? Wordt dat land niet ook vaak in de greep gehouden door bijv. de VS en de EEC Tims: ,,Dat is een argument waarmee je heel voorzichtig moet zijn. Ik vind een flink deel van de diskussie over een nieuwe internationale ekonomische orde erg onbevredigend. Er wordt wel gepleit voor internationale veranderingen waardoor de ontwikkelingslanden meer kansen krijgen, en terecht natuurlijk, maar over de manier waarop de ontwikkelingslanden die kansen moeten gebruiken, mag niet gepraat worden omdat dat bij hun zelfbeschikkingsrecht zou horen. Het nationaal beleid van een ontwikkelingsland is in die visie niet voor diskussie vatbaar. Dat vind ik een erg kwalijke zaak. Ik geloof niet dat er internationaal veel zal veranderen als het niet duidelijk is dat het opgeven van macht door de industrielanden niet vanzelf leidt tot een sterkere ekononpie in de arme landen. Het moet van twee kanten komen en dat hoor je nietindediskussies." Maar hoe kunnen de arme landen een inkomensbeleid voeren dat ten goede komt aan de gehele bevolking? Dat zal een geweldige opgave zijn, denkt prof. Tims. ,,Je hebt in tal van ontwikkelingslanden te maken met traditronele, moeilijk te veranderen machtsverhoudingen. Het is heel goed mogelijk dat we het met z'n allen eens worden over een geweldige nieuwe internationale ekonomische orde die rondhet jaar 2000 een feit is, terwijl er in dat jaar niettemin een miljard mensen rondlopen die zwaar ondervoed zijn. Dat komt dan niet omdat de ontwikkelingslanden niet zouden willen veranderen maar omdat ze niet kunnen. Een nieuwe orde vereist revolutionaire ingrepen in de binnenlandse strukturen. Een voorbeeld: voer maar eens een kommunaal landbezit in als in China

Zelfs al lukte dat, dan zou je het hongerprobleem houden. Het is in dat verband de moeite waard erop te wijzen dat in China volgens de recentste gegevens nog 1 op de 5 mensen onder de armoedegrens leeft, ondanks vijfentwintig jaar ontwikkeling in een kommunaal stelsel. Een ontmoedigend gegeven, vind ik Twee hinderpalen dus voor een ontwikkelingsland op weg naar een verbetering van haar positie: de afhankelijkheid van de internationale markt enerzijds en de eigen binnenlandse strukturen anderzijds waarbij volgens prof. Tims de eigen strukturen een welhaast nog grotere hinderpaal vormen dan de internationale verdeling van de macht. ,,ln Afrika stevent het ene land na het andere af op een ekonomisch fiasko Afrika is een zinkend schip. Ik vraag me af of die landen nog wel te redden zijn met een beter internationaal beleid. In de jaren zestig en zeventig geloofde men nog dat het mogelijk was om tegen 1980 de honger van de aardbodem te verjagen. Het gaat echter alleen maar slechter. Dat vereist dan ook diep ingrijpende maatregelen." Daarnaast neemt de bereidheid van de rijke landen om geld aan ontwikkelingssamenwerking uit te geven af. De rijke landen wilden immers waar voor hun geld. Prof. Tims hoopt voor de komende twintig jaar op nog wat meer geduld bij de ontwikkelingslanden. Kan de SOW bij het opstellen van

Deflessehalzen moeten op alle niveaus verdwijnen aanbevelingen bij een model wel eens in konflikt komen met het belang van landen hier, bijv. de EEG, als zij een raad geeft die tegen de EEG-belangen in g a a f Prof. Tims: ,,Dat kan voorkomen. We hebben over deze problematic nog niet veel nagedacht omdat we enkele jaren sterk bepaald zijn geweest bij het ,,modellenwerk". Dat is op zich moeilijk genoeg. We werken nu samen met zo'n vijftien onderzoeksinstellingen over de hele wereld, 't Is een heksentoer om dat van de grond te krijgen en erde vaart in te houden, terwijl er nog nieuwe landen aan het lijstje worden toegevoegd. China bijvoorbeeld, om maar meteen een heel moeilijke te noemen. We zijn dus tot op de dag van vandaag veel meer technisch bezig dan beleidsmatig. Natuurlijk zien we die vragen op ons af komen, maar met name de internationale beleidsvragen lijken nog ver weg. Maar de vraag is reëel. Een klacht van ons over de EEG: er wordt een korte-termijnbeleid gevoerd. Een visie op de gevolgen van een landbouwbeleid ontbreekt, niet alleen voor de effekten binnen de EEG, maar met name ook daarbuiten, We hopen dat een model voor de EEG (waar op 't ogenblik aan word* gewerkt op de universiteit van Gottingen in West-Duitsland) heel duidelijk de konsekwenties van de EEG-landbouwpolitiek

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 61

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's