GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 366

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 366

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

best ietsje verder zou mogen gaan. De anderen zeggen: nou nee, hou de deur toch maar liever dicht." Dr. Janse onderkent overigens het automatisme dat verzuiling uiteindelijk tóch de emancipatie van de kleine groep — hoewel niet nagestreefd — zal bevorderen. Een groeiend zelfbewustzijn — "zelfgenoegzaamheid", zegt Janse zelf — kan steeds het gevolg zijn. "We hebben de zaakjes aardig voor elkaar", zal men licht gaan denken. "We zullen dat ernstig moeten afremmen", aldus dr. Janse, die zich wel kan vinden in de stelling, dat op die manier de verzuiling averechts werkt. "Een geslaagde maatschappelijke emancipatie kan de zaak van binnenuit uithollen, zoals we.bij Kuypers gereformeerden hebben kunnen zien." Er zit nóg een risico in de verzuilingsmanie, dat Janse tijdens het gesprek naar voren brengt: het ontstaan van bepaalde, maatschappelijk georiënteerde belangen die strijdig zijn met de zaak waarom het begonnen was. Treffend voorbeeld is de opmars die het Reformatorisch Dagblad sinds de oprichting in 71 maakte. "Terwijl wij als krant aan de ene kant bij voortduring klagen over het zedelijk verval in Nederland, hebben wij aan de andere kant als bedrijf een zeker belang bij die ontwikkeling. Als de andere kranten in Nederland nu maar zo zedeloos en goddeloos mogelijk worden en nóg meer schaars geklede dames op de voorpagina zetten, dan heeft onze krant daar in feite baat bij. Dat is nu even heel cru uitgedrukt, maar ik word liever ook niet werkloos! Kom je met een eigen organisatie, dan krijg je belangen. En dan kan er spanning ontstaan tussen dat belang en de hoofdtaak. Je krijgt de neiging om steeds meer het nut van de eigen organisatie te benadrukken. Je loopt daarmee het risico dat je allerlei ontwikkelingen in de verkeerde richting eigenlijk wel aardig gaat vinden. Gevaarlijk, maar menselijk!"

N

og even terug naar het verband dat u legt tussen een hoger intelectueel niveau en het geloofsafval waarvoor de bevindelijk gereformeerden zo bevreesd zijn. Vanwaar die angst? Men hoeft toch niet dom te zijn voor dit geloof?

te armere Rran 'in Nederland nu maar zo zedeloos en goddeloos I mogelijk worden en nóg meer schaars geklede dames op de voorpagina zetten, dan heeft I het Reformatorisch Dagblad ^ daar in feite baat bij.' ^

"Iemand met een hoger oplei dingsniveau komt natuurlijk gaandeweg in aanraking met vragen waarvan een boerenknecht met hooguit lagere school en wiens horizon niet verder reikt dan Zoutelande en omgeving, geen weet heeft. De geschiedenis leert toch dat de vrijzinnigheid — de poging een synthese te vinden tussen de rede en de openbaring — altijd goed gedijt onder intellectuelen en beter gesitueerden. Hoger opgeleiden zijn wat meer geneigd kritisch over de dingen na te denken, waardoor zij zich minder gemakkelijk gewonnen geven voor Gods openbaring." In Janse's dissertatie vinden wij nog een andere oorzaak voor die spanning, het risico van compartimentalisme: het leven in twee gescheiden werelden — een godsdienstige én een algemeen maatschappelijke — waarin onderscheiden normen en waarden van kracht zijn. Juist hoger opgeleiden komen, door hun meestal hogere maatschappelijke positie aan dat gevaar het eerste bloot te staan. Dit, terwijl juist de bevindelijken het uiterst essentieel achten dat óók het leven van alledag en de beroepsarbeid zich dient te buigen onder Gods strenge wetten en daarvan als het ware doortrokken zijn. Dr. Janse: ,,Het merendeel van de bevindelijk gereformeerden werkt natuurlijk in een klimaat dat volstrekt haaks staat op het kerkelijk milieu waarin men privé verkeert. Dat kan leiden tot allerlei spanningen. Het komt ook voor dat dit leidt tot een zoveel mogelijk scheiden van die twee levens die men nu eenmaal leeft; de bewuste compartimentalise300

ring dus. Op het werk denkt en doet men anders dan thuis en in de kerk. Dat zou wel eens de verklaring kunnen zijn — al is het voor onze kring geen prettige verklaring — waarom men sinds 19.50 weinig veranderd is als het gaat om 'binnenkerkelijke zaken', de leer en de liturgie, terwijl er in de levenswandel toch veel grotere verschuivingen zijn waar te nemen. Die levenswandel, het functioneren naar buiten toe in het leven van alledag, staat immers voortdurend bloot aan kritiek van collega's en buren, die dan weer geen flauw idee hebben wat je in de kerk doet, wat je daar gelooft, wat je daar zingt en hóe je daar zingt. Het zal duidelijk zijn dat ik een dergelijke compartimentalisering een slechte zaak vindt." Ik zou me kunnen voorstellen dat, alleen al vanwege die spanning tu.ssen intellect en geloof men in uw eigen kring met enige argwaan naar u en uw studie heeft gekeken. "Eerlijk gezegd had ik dat eigenlijk ook verwacht. Maar men heeft globaal genomen, toch vrij positief gereageerd, zoals uit de recensies in de kerkelijke bladen blijkt. Ondanks de vele moeilijke woorden heeft men zichzelf er wel in herkend." Is dat niet wat verwonderlijk, gezien het feit dat u in uw studie afstandelijk, zeg maar 'voorwerpelijk', spreekt over bevindelijke zaken; erover, niet eruit? "Als ik vijfentwintig jaar geleden met dit boek was gekomen, dan zou men daarover wel gevallen zijn. Maar men heeft nu kennelijk beseft dat dit wat anders is dan een prekenboek of een theologische verhandeling. Dit is een wetenschappelijke studie en dan legt men andere criteria aan." In de inleiding van uw studie wijst u 'sociologisme' af: de neiging om — vanuit de sociologie — godsdienst, geloofsleer en -beleving, met behulp van sociale factoren 'weg te verklaren'. In hoeverre bent u zelf toch ook niet in die valkuil gestapt? Wanneer u bij voorbeeld probeert de toch wel opvallende aanpassing van de bevindelijken gedurende de laatste decennia te verklaren, dan draagt u daarvoor uitsluitend sociale oorzaken aan. Ik zou me kunnen voorstellen dat men u daarover in bevindelijke kring kapittelt, omdat u daarmee voorbijgaat aan 'de werking van Gods Heilige Geest' en aan 'Gods voorzienig bestel'! "Ik heb in mijn inleiding willen benadrukken dat de sociale wetenschappen maar op een beperkt aantal vragen antwoord kunnen geven. Ook ik heb me daartoe beperkt, maar ik pretendeerde ook niet meer. Je bekijkt zo'n groepering natuurlijk van de buitenkant, terwijl juist hier zou moeten gelden: de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de Heere ziet het hart aan. Eén recensent heeft daarop gewezen. Maar hij besefte onvoldoende dat het hier om een godsdienstsociologische studie ging." Misschien vond hij wel dat u dit onderwerp helemaal niet sociologisch had mógen benaderen? "Dat ben ik dan niet met hem eens. Ik zie hier niet direct een botsing met Gods voorzienigheid, ik heb juist beklemtoond dat je voorzichtig moet zijn in je formuleringen en conclusies, zéker in de sociale wetenschappen. Je moet niet denken dat je alles 'deterministisch' te lijf kunt en oorzakelijk moet verklaren. Je komt nooit verder dan het signaleren van factoren. En, principteel gezien, moet je inderdaad ruimte laten, tja... voor Gods voorzienig bestel. Maar dat leert ook het verleden. Namelijk dat God krachten en oorzaken gebruikt om — soms op heel wonderlijke wijze — Zijn kerk in stand te houden." Ü Dr. C. S. L. Janse; Bewaar het pand. Uitgeverij Den Hertog, Houten, f 75,-. Voorts werden onder meer geraadpleegd: A. van der Meiden: Welzalig is het volk. Ambo, Baarn: J. Tennekes. De 'oud-gereformeerden ' in Mens en Maatschappij, sept./okt.l969 VU-magazine, 14e jaargang nr. 8,

september 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 366

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's