GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1982 - pagina 391

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1982 - pagina 391

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

En de groeten vanSandino....

Wandeling Vandaag veroorloof ik mij de vrijheid u, bij wijze van spreken, bij de hand te nemen voor de wandeling die ik dikwijls maak als ik van het seminarie naar het postkantoor ga, bij voorbeeld om deze column op de bus te doen. Ik doe dat niet omdat ik geen zwaarwichtiger of ernstiger thema zou kunnen verzinnen — het leven hier biedt immers velerlei vormen van inspiratie —, maar juist omdat op deze één, twee vierkante kilometer de geschiedenis van de laatste tien jaar van Nicaragua zo veelzeggend ligt samengebald. In één oogopslag kun je heel het dramatische gebeuren van aardbeving, bevrijdingsstrijd, overwinning en wederopbouw aan je voorbij zien trekken. Laten we maar op weg gaan... Als we het hek van het seminarie achter ons gelaten hebben slaan we meteen rechtsaf en zijn verwonderd over het weidse panorama, dat zich onverwachts voor onze ogen uitstrekt. Ver op de achtergrond glinstert het meer in de zon, in de verte kunnen we het postkantoor al zien liggen, de kathedraal en het Palacio Nacional markeren de horizon, de in deze cultuur volkomen misplaatste wolkenkrabber van de Banco de America priemt als een fallisch symbool een gat in de blauwe licht. Als onze ogen wat gewend zijn aan de ruimte kijken we naar wat nabij is: midden in veldjes van wild groeiende struiken en grassen, waar tatüs, een soort hagedissen, doorheen ritselen, staan half ingestorte huizen met slordig geklede en snel lachende kinderen, huizen zonder elektriciteit, met lekkende daken, scheurende muren, wijkplaats voor arme gezinnen, tragische herinnering aan de aardbeving van 1972, die het levendige stadscentrum in één nacht veranderde in een luguberengrauwdoodslandschap. Voortgaande staan we ineens in een chaos van zand en asfalt, stof en stenen, waarin vele arbeiders druk bezig zijn'de woestenij te herscheppen tot een brede avenue. Als we dan de avenue-in-wording overgest9ken zijn belanden we in een nieuwe wereld, de

wereld van het nieuwe Nicaragua. Op de puinhopen van de oude stad is een gigantisch, nieuw park aangelegd, met een onvoorstelbare hoeveelheid speelmogelijkheden voorde kinderen, klimrekken van bont geverfd hout en donkere autobanden, basketbal- en volleybalvelden, schommels en wippen, alles van eenvoudig materiaal met veel fantasie en creativiteit gemaakt. Natuurlijk staan er ook bomen en banken in het park, onderde bomen zitten verliefde paren ineengestrengeld, op de banken rusten oude mensen uit, maar het park is er toch in de eerste plaats voor de kinderen, de lievelingetjes en de toekomst van de revolutie, zoals ze hier zeggen. Het park draagt de naam van een klein jongetje dat, negen jaar oud, op barbaarse wijze werd vermoord door de Nationale Garde van dictator Somoza: Luis Alfonso Velasquez, staatsgevaarlijk, omdat hij, zo klein als hij was, besefte hoe onrechtvaardig de toenmalige strukturen waren, een besef dat hem bracht tot participatie in het Frente Sandinista, waarvoor hij steeds vaker koeriersdiensten ging verrichten. Tegen zijn moeder zei hij eens dat hij hoopte op een tijd waarin alle kinderen in vrijheid zouden kunnen spelen. Zelf zou hij die tijd niet meer meemaken, tijdens zijn spel werd hij in de rug geschoten, nog geen tien jaar oud. Hij leeft voort in het park dat zijn naam draagt en waar zijn hoop in vervulling is gegaan. Midden in het park staat een grappig gebouw, een kruising tussen een gekantelde kubus en paddestoel. Het is de nieuwe kinderbibliotheek ,,Luis Alfonso Velasquez", geschonken door regering en volk van Oostenrijk, terwijl ook Venezuela een deel van de boeken voor zijn rekening genomen heeft. Hier vinden we naast de zorg voor de kinderen nog twee kenmerken van de Sandinistische Revolutie: internationale solidariteit en de aandacht voor onderwijs en cultuur.

Dankzij internationale steun kan een aantal van de plannen voor een nieuwe samenleving méér worden dan dromen van een arm, maar hoopvol en creatief volk. Als de hulp zonder voorwaarden wordt aangeboden wordt die in dank aanvaard. Opvallend in het revolutionaire proces IS ook de aandacht voor onderwijs en cultuur. De grote alfabetiseringscampagne, waarin de ene helft van het volk de andere helft leerde lezen en schrijven, is inmiddels genoegzaam bekend. Nu zoveel méér mensen kunnen lezen is de vraag naar boeken gigantisch gestegen en nu het onderwijs gratis is , dienen ook talloze kinderen zich aan als nieuwe lezers/lezeressen. De kinderbibliotheek probeert te voorzien in de grote leeshonger en verder worden er overal in het land kleine bibliotheken opgezet, met hulp uit het buitenland en met bijdragen van de Nicaraguanen zelf. Zo werd ik op weg naar Esteli' eens in een dorp halverwege Managua en Esteli'tegengehouden door een touw dat studenten over de weg gespannen hadden. Pa na betaling van wat córdobas mocht het verkeer doorgaan, de opbrengst was bestemd voor de schoolbibliotheek. Ik dwaal teveel af, laten we in Managua blijven en verder lopen naar de uitgang van het park. Daar zijn we terug in de oude wereld van de puinhopen. Een kantoorgebouw, waar je op de gevel kunt zien dat er ooit eens de letters van de woorden ,,First National City Bank" gehangen hebben, staat als een leeg karkas de tijd te verduren, wachtend op sloop of herstel. Blijkens een nog vaag te lezen reklamebord was in het pand ertegenover ooit een pianohandel gevestigd. Nu wonen er twee gezinnen in de donkere hoeken van de begane grond. Even verderop blijken een bioscoop en een restaurant de schade van aardbeving en bevrijdingsstrijd inmiddels te boven te zijn. We zijn nu vlak bij het postkantoor, nog een brede straat en een onduidelijk veldje oversteken en we kunnen de trappen van het gebouw betreden. Bij de deur staat een jonge soldaat van het Sandinistisch Volksleger, op ontwapenende wijze vraagt hij of hij even mijn tas mag controleren en dan is het nog maar enkele meters naar de brievenbussen voor het buitenland, er zijn er twee, de bovenste voor de Verenigde Staten en de onderste voor de rest van de wereld, zo zit deze wereld kennelijk in elkaar. Ik pak de enveloppe uft mijn tas en gooi met een opgelucht hart deze column in de onderste bus. Ineke Bakker

357

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1982 - pagina 391

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1982

VU-Magazine | 484 Pagina's