GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 403

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 403

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de tweede procedure draaide het om de invoering van de "medicijnknaak" (Hoge Raad 5 oktober 1984). Deze zaak betrof de omstreden beslissing van de staatssecretaris van WVC, dat ziekenfondspatiënten voortaan een eigen bijdrage van f 2,50 voor medicijnen moesten betalen. Het ziekenfonds Azivo eiste dat dit besluit zou worden ingetrokken. De Hoge Raad vond echter dat de staatssecretaris op grond van de Ziekenfondswet de bevoegdheid had tot het invoeren van deze regeling. De Kabelregeling tenslotte, leidde tot een derde procedure (Kort geding Rechtbank Den Haag 7 juni 1985 en Hof Den Haag 30 oktober 1985).De minister van WVC had in deze regeling, die was gebaseerd op de Omroepwet, het verbod opgenomen om via de kabeltelevisie buitenlandse TV-programma's uit te zenden die reclameboodschappen bevatten of die in het Nederlands ondertiteld zijn. Door de Bond van Adverteerders werd hiertegen een kort geding aangespannen, met gedeeltelijk succes: de President achtte het reclameverbod rechtmatig, maar het ondertitelingsverbod was volgens hem in strijd met het recht van de Europese Gemeenschap (dat een vrij verkeer van goederen, diensten en informatie waarborgt). In hoger beroep onderschreef het Hof deze mening wat betreft het ondertitelingsverbod; met betrekking tot het reclameverbod stuurde het Hof de zaak door naar het Hof van Justitie van de EEG in Luxemburg.

H

et is opvallend dat de rechter in deze gevallen een oordeel geeft over de rechtmatigheid van wettelijke regelingen, want daarmee begeeft hij zich in politiek vaarwater. In twee gevallen (de medische tarieven en het ondertitelingsverbod) leidt dit zelfs tot een rechtstreekse doorkruising van het beleid van de minister. Het lijkt er in dit geval op dat de rechter zijn traditionele taak - het op neutrale wijze toepassen van de wet - geheel uit het oog verliest en gaat meeregeren, "op de stoel van de wetgever" gaat zitten. Toch valt deze inmenging van de rechter in de politiek te rechtvaardigen. Het is namelijk niet zo dat de rechter op eigen houtje het beleid nog eens gaat beoordelen op basis van zijn eigen, persoonlijke opvattingen. Wat hij doet is het toetsen van de bestreden regelingen aan het recht. Dat recht bestond in dit geval uit regelingen van een hogere rang (namelijk de Prijzenwet, de Ziekenfondswet, het EEG-recht). En een hoofdregel van het staatsrecht is dat een lagere regeling niet in strijd mag komen met een hogere regeling. De rechter waakt er dus voor dat de hiërarchie van regelingen blijft gehandhaafd, ook al betekent dit dat het in de politiek vormgegeven beleid wordt doorkruist. Deze rechtshierarchie houdt niet alleen in dat een ministeriele regeling ondergeschikt

VU-MAGAZINE — OKTOBER 1986

De maatregel van de regering ziekenfondspatiënten voortaan f 2,50 eigen bijdrage per recept te laten betalen, riep veel weerstanden op. Het ziekenfonds Azivo liep naar de rechter

is aan de "echte", formele wet, maar ook dat de formele wet op zijn beurt ondergeschikt is aan het internationale recht. Dit volgt uit art. 94 van de Grondwet: 'Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze toepassing niet verenigbaar is met een ieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties'. Het bijzondere van artikel 94 is dat individuele burgers zich bij de Nederlandse rechter kunnen beroepen op internationale regels. Overigens zijn lang niet alle internationale regels "een ieder verbindend". Veel verdragen zijn slechts afspraken tussen staten, waarop burgers voor de rechter geen beroep kunnen doen (bij voorbeeld het NAVO-verdrag). Maar er zijn ook tal van internationale regels waarop men zich wel kan beroepen. Te denken is aan het recht van de EEG en de mensenrechten (zoals onder meer neergelegd in de Europese Conventie tot Bescherming van de Rechten van de Mens). Met name de Europese Conventie wint de laatste jaren aan belang in de rechtspraak. Dit blijkt bij voorbeeld uit het volgende arrest inzake de ouderlijke macht en "samenwoners" (Hoge Raad 21 maart 1986). Hierin bepaalde de Hoge Raad dat onder bepaalde voorwaarden de ouderlijke macht kan wor-

den toegewezen aan ouders die niet met elkaar zijn getrouwd. Dit ondanks art. 146 uit het burgerlijk wetboek, dat zegt dat ouderlijke macht slechts kan bestaan indien en zolang de ouders met elkaar zijn gehuwd. Volgens de Hoge Raad is onverkorte toepassing van art. 246 echter in strijd met de Europese Conventie, namelijk met art. 8 en art. 14 daarvan, die het privé- en gezinsleven beoogt te beschermen, respectievelijk discriminatie verbiedt. Uit dit arrest, dat de gebruikelijke echtscheidingsprocedures ingrijpend zal veranderen, blijkt dat de wet in beginsel aanvechtbaar is. Het internationale recht gaat voor.

M

en kan dus de rechtmatigheid van een regeling, waarmee men het niet eens is, altijd trachten te bestrijden door te stellen dat er een hogere regeling is, waarmee de bestreden regeling in strijd is. Dit is de juridische basis van de "politieke" processen, die de laatste jaren zijn gevoerd. In de praktijk blijkt deze basis echter erg smal te zijn. Er zijn namelijk vele juridische "valkuilen", waardoor het vaak misgaat. Drie belemmeringen zijn het meest voorkomend. De eerste belemmering is dat de rechter geen oordeel geeft over de rechtmatigheid van een regeling voordat deze is ingevoerd. Met andere woorden: de rechter spreekt

357

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 403

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's