GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 444

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 444

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ongehuwde moeders vormen eenzesde deel van de bijstandmoeders. De groep bestaat dus voor het grootste deel uit gescheiden vrouwen. Zoals bekend eindigt één van de vier huwelijken in een echtscheiding. Als er ook kinderen bij betrokken zijn, worden die in de meeste gevallen aan de moeder toegewezen. In het geval van kleine kinderen kan van de moeder bijna niet verwacht worden dat zij buitenshuis gaat werken om in haar eigen onderhoud en dat van de kinderen te voorzien. Allereerst omdat er nauwelijks voldoende kinderopvang is. Bovendien is het waarschijnlijk dat de vrouw ook in de tijd van haar huwelijk thuis voor de kinderen zorgde, terwijl haar man een baan buitenshuis had. Ondanks de paar gevallen waarin man en vrouw dit anders hebben opgelost, is dit nog steeds het gebruikelijke rolpatroon. Zij is dus enige tijd uit het arbeidsproces geweest, zodat het voor haar moeilijk is weer aan de slag te komen. Bovendien zijn de meeste vrouwen nog altijd laag opgeleid, zodat het in deze tijden van werkloosheid bijna onmogelijk is een baan te vinden. Ze zijn voor hun onderhoud dus afhankelijk van de alimentatie van hun exechtgenoot, of van de bijstand. Uit een Gronings onderzoek naar de positie van vrouwen in de bijstand, bleek dat de geïnterviewde vrouwen die alimentatie kregen, een bedrag ontvingen dat lag tussen ƒ 75,- en ƒ 400,- per maand. Dit bedrag werd van de bijstandafgetrokken. Armoede De hoogte van de uitkering die men ontvangt in de bijstand was op 1 juli 1983 als volgt: een echtpaar krijgt ƒ1.447,- per maand, alleenstaande ouders krijgen 90 % daarvan: ƒ 1302,-. Een alleenstaande, ouder dan 23 jaar krijgt 70%, en dat is ƒ1.013 per maand. Vrouwen in de bijstand hebben het dus niet best. Maar ook bij de andere groepen die van een minimuminkomen moeten rond komen, zitten relatief veel vrouwen. Bij de mensen die van hun AOW moeten rond komen bij voorbeeld. Of vrouwen die alleen maar een slechtbetaalde deeltijdbaan kunnen krijgen, waardoor ze net onder of op het minimum zitten. Van de werkloze jongeren bestaat ongeveer tweederde deel uit meisjes; ook een groep wier uitkering ieder jaar forser omlaag gaat. Dus terwijl vrouwen in de hogere regionen, waar inkomens boven modaal verdeeld worden, sterk zijn ondervertegenwoordigd, zijn ze bij de laagste

370

in A&-troonrede..:•

o

inkomensgroepen juist oververtegenwoordigd. Waaraan hebben we deze ,,feminisering van de armoede" nu eigenlijk te danken? Deze hangt voor een groot deel samen met de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt. Ze zijn in de meeste gevallen lager opgeleid en werken veel in deeltijd. Ze komen dus meestal niet voor de hoger gekwalificeerde banen in aanmerking. Bovendien zijn ze vaak een aantal jaren uit dat arbeidsproces geweest, zodat ze zelden een goede loopbaan hebben kunnen opbouwen. Daaruit volgt ook dat ze een lagere uitkering krijgen. Want bij werknemersverzekeringen is de hoogte van de uitkering gekoppeld aan het laatstverdiende inkomen. Bovendien zijn veel vrouwen nauwelijks georganiseerd en kunnen ze niet veel anders dan de bezuinigingsmaat-

regelen, die juist hen treffen, over zich heen te laten komen. Zelfs de niet bepaald als links bekend staande econoom Bomhoff zei voor de tv dat het natuurlijk eerlijker was om iedereen gelijk te laten betalen voor de crisis. „Maar dat zal wel nooit gebeuren", dacht hij, ,,want als je iedereen VA procent terug laat gaan, dan krijg je iedereen tegen je. Daarom pak je gewoon één groep (en dan natuurlijk die groep die je de baas kunt) en die pakje dubbel." Crisis De term ,,feminisering van de armoed e " is afkomstig van een medewerker van het Sociaal Cultureel Planbureau, Casper Wiebrens. Hij onderzocht in zijn rapport ,,Inkomen en rondkomen", de financiële positie van huishoudens in Nederland. Wiebrens „ver-

vu-Magazine 12(1983) 10 november 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 444

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's