GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 91

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 91

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nieuw landschap, waaruit de emancipatie spreekt van een grote groep, die eeuwenlang uitgeschakeld was en nu gereed staat de rolvan eertijds weerte gaan spelen. Het is niet alles rozegeur en maneschijn in de kerkbouw. Zeer bijzonder is de fabelachtige offerzin van de roomskatholieken. Ook verder was er weinig sprake van een kritische begeleiding van de kerkbouw. Pastoor noch gemeente waren in staat de bouwplannen te toetsen. Alleen in het (aarts)bisdom Utrecht ontstond een min of meer officiële commissie, die zich intensief met bouwzaken bemoeide. Maar ook hier telden de afmetingen van het bouwwerk meer dan de kwaliteit. Die afmetingen mochten er danookzijn... Baksteen Eén van de architekten van de negentiende eeuw torent hoog uit boven alle anderen, die hij niet zozeer overschaduwt dan wel overstraalt en inspireert. Het is de in 1827 in Roermond geboren Petrus Joseph us Hubertus (Pierre) Cuypers, die in Antwerpen zijn opleiding ontving in de klassicistische architektuur, maar spoedig geheel onder invloed komt van de Franse architekt Violet Ie Due. Hij raakt hierdoor in de greep van de neogotiek, die hem nietmeerzal loslaten. Deze komeet aan het gesternte van de negentiende-eeuwse Nederlandse architektuur bouwt en restaureert volop in de bisdommen Haarlem en Den Bosch. Onder Haarlem vallen de drie grote steden en in Den Bosch zijn nauwelijks protestanten. In dat laatste bisdom is ook aktief H. J. van Tulder (1819-1903), die er 26 neogotische kerken bouwt. In Utrecht werkt/4/frec/ Tepe (1840-1920), die in Duitsland (Berlijn en Munster) opgeleid is en er ook gewerkt heeft. Hij wordt de spil van het Utrechtse Sint-Bernulphusgilde, dat de kerkbouw begeleidt en ook beeldhouwers en edelsmeden aantrekt. Naast Tepe treden hier beeldhouwer Mengelberg en edelsmid Brom op de voorgrond. Tepe heeft zo'n 55 kerken opzijn naam staan. In de rest van het land is Pierre Cuypers heer en meester. Hij heeft ongeveer 25 leerlingen, die ook belangrijke architekten worden. Van hen zijn E. J. Margry als meest produktieve, en verder Caspar Franssen en P. J. van Genk het bekendst geworden. Een vijftal onder wie K. P. C. de Bazel en Pierre's zoon Jos Cuypers ontwikkelen later een min of meer eigen stijl. Voor de overigen blijft het bij ,,his masters voice". Het nieuwe van Cuypers in de negen-

vu-Magazine 14 (1985) 2 februari 1985

D e gotiek overtroffen Wat Margry in Delft niet is gelukt, was wèl weggelegd voor Pierre Cuypers, de grote bouwmeester van de neogotiek. Hij was een voorstander van hoge torens en in IHilversum bouwde hij op de Sint-Vituskerk de hoogste neogotische toren van Nederland, die de petiterige toren van de Grote Kerk in hoogte en schoonheid ver overtreft. Als door een wonder werd de Sint-Vitus niet als ,,rotte kies" beschouwd en fraai gerestaureerd. De weinig interessante Grote Kerk werd na de brand van 1971 eveneens in (vermeende) oude luister hersteld. De torens van beide kerken zijn resp. 98 en 49 m hoog. Meestal is de neogotische toren hoger dan de gotische, zoals ook in Woerden, maar soms is het moeilijk uit te maken, zoals in Abcoude

tiende-eeuwse architektuur is vooral gelegen in zijn overkluizing van de kerkruimte met stenen gewelven. Daarbij stond de vroege Franse gotiek model. In de loop van zijn architektenloopbaan is het stucwerk, dat in het klassicisme zo'n grote rol speelde, steeds meer op de achtergrond geraakt om ten .slotte geheel te verdwijnen voorde'eerlijke' baksteen. De opmars van de neogotiek was niet meer te stuiten. De Utrechtse school richtte zich wat meer op de latere gotiek. Paradiso Een architektonische revolutie als de snelle opmars van de neogotiek is uitermate boeiend voor de geograaf. Waar het hier vrijwel uitsluitend de kerkbouw betreft, is vooral de godsdienstgeograaf geïnteresseerd. Hoe kon zo'n ingrijpende verandering in het landschap plaatsvinden en welke krachten werkten achter de jonge bouwmeester, die ook buiten de wereld van kerk en godsdienst zijn triomfen vierde met het Rijksmuseum en het Centraal Station in Amsterdam, de stad waar hij verder zes grote kerken bouwde?

Cuypers vormde de architektonische belichaming van de emancipatiegedachte, die de Roomskatholieken beheerste sinds de gelijkstelling van 1796. In de literatuur was dat J. A. Alberdingk Thijm (1820-1889) die als geen ander werkte aan de bewustwording van het katholieke volksdeel. In het dagblad 'De Tijd' kon Alberdingk Thijm zich opwerpen als promotor van de neogotische stijl, die Cuypers tot zijn voornaamste beoefenaar mocht rekenen. Het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie betekent het einde van de waterstaatsarchitektuur. Het is voortaan alles neogotiek wat de klok slaat. Vooral in het vlakke bisdom Haarlem drukt de tweede helft van de negentiende eeuw een stempel van stormachtige kerkelijke aktiviteiten op het landschap. Vanuit Utrecht naar Amsterdam of naar Rotterdam of Den Haag reizende, komt men onder de indruk van de prestaties van Cuypers en de zijnen. Alle Vechtdorpen, Vinkeveen en Ouderkerk en Nes a/d Amstel zijn markante herkenningspunten in het Hollands-Utrechtse grensgebied, evenals Harmeien, Woerden, Gouda, Nootdorp en Voorburg in de Zuidhollandse dreven. Ook in de vier grote steden zijn de neogotische kerken ruim vertegenwoordigd. De neogotische kerk is een echtroomse kerk. Protestantse kerken in deze stijl zijn een uitzondering. De hervormde Koepelkerk aan het Leidse Bosje in Amsterdam, wel eens spottend de ,,Pickelhaube" genoemd, van architekt/A. J. van Beek, was een van de zeldzame voorbeelden. Deze kerk was de eerste hervormde kerk na twee eeuwen van rust aan het bouwfront in hervormd Amsterdam. De Grote Kerk van Apeldoorn is een ander voorbeeld, zij het dan ook, dat deze kerk wat renaissancistisch is uitgevallen, evenals de hervormde kerken van Schagenen Zeist. In de eerste helft van de negentiende eeuw hadden de hervormden nogal wat waterstaatskerken gebouwd. Daarna waren er, mede onder invloed van Afscheiding en Doleantie, voorlopig nauwelijks hervormde kerkgebouwen meer nodig. Afgescheidenen en Dolerenden waren nog niet in staat een eigen architektuur te ontwikkelen. De Afscheiding was te klein van omvang en de Doleantie kwam slechts incidenteel tot het bouwen van een kerk die architektonisch interessant was, zoals de Keizersgrachtkerk van vader en zoon Salm, een wat moeizame overgang van romaans naar gotiek met een ondertoon van renaissance. De Salms bouwden overigens ook Paradiso, dat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 91

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's