GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 482

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 482

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

sieve denken van Boerwinkel was alleen mogelijk door 'de ander' in te sluiten. Wat gezwollen gezegd is het "een denken dat er principieel vanuit gaat dat mijn heil (geluk, leven, welvaart) niet verkregen wordt ten koste van of zonder de ander, maar dat het alleen verkregen kan worden als ik tegelijk het heil van de ander beoog en bevorder." Kuiper erkent dat de term inklusieve gezondheidszorg kreupel is; een bijwoord wordt als bijvoeglijk naamwoord gebruikt, en ook weet hij dat de gezondheidszorg nimmer uitsluitend(!) het een of het ander is. Toch handhaaft hij de term omdat hij zelf 'er zo aan gehecht geraakt was'. Inklusieve gezondheidszorg verzet zich -tegen exclusieve deskundigheid omdat excluJiviteit inbreng van anderen (zoals de patiënt) uitsluit en omdat er dan ook geen plaats kan zijn voor andere inbreng. Op makroniveau behoudt de gezondheidszorg haar eigen identiteit als ze inklusief denkend en handelend rekening houdt met opvoeding en waarde van arbeid, milieubeheer, vrede tussen de volkeren, omgang met God, nationale samenleving, sociale gerechtigheid en andere waarden. Op mikroniveau (hulpvrager en hulpverlener) staat het respect voor de prioriteiten en waarden van de hulpvrager op de voorgrond (vermogen tot zelfzorg, zelfredzaamheid en mondigheid). Zo worden rivalen partners, zo geeft de professie meer verantwoordelijkheid aan mensen die het zelf aangaat en zo wil het publiek op verantwoorde wijze meer greep krijgen op de gezondheid, en er nog wat voor doen ook. Kuiper is eerlijk in zijn analyse. Natuurlijk, en van nature, is de geneeskunde niet geschikt om zo'n vernieuwing en verandering te ondergaan; daardoor aarzelt de geneeskundige elite. En natuurlijk is de massa meer geneigd zich te laten bedienen. Aanleunen en verwend worden is makkelijker en geeft bovendien vaak ook een veiliger gevoel. De moderne mens is voortdurend op zoek naar gratificaties en konsumptie is voor het individu belangrijker dan produktie. Uiteraard bekruipt ons bij het lezen van het vele dat Kuiper schreef over dit inklusieve, een gevoel van hiernamaals, utopie, theorie en schrijftafelwerk. En natuurlijk, in de wanhoop van het gesprek met hem heb ik wel eens gezegd: 'Loop eens een dagje mee' (in de geneeskunde). Dat was niet terecht, zo'n uitnodiging. Ik citeer hem: "Het besef dat mijn ideeën over gezondheidskunde en inklusieve gezondheidszorg in medische kringen tot nu toe nauwelijks enige weerklank hebben gevonden ontmoedigt mij niet. Niet een oppervlakkig optimisme dat snelle veranderingen verwacht drijft mij, maar de overtuiging dat er radikaal veranderd kan en moet worden. Een geneeskunde waarin gezondheidskunde evenveel waarde heeft als ziektekunde en waarin epidemiologische benadering

398

evenwaardig is aan klinische benadering zal beter opgewassen zijn tegen de kwalen van de komende tijd." Een eschatologische spanning, maar voor hem was "de komende eeuw" identiek voor de komende tijd, compleet met kwalen die te voorkomen zijn. De gezondheidskunde van Kuiper wordt bepaald door zijn concept van de inklusieve gezondheidszorg. Binnen de wereld van de gezondheidszorg gaat veel om. We zagen dat het terrein schier onbegrensd is. We kwamen zelfs in de vrije tijd terecht en er is geen hoekje op deze aarde waar we via de gezondheidszorg niet mee te maken hebben. 'Zelfzorg' en 'mantelzorg' (vroeger burenhulp) is even belangrijk als 'ruimtegeneeskunde'. Een centraal gegeven in de gezondheidskunde is, dat binnen de gezondheidszorg de geneeskunde te veel domineert, wat tot gevolg heeft dat de 'ziektekundige denkwijze' veel te veel nadruk krijgt. In dit ziektekundige denken zouden dan het lichamelijke en de lichamelijke klachten meer aandacht krijgen dan het 'onwelbevinden' dat niet direct aan een lichamelijke afwijking of stoornis kan worden toegeschreven. Voor Kuiper houdt de gezondheidskunde zich bezig met de 'begunstigingen en bedreigingen' van het gezonde bestaan en bestudeert de mogelijkheden om de begunstigingen te bevorderen en de bedreigingen te elimineren. Deze gezondheidskunde is 'interdisciplinair', waarbij met name de geestes- en menswetenschappen naast de natuurwetenschappen worden genoemd. Vervolgens wordt er een integrale mensbenadering ontwikkeld, waarbij uitgegaan wordt van de mens als lichaam, waarbij dit lichaam (en hier citeer ik weer een typisch stukje Kuiper-proza) "temidden van duizenden andere typen lichamen op aarde een heel eigen karakter heeft. Het is een lichaam dat leert spreken en van zich doet spreken, dat taal schept en nieuwe vormen voortbrengt die in de natuur nog niet voorhanden waren. Het menselijk lichaam als

f "^70/7 tijd tot tijd be-

V kruipt me het gevoel dat ik open deuren heb ingetrapt, omdat in de gezondheidszorg allang met dit type kriteria wordt gewerkt, zij het waarschijnlijk minder systematisch. De tijd zal wel leren in hoeverre ik een originele bijdrage heb geleverd.'

het denkende, voelende en handelende wezen van vlees en bloed." Het derde aspect in de gezondheidskunde is dat er van uitgegaan wordt dat er een onverbrekelijke samenhang tussen het menselijk individu en zijn omgeving bestaat. Factoren in de omgeving worden even belangrijk geacht als bevindingen aan of in het lichaam (sic!). Ten slotte is deze gezondheidskunde een kanswetenschap. Het is niet een kwestie van alles of niets, zwart of wit, maar van vele factoren die al genoemd werden als "begunstigingen en bedreigingen". De resultante van de invloeden bepaalt de kans op gezondheid. Natuurlijk zijn er verschillende terreinen ('domeinen') waarbij het formele en professionele verzorgen en verplegen van zieken zo veel mogelijk verschoven moet worden naar het informele, niet professionele, spontane van de zorg in eigen kring. Dit lezend en formulerend voel ik steeds iets van: dat is nogal wiedes. Dat is niets nieuws. Dat was toch vroeger ook al waar! Het blijkt dat ik in goed gezelschap ben; ik citeer Kuiper: "Van tijd tot tijd bekruipt me het gevoel dat ik open deuren heb ingetrapt, omdat in de gezondheidszorg allang met dit type kriteria wordt gewerkt, zij het waarschijnlijk minder systematisch. De tijd zal wel leren in hoeverre ik een originele bijdrage heb geleverd." Wat zijn, ten slotte de praktische consequenties van Kuipers visie? Hij was zelf de eerste om er steeds weer op te wijzen dat er natuurlijk geen revolutie te verwachten is. Traditie en gewoontes zijn niet opzij te zetten. Maar wat wezenlijk bij hem was is dat de mens nooit onmachtig is. Hij accepteerde nimmer onmacht. Hij werd gedreven door het geloof in mogelijkheden. Daarom bleef hij doorgaan in die merkwaardige stijl, die een mengsel was van ingewikkeld bezig zijn en verrassend lucide en doorzichtige passages. Merkwaardig kinderlijk consequent was hij soms, vaak met een eerlijke expositie van zichzelf die hem dan ook kwetsbaar maakte. Zijn ijdelheid kwam een enkele maal om de hoek kijken, maar meestal compenseerde hij die wel weer met een subtiele humor. Ik ben er van overtuigd dat Kuiper meer heeft aangericht dan velen denken, ondanks het feit dat hij eigenlijk nooit op meningsvorming uit was. Hij heeft iets losgemaakt en mensen aan het denken gezet. Het hinderlijk hoge salaris, het onmogelijke, maar toch zinnige mondiale denken, de plaats van de arbeid in de ontplooiing van de mens, de verandering van de vrije tijd, het formuleren van het inklusieve denken in de gezondheidszorg en de positie, zegeningen en gevaren van de geneeskunde, het is geen kleinigheid om vanuit de medische hoek hierover te durven publiceren. Kuiper, deze vriendelijke dokter, legde de vinger op vele zere plekken. Daar deed hij goed aan. n VU-MAGAZINE -

NOVEMBER '85

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 482

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's