GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 241

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 241

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Universiteit en onderdrulci^ing vrijdagmorgen ó mei worden op de VU geen colleges gegeven. In de aula wordt dan in een eenvoudige plechtigheid de Tweede Wereldoorlog herdacht met als spreker prof. m r. W. F. de Gaay Fortman en declamator Henk van Ulsen. Tegenover de ingang van de aula is de gedenkplaat aangebracht waarop de namen van 88 mensen uit de kring van de VU die door of ten gevolge van oorlogshandelingen het leven lieten. Daaronder is nog een apart schildje aan de muur bevestigd ter nagedachtenis aan Jacobus Oranje. Hij overleed 6 april 1946, nog geen jaarnade bevrijding. Het bijschrift vermeldt waarom aan hem een gedenkplaat is gewijd. "Tijdens de bezetting was hij stuwende l<racht van het universitair verzet, f-lelpervan verdrukten. Redder van vele levens." Een half jaar voor zijn overlijden droeg prof. Oranje het rectoraat over aan prof. Coops. Bij die gelegenheid hield hij een indrukwekkende rede v\/aarin hij terugkeek op de oorlogsjaren. Het stuk is afgedrukt in de bundel "De Vrije Universiteit in oorlogstijd", (1946) naast vele andere redevoeringen die tijdens en kort na de oorlog aan de VU zijn gehouden. Hetis helaas het enige boek dat over de VU in de oorlog is verschenen. Een historische studie is nooit opgezet. Prof. Roelink wijdt in "Een Blinkend Spoor" slechts een korte paragraaf aan de bezettingstijd. "Overigens moet de geschiedenis oordelen of de Vrije Universiteit erin geslaagd is de juiste koers te varen. Ik hoop en vertrouw, dat zij zal uitwijzen, dat wij de toets van de scherpste kritiek glansrijk kunnen doorstaan", zei prof. Oranje. Hij liet deze woorden volgen op een opsomming van door de universiteit gemaakte fouten: "Ool< wij zijn niet ontkomen aan het algemeen bedreven kwaad, het tekenen van de jodenverklaring, die ons reeds spoedig na de bezetting werd voorgelegd. Dit was mis en uitvluchten baten hier niet. Ongetwijfeld had er ook voor gezorgd moeten zijn, dat de Sicherheitspolizei geen bescheiden van studenten kon vinden, toen zij een inval deed. Voorts blijkt achteraf de mededeling aan de studenten over de loyaliteitsverklaring niet duidelijk genoeg gesteld te zijn." Het siert prof. Oranje, dat hij, zo kort na het gebeurde al deze zaken al aan de orde stelde. En kritiek liet hij in deze rede ook horen op het gedrag van de

vu-Magazine 14(1985) 5 mei 1985

universiteiten in het algemeen, dit "met het oog op het nageslacht". Geestelijk was Nederland onvoorbereid op een bezettingssituatie, stelde prof. Oranje. Noch op de scholen, noch op de universiteiten (en dat achtte hij veel ernstiger), was voldoende aandacht besteed aan de vragen die zich bij een eventuele bezetting van Nederland zouden kunnen voordoen. ,,Het bestaan van het Landoorlogreglement bij voorbeeld was de meeste Nederlanders volkomen onbekend; de positie van de bezetter tegenover de wet, tegenover de regering, tegenover de kerk, — het was alles ook voor academisch gevormden veelal terra incognita." "Het is een gebiedende eis, dat deze fouten niet worden herhaald en voor de universiteit ligt hier een zeer breed terrein braak. De universiteit heeft zich te beraden over de vragen, die een bezetting of meer algemeen besproken, een aantasting van onze grondwettelijke vrijheden door welke binnen- of buitenlandse macht ook, opwerpt. Het is ook een gebiedende eis, dat wij hard en duidelijkzeggen, welke fouten er in de achter ons liggende jaren gemaakt zijn, opdat ons nageslacht zich tegen een herhaling kan wapenen." Waar prof. Oranje met name op wees was dat de universiteiten in ons land (in tegenstelling tot de artsen en de christelijke scholen) niet begrepen dat verzet alleen dan goed kon slagen als het collectief gebeurt. Al spoedig na de Duitse inval kwamen enkele hoogleraren van de verschillende universiteiten regelmatig bij elkaar om zich te beraden over de aan te

nemen houding. Van VU-zijde werd daaraan afwisselend deelgenomen door Rutgers, Koksma, Waterink en Oranje. Maar dit zogenaamde ,,Interacademiale overleg" is op niets uitgelopen, vertelde prof. Oranje. "Vele deelnemers bespraken nl. de resultaten van de overleggingen in te ruime kring en vele inrichtingen van hoger onderwijs wisten zodoende de vreesachtige en onprincipiële elementen die op deze wijze in het verzet betrokken werden, de verzetshoudig onmogelijkte maken." Bij een tweede poging in 1943 om iets te ondernemen was prof. Oranje ook betrokken, hetzgn. "l-loogleraren-verzet". Die koos een andere werkwijze. "Wij zochten ieder aan eigen universiteit of Hogeschool contact met slechts die hoogleraren en lectoren, van wie met enige grond gehoopt mocht worden, dat zij daadwerkelijk verzet zouden plegen tegen de Duitschers." Helaas is het ook deze kerngroep niet gelukt de rest voldoende mee te sleuren in en verzetshouding. "lkmoet(...) tot mijn grote teleurstelling vermelden, dat het Hoogleraren-verzet, welk goed werk het ook overigens moge hebben verricht, niet geslaagd is in zijn primair opzet, nl. de hoogleraren van Nederland er toe te brengen als één man tegen de Duitschers op te treden. Ware dit wel mogelijk geweest, ik ben ervan overtuigd", aldus Oranje, "dat dan evenals door de artsen en de christelijke onderwijzers, grotere resultaten zouden zijn bereikt." Eenzelfde kritische opmerking maakte prof. Oranje over de studentenwereld als geheel. "Met schipperen wint men misschien aardse, vergankelijke goederen, maar men verliest het goede geweten. Bovendien is het heilloze gevolg van schipperen, dat er een onderlinge strijd ontbrandt, waarvan het einde nog niette voorzien is." De Vrije Universiteit is in 1943 gesloten, maar voor prof. Oranje stond vast "dat toen Leiden moest sluiten, alle universiteiten hadden moeten volgen." "Laat het nageslacht dit altijd voor ogen houden", aldus- in 1945 prof. Oranje, "indien Nederland ooit weer bezet gebied zou worden bij de eerste aanval van onrecht allen zij aan zij, zonder te vragen wat het kost. Tegen onrecht van een overweldiger bestaat maar één middel: nooit toegeven doch aaneensluiten. Anders verovert hij uw terrein centimeter bij centimeter. "(Bvk)

199

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 241

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's