GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 301

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 301

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De regels van een menselijke taal begrijpen betekent dat men veel van die mens zelf begrijpt. Hoe kan men anders ooit een vreemde cultuur van binnen uit leren te verstaan? Men begint op reis met het kijken naar straattafereeltjes, het handelen op de markt, de manier waarop huizen bewoond worden, de wijze waarop mensen met elkaar omgaan. Men probeert ook het plaatselijke menu en tracht te eten zoals men daar doet, met handen (althans duim en drie vingers), met stokjes, door slappe koeken als eetwaar en eetgerei tegelijk te hanteren. Ten slotte probeert men iets van de gesproken taal te verstaan. En dat alles is nog maar het begin van het verstaan van de hele cultuur als een geestelijke taal. "Theologie als grammatica" schreef eens de wijsgeer Wittgenstein. Hij legde uit dat de grammatica, dat is: de regels voor taalgebruik, aangeeft hoedanig dat is waarover men het heeft. Inderdaad kan men niet over God spreken als over een verheven Ding, als over een hoogste Zijn. Nee, de vele manieren — dichterlijk, profetisch, verhalen, in gelijkenissen — waarop over " G o d " gesproken wordt, kunnen ons iets duidelijk maken van de onuitputtelijke betekenis die dit woord heeft. Een Amerikaans denker uit de eerste helft van deze eeuw, Dewey, omschreef de kennis van de mens niet meer als een arsenaal van wetenswaardigheden of als opgeslagen informatie, maar als een proces van ondervragen. Ook godsdienstige kennis is zulk een proces van ondervragen dat nimmer bij het voorgeslacht afgesloten is, maar dat, gelukkig, nog steeds op soms verrassende wijze doorgaat. Van punt naar horizon Vele filosofen hebben geprobeerd vanuit één bepaald punt of centrale gedachte heel een filosofie op te bouwen. Ook hierin drukten zij iets uit wat bij velen in hun tijd leefde. Dat laatste geldt echter ook voor de verschuiving die zich thans in dit opzicht voordoet: men gaat minder van één bepaald en geïsoleerd punt uit en men zoekt veeleer eerst de samenhang, het wijde gebied te overzien waarin men zich bevindt. Verschillende filosofen, onder wie Kant en HusserI, spreken van de horizon waarbinnen pas de afzonderlijke dingen, voorvallen en personen hun eigen betekenis kunnen krijgen. "Geef mij een punt om te staan en ik zal de aarde bewegen", zo wordt Archimedes dikwijls geciteerd en dan in overdrachtelijke zin: niet om met een heel lange hefboom de aarde te bewegen, maar om een archimedisch punt

VU-magazine, 14e jaargang nr. 7, juli/augustus 1985

te vinden van waaruit men alle andere problemen uit hun voegen kan tillen. Thans beseffen we steeds meer: losse punten bestaan niet, maar zijn een inkrimping, een abstractie van een veel ruimer veld; losse individuen komen niet voor, want zonder medemenselijkheid verkommert de mens; losse woorden zijn zinloos, want pas het zinsverband geeft hun betekenis. Ook geïsoleerde kennis komt niet voor, want kennis wordt gedragen door processen en regels die veel omvattender en vaak onbewust zijn: vooronderstellingen, wereldbeelden, culturele gewoonfen, verbeeldingsvermogen, vaardigheden (Polanyi: skill). Horizon De maan vlak boven de horizon lijkt erg groot. Van een berg kunnen wij de hoogte niet goed schatten als we de afstand tot de horizon niet kennen. Op iedere lange wandeling reist de horizon met ons meer. De horizon is de samenvatting van het landschap, het resumé van onze levensreis. Men kan het voorgaande op een diepzinnig-filosofische manier uitwerken. Dan zou men moeten spreken over de horizon van de tijd die leven en denken van mensen bepaalt. Het merkwaardige van een horizon is dat deze niet vastligt, maar zich verplaatst naarmate wij ons zelf bewegen. Verder dat elke horizon een vermoeden, soms iets van een lokroep, inhoudt van hetgeen voorbij die horizon ligt. Juist die ongrijpbare lijn, waar hemel en aarde elkaar schijnen te raken, omsluit ons

zonder ons op te sluiten. De horizon van de tijd is het vermoeden van eeuwigheid. Men kan het voorgaande ook minder diepzinnig formuleren. Wat iets is, de "natuur", het "wezen" van iets, het "ding", begrijpt men pas als men de regels kent. Men moet in de denktaal doordringen om een medemens te begrijpen. Ook in de wetenschap zijn wij steeds opnieuw aan het ondervragen, steeds op weg. Gedane zaken breken open en nemen een keer: hoop en berouw veranderen de wereld, wetenschap en techniek hoeven niet tot een wanhopige toestand te leiden, maar kunnen processen inluiden waarin méér dan vaste punten, geïsoleerde personen, losstaande woorden of informatie onthuld wordt. Vele denkers ontdekken weer de culturele context (of horizon) van wetenschap en kennis. Onze situatie binnen de geschiedenis is er ook een binnen een cultuur te midden van de andere wereldculturen. Wat is thans de opdracht van een universiteit, zeker van een christelijke universiteit? Gewoon het gezichtsveld verruimen in plaats van specialistisch of ideologisch verengen. De horizon van de wetenschappen is die van het dagelijkse mensenleven en van de ontmoeting tussen de culturen. Pas door samenhangen te zien, door zichzelf en door onder andere de wetenschappen, te plaatsen binnen een wijder verband, komt een proces van verschuivingen op gang die weer het vermoeden wekt naar perspectieven van hoop en saamhorigheid. D

Universiteiten dienen het gezichtsveld te verruimen in plaats van specialistisch of Ideologisch te verengen

251

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 301

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's