GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 284

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 284

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

Contextuele theologie In het april-nummer van VUmagazine heb ik op deze pagina tot in enig detail gereageerd op wat prof. Kuitert schreef in de inleiding van zijn boek "Alles is politiek, maar politiek is niet alles". Daartoe beperkte ik mij toen, met alle vrijmoedigheid die het privilege vormt van een columnist — een verdere reactie tot later bewarend. In combinatie met het omslagverhaal van dit nummer is er daarvoor nu een goede gelegenheid. Ik heb op de vragen rondom het onderwerp "het spreken der kerk", die mij meer dan prof. Kuitert in verwarring brengen, geen nieuw inzicht gevonden. Een groot aantal passages en uitspraken kan ik volmondig beamen, maar ik blijf zitten met de vraag: tegen welk standpunt brengt Kuitert ze nu eigenlijk in stelling? De verbinding tussen geloof en politiek, op zodanige wijze dat het geloof verpolitiseerd wordt, luidt het antwoord. Maar wie zou dit niet hardgrondig met hem eens zijn? Ik herinner me van de vroegere VU-hoogleraar in het staatsrecht, L. W. G. Scholten, dat hij eens over een wetenschappelijke publicatie van een vakgenoot de opmerking maakte dat deze verhandeling een verhulde propaganda was voor het denken van een bekende politieke partij. Ook het "theologisch perspectief" van dit boek tovert voor mij dergelijke konijnen uit de hoed. In dit opzicht is het volop contextueel: een stuk maatschappelijke context wordt erin gereproduceerd. In onze ingewikkelde moderne wereld is het meer dan ooit nodig bij de bezinning over de fundamentele vragen die zij oproept intensief en gedisciplineerd te werk te gaan volgens

258

de benadering van het vak dat men kiest. Dat kan zijn de theologie, of de sociologie, de economie of een andere vakwetenschap, die een aspect van de realiteit bestudeert mits die zich daarbij intensief rekenschap geeft van reële standen van zaken. Ook kan een cultuur-filosofische benadering worden gekozen. De (fragmentarische) referentiekaders die de lezer in het boek van Kuitert worden aangeboden zijn echter vele; het verband daartussen, of de tegenstrijdigheid, laten mij met eigenlijke vragen zitten. Er wordt veel ter sprake gebracht en hoewel "niet alles wat een theoloog zegt theologie is", zoals Kuitert terecht opmerkt, krijgt het boek de ondertitel mee: "Een theologisch perspectief op geloof en politiek". De boodschap krijgt dus, om met Kuitert te spreken, een theologische legitimatie. Die boodschap luidt: laat de kerk geen politieke uitspraken doen, tenzij in noodsituaties, dat wil zeggen in situaties waarin machtsvorming via politieke partijen niet mogelijk is (pag. 185). Deze uitspraak ligt geheel in de lijn van de bij ons heersende maatschappelijke context. Geloof, kerk en theologie worden in het Europa van na de Verlichting verwezen naar hun eigen "specifieke" terrein; de kerk is een gespecialiseerde instelling, een vereniging van religieuze aard. "Religion ist Privatsache" is niet alleen het devisie van het nazisme, ook van het Europese socialisme en van de historische voorganger van deze beide: het liberalisme. De inrichting van de samenleving is een zaak van de politiek. Maar deze heeft op haar beurt te gehoorzamen aan het functioneren van de economie, in het kader van een technologi-

sche maatschapij, waarvan het kenmerk is dat zij beoordeeld wil worden op grond van procedurele criteria (de spelregels!) en technologische maatstaven, dat wil zeggen maatstaven die aan het systeem zelf ontleend zijn. Een gezichtspunt van buiten, laat staan van buiten de historie, wordt niet toegelaten, verstoort de eigenwettelijkheid van het gebeuren; dus ook geen kerkelijk gezichtspunt, en ik denk, als ik de logica van de moderne samenleving goed begrepen heb: yu/sf geen kerkelijk gezichtspunt, dat zal putten uit een Bron die zich onttrekt aan ieder historisch "ontwerp", zelfs een "predikontwerp". Er zijn er die zeggen: de moeilijkheid rondom het spreken der kerk in Nederland ligt hierin dat het een nieuw probleem is, dat bij voorbeeld de gereformeerden vroeger niet kenden. Door de week verwisselden de kerkleden van pet en constitueerden de antirevolutionaire kiesvereniging, die wel mocht spreken. Het is overigens van groot belang twee dingen op te merken. In de eerste plaats dat de kracht van deze sociale groep te vinden was in de reële christelijke gemeenschap die hij vormde; de pettenwisseling deed immers niet af aan deze sociologische realiteit. Vervolgens dat ook deze antirevolutionairen, die politiek wilden beoefenen op zelfstandige wijze maar ,,bij het licht der Heilige Schrift" (en niet alleen bij het licht der Bergrede!), in artikel 2 van hun beginselprogram "de roeping der kerk" erkenden "om het Woord Gods voor heel het leven te verkondigen". Zij begrepen het verband tussen de politiek en het spreken der kerk. Die Woordverkondiging over "heel het leven" had onmiddellijk te maken met de zelf-

standige, maar daarom nog niet "eigenwettelijke" taak van de politiek, die immers eveneens "het licht der Heilige Schrift" behoefde. Wanneer gezegd wordt dat de kerk "politieke uitspraken" doet, dan worden daarmee bedoeld uitspraken over zaken waarover ook de politiek spreekt. Die mogen van Kuitert niet. Het doet mij denken aan een synode-zitting van een kleine gereformeerde emigrantenkerk elders in de wereld, waarin op voorstel van één van de predikanten uit een synodale brief de verwijzing werd weggeschrapt naar gerechtigheid en de vrede die elkaar zullen kussen (psalm 85), want, zo zei hij, ,,ook de marxisten hebben het over gerechtigheid" — dat zou dus neerkomen op links spreken van de kerk! Een kerk kan in haar (naar ik hoop spaarzamelijke) politieke uitspraken, natuurlijk falen. Maar die kans op falen hoort er bij, vooral in de kerk. Zij vormt een uitnodiging tot voortgaande bezinning en tot een voortdurend beroep op het Woord, dat gemeenschapsstichtend is in plaats van polariserend. De kerk is niet deskundig? Dat hangt er zeer van af. De bisschoppelijke commissie in de VS die al bijna zes jaar doende is met de voorbereiding van haar herderlijke brief over de economie weet, naar verluidt, al meer van het vak dan menig parlementariër. Functieverlies dus van het parlement? Integendeel. Of het zou de volksvertegenwoordiging moeten misstaan het oor te luisteren te leggen bij wat uit dat volk zelf opkomt. Een kerkvolk is ook volk, tenzij we ons zouden terugtrekken op een volstrekt abstract kerkbegrip. Zolang het diaconaat — het verkeren met de armen — tot het wezen (ik zeg niet: de specialiteit) van de kerk behoort, is de kerk vanuit de in deze ontmoeting opgedane kennis deskundig, vaak als geen ander. In het gesprek met de politici kan zij zelfs de inbreng leveren van de deskundigheid van de armen zelf.

VU-MAGAZINE - JULI/AUGUSTUS 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 284

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's