GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 251

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 251

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ziekelijke vrouweniiaat en verdorven verbeeldingskracht Met de regelmaat van de klok verschijnen publikaties over een van de meest verschrikkelijke gebeurtenissen uit onze historie: de heksenvervolgingen uit de 15e en 16e eeuw. Het is een gewild afstudeeronderwerp, er worden themadagen over heksen georganiseerd en er wordt zelfs op gepromoveerd. Ook aan de VU wordt aandacht aan heksen besteed. In het najaar van 1982 werd tijdens het Studium Generale over vrouwenstudies door Denise Dijk een lezing over ,, Godinnen, heksen en matriarcliaat"gehouöen. Mevrouw Dijk is nu medewerkster vrouwenstudies bij de theologische faculteit. In het verleden hield zij zich vooral bezig met feministische hekserij. Vanwaar deze plotseling opkomende belangstelling voor heksen? Opvallend is in ieder geval dat die belangstelling vooral van de zijde van de vrouwenbeweging komt. Dat heeft waarschijnlijk iets te maken met het feit dat 80 % van de op de brandstapel omgekomen heksen, vrouwen waren. Lange tijd is dit gegeven veronachtzaamd. De Engelse historicus prof. N. Coiin antwoordde in een interview op de vraag waarom heksen vrouwen waren: ,,Het is geen belangrijke factor in de verklaring van het waarom van de grote heksenjacht." Feministische onderzoeksters menen daarentegen dat in het feit dat het merendeel van de heksen vrouwen waren, juist de sleutel van het ontstaan van de vervolgingen te vinden is. Zou het niet zo kunnen zijn, zo vragen zij zich af, dat vrouwen die als heks vervolgd werden, juist in opstand kwamen tegen hun positie in de samenleving? Dat maakte de heksen van

andere in op de vraag waarom heksen voor het grootste deel vrouwqn waren. Zij is van mening dat de opkomst van de vrouwenbeweging de oorzaak is van de toenemende belangstelling voor heksen. „De behoefte begint steeds meer te ontstaan naar materiaal over hoe de geschiedenis van vrouwen zo heeft kunnen lopen. Daarbij richtte men zich eerst op het recente verleden. Er is nu meer belangstelling voor de geschiedenis van vrouwen in een wat verder verleden."

tóen interessant voor de vrouwen die nu ook in opstand komen tegen hun positie. Zijn er vergelijkingen te trekken tussen deze twee zeer verschillende groepen? Die zijn er ongetwijfeld, maar niet in die mate waarin delen van de vrouwenbeweging dit claimen. „De geschiedenis van de heks (..) toont de uiterste — dodelijke — konsekwentie van het vrouwzijn in een door mannen beheerste wereld" is een nogal boude uitspraak die in een scriptie wordt gedaan. Niet elke feministe zal daar haar hand voor in hetvuurdurven steken.

Heksenhamer

Eucalypta Wat binnen de vrouwenbeweging wél gemeengoed is geworden, is het gebruik van de naam heks als geuzennaam. Er zijn vrouwenboekhandels die „De Feeks" of „De Heksenkelder" heten, en een vrouwenrestaurant dat de naam „Euca/ypfa" draagt. Een recent verschenen boek heet „Heksennacht", en gaat over het voor vrouwen beledigende karakter van pornografie. Er is blijkbaar toch wel iets rondom de heksen wat de vrouwen van nu aanspreekt. Dat wordt duidelijk uit het onlangs verschenen proefschrift ,,Het verbond van heks en duivel". De schrijfster Lène DresenCoenders is psychologe. Zij werkte onder andere als hoofdredaktrice van ,,Jeugd en samenleving". Toen haar (vijf) kinderen het huis uit waren, begon ze aan haar proefschrift; ze promoveerde uiteindelijk op 63jarige leeftijd. In haar proefschrift gaat zij onder

Het embleem van het vrouwen restaurant „Eucalypt a " in Utrecht, genoemd naarde heks uit het kinderboek „Paulus de Boskabouter"

In haar boek stelt mevrouw Dresen-Coenders zich de vraag:,, waarom kon er vervolging uitbreken?" Haar uitgangspunt is dat er grote spanningen in de samenleving moesten zijn waardoor vrouwen zó vervolgd konden worden. Hiervoor gaat ze terug naar de bron van alle ellende: de Malleus Maleficarum, ook wel de Heksenhamer genoemd, geschreven door de inquisiteurs Jakob Sprenger en Heinrich Institoris in 1486. Dit boek bevat een minitieuze beschrijving van wat heksen nu eigenlijk waren, wat ze voor gevaarlijks deden, welke proeven ze moesten ondergaan en hoe ze uiteindelijk veroordeeld moesten worden. De schattingen over het aantal op de brandstapel omgekomen heksen variëren van enkele honderdduizenden tot miljoenen. Dit boek kan natuurlijk nooit alléén de oorzaak van de heksenvervolging zijn geweest. Er bestond een bepaalde voedingsbodem waardoor het zo kon aanslaan. Wat waren die maatschappelijke omstandigheden die er toe leidden dat heksen zo vervolgd konden worden? Maar bovenal, wie waren die heksen? Het officiële handboek, de Heksenhamer, geeft vier hoofdkenmerken van de heksensekte. Een eerste kenmerk is de afval van het geloof. Heksen moeten zwaarder veroordeeld worden dan gewone ketters. Ketters trekken de leer van de goddelijkheid en menselijkheid van Christus in twijfel. Wat heksen doen is erger omdat zij — vrijwillig — een verbond met de duivel hebben gesloten.

sen onder andere hagel, storm en onweer kunnen sturen, kinderen die onder de hoede van hun ouders bij het water wandelen, kunnen zij ongezien in het water gooien en zij bewegen zich van plaats naar plaats door de lucht, hetzij lichamelijk, hetzij in hun verbeelding. Een ander kenmerk betreft het offeren van kinderen aan deduivel. Heksen in het hertogdom Lausanne hebben bekend, dat zij hun eigen kinderen hebben gekookt en opgegeten. Extra verdacht waren in dit verband vroedvrouwen die immers de gelegenheid hadden het — nog ongedoopte! — kind aan de duivel te offeren. In de Heksenhamer volgt een voorbeeld over een vrouw die alleen haar eigen dochter als vroedvrouw wilde toelaten en geen andere vrouwen bij haar bevalling duldde. Maar de echtgenoot, die de zaak niet vertrouwde, verstopte zich om te kijken wat er ging gebeuren. Hij observeerde het ritueel van de toewijding aan de duivel, in dit geval boven de keukenhaard, maar hij had geen getuigen. Daarom nam hij getuigen mee toen hij het kind met zijn dochter ten doop droeg.-Hij deed dat zo spoedig mogelijk. Op een brug gekomen bedreigde hij zijn dochter met verdrinking als zij het kind niet neerlegde en naar de overkant toverde. De dochter zwichtte en plotseling was

Gekookten opgegeten Hettweede kenmerk is de toewijding met ziel en lichaam aan deduivel. Waarin uit zich dit? De auteurs van de Heksenhamer schrijven dat hek-

fi '<-i^j

De vrouwenboekhandel „De Feeks" in Nijmegen. O pderechtermuurnogeen aankondiging van de „Heksennacht" (foto Inekt Duursema)

Lène Dresen Coenders (foto AVC-PeterWolters)

^

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 251

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's