GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 325

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 325

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

i Spotprent van Albert Hahn naar aanleiding van de oprichting van de CHU. IVIaar hier is alles weer 'rozegeur en maneschijn'. Het geheel vormde de opening van een tentoonstelling ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de VU. FotoAVC/VU

beste oordeelt. Ook al word ik niet gekozen, m/y deert dat niets. Integendeel. In dezen ben ik quietlst." Lohman voelde dat hij niet langer kon weigeren. Hij ging akkoord met een eventuele benoeming. Maar Kuyper vertrouwde hij toe; "Tegen eventueel welslagen van mijn T ^ candidatuur zie ik op als tegen een berg. Of liever; het ^ • i ^ vooruitzicht daarop drukt mij vreselijk. Groote lust gevoel W H B ^ ik om mij liever van alle openbare zaken terug te trekken, i ^ g g j Mijn kennis is onvoldoende; mijn geloof is zwak. En toch ^ ^ ^ weet ik niet, of die bezwaren geen temptaties zijn." ] J | ^ 2 De eerste indruk die Lohman kreeg van de Kamer was al• • ü ^ lesbehalve gunstig. Nu ging hij natuurlijk ook met tegen^ S ^ zin zijn politieke loopbaan tegemoet, maar de sfeer die hij 5 2 3 in de Kamer aantrof deed hem daarover bepaald niet van D C i i i gedachten veranderen. Hij schreef; "Natuurlijk kan ik ^ " ^ slechts zeer oppervlakkig oordelen; maar de eerste in5 5 ^ druk is voor de Kamerleden niet zeer vleiend. Tot dusver 10^^ ontving ik van geen enkel collegie, waarin ik voor 't eerst i ^ 3 ( * optrad zoo weinig indruk van superioriteit der nieuwe colm^\ legas. De meesten herinneren u meer aan oud-studenten ^ ^ ^ dan aan staatslieden." JSSJ C H ]

I I et werken in de Kamer werd Lohman moeilijk ge\ ^ \ maakt door de supervisie die Kuyper daarbuiten i 1 uitoefende op het handelen van de ar-kamerleden. Een van de eerste keren dat Lohman in de Kamer verscheen overhandigde een collega hem een briefkaart van Kuyper waarop deze Lohman in stellige bewoordingen adviseerde tégen een bepaald hoofdstuk van de begroting te stemmen. De wijze waarop Kuyper zich met het reilen en zeilen van de Tweede Kamerfractie bemoeide is later veelvuldig onderwerp van kritiek geworden. Ook Suttorp wijst op de moeilijkheden die dat opriep. De 'kamerdub' ontzegde Kuyper niet het recht tot adviseren en kritiseren, maar dat betekende niet dat men daar alles maar gedwee aanvaardde. Het bezwaar gold de besliste toon waarop Kuyper sprak, "een toon die door haar felheid

'Als mensch staat Lohman wel heel ver boven Dr. Kuyper' vaak alle moed tot tegenspraak wegnam." Voorts beperkte Kuyper zich niet tot algemene beginseizaken, maar liet hij zich ook uit over zeer praktisch beleid. Ook het moment was niet altijd even juist gekozen. En omdat Kuyper niet in Den Haag woonde en dus niet alle besprekingen kon bijwonen, had hij vaak het gevoel dat hij buiten de zaken werd gehouden. Maar dat lag volgens Suttorp nu juist aan het feit dat hij als journalist - Kuyper was toen hoofdredacteur van het dagblad De Standaard - vaak vooruitliep op zaken die nog In bespreking waren. Lohman ageerde tegen het beeld dat Kuyper's artikelen bij de lezers zouden oproepen; "Dan zijt gij de veldheer die gelijk hebt, en wij zijn de stommerikken." Bovendien bestonden nogal wat politieke geschilpunten tussen Kuyper en Lohman. De laatste vond bijvoorbeeld dat het onjuist was tegen een begroting te stemmen als het om een ander politiek doel ging. Ook over meer fundamentele zaken waren zij het oneens. Prof.dr. J.H. Prins, hoogleraar staatsrecht aan de VU, constateert in een bundel artikelen ter nagedachtenis aan Kuyper, dat beiden verschillend dachten over de begrenzing van de

16

staatsmacht. Kuyper zag de oplossing in de 'souvereiniteit in eigen kring', de opdeling van de samenleving in een aantal kringen, zoals gezin, school of bedrijf, die alleen verantwoording waren verschuldigd tegenover God en waarin de staat zich niet mocht mengen. Volgens Lohman was de staat in beginsel van geen enkel gebied der samenleving uitgesloten, maar diende deze zich te beperken tot de regeling van strijdige belangen. Oneens waren zij het ook over het gebruik van het woord 'calvinisme'. In het eerste artikel van het concept-program voor de ARP schreef Kuyper dat het Nederlandse volkskarakter "onder Calvinistischen invloed" zijn stempel ontving. Onder druk van Lohman werden die woorden gewijzigd in; "onder invloed der hervorming." Deze tegenstelling zou later nog tot een dramatisch conflict leiden.

tijd pratend over zich zelven en over zijn werk - maar werkelijk deelend in anderer omstandigheden. Als mensch staat hij wel heel ver boven Dr. Kuyper." Een verschil tussen Lohman en Kuyper was ook het opportunisme van de laatste en de taktiek en berekendheid die vriend en vijand naar zijn motieven deed gissen. Lohman was onberekenbaar omdat hij zijn standpunten geheel zelfstandig bepaalde en daardoor wel eens voor verrassingen zorgde. Volgens dr. J. de Bruijn, hoofd van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, "was hier sprake van een tegenstelling tussen de juridische, empirische geest van Lohman, die zich het liefst aan de feiten hield, en de romanticus, organisator en verbeelder Kuyper, die de werkelijkheid naar zijn hand trachtte te zetten met concepties, plannen, fantasieën en taktieken."

oe Kuyper en Lohman over elkaar dachten valt af te lelden uit brieven die zij schreven en uit observaties van tijdgenoten. Kuyper vindt Lohman een conservatief, "een lastig heerschap", en "Een beste kerel van wie ik veel houd, maar hij volgt geen vaste lijn." Mr. A.W.F. Idenburg, jarenlange vriend van Kuyper schreef in een brief aan zijn vrouw; "Gisteravond heb ik gezellig gegeten bij den heer De Savornin Lohman. We hebben niet over de binnenlandsche politiek gesproken; wél over de buitenlandsche en over algemeen politieke beschouwingen. Hij is wel een heel ander mens als Dr, Kuyper. Niet zoo egocentrisch; niet zoo apodictisch. Meer gewoon, meer werkelijk beschaafd, meer gezellig. Niet al-

et smeulende conflict tussen Kuyper en Lohman kwam uiteindelijk tot uitbarsting rond 1895. In die tijd speelden twee kwesties; de uitbreiding van het kiesrecht en Lehman's positie als hoogleraar aan de Vrije Universiteit. Hoewel deze belde zaken in feite niets met elkaar te maken hadden, heeft de opstelling van Lohman in de ene zaak de uitkomst van de andere waarschijnlijk geen goed gedaan. Ook Lohman was betrokken bij de oprichting van de 'Vereeniging voor Hooger onderwijs op gereformeerden grondslag' in 1878 en de Vrije Universiteit twee jaar later. Al snel deed zich een meningsverschil voor, namelijk of iemand die de zogenaamde 'ethische' richting was toege-

H

VU-MAGAZINE - SEPTEMBER 1987

VU-MAGAZINE - SEPTEMBER 1987

^H

daan, wel kon toetreden tot het Bestuur der Vereniging. De ethischen vielen de fundamentele dogma's van de kerk aan en stonden open voor de moderne cultuur en modern wetenschappelijk onderzoek. Voor Kuyper was er voor de ethischen geen plaats, alleen voor hen die in Kuyper's ogen waarlijk gereformeerd waren. Lohman pleitte voor meer vrijheid en minder toezicht door het Bestuur dan Kuyper wenste. "Doch verder kan - en dit is ook de bedoeling der oprichters - niet gegaan worden, al ware het alleen omdat een Hoogleraar zich moeilijk kan onderwerpen aan de uitspraak van een afwisselend, niet kerkelijk en niet met de geloovige gemeente verbonden Bestuur." Enkele jaren later werd Lohman gevraagd de positie te vervullen van hoogleraar aan de juridische faculteit. Hij aarzelde, want de twee functies die hij reeds vervulde raadsheer en kamerlid - lieten geen derde toe, en één van de twee functies neerleggen viel hem te zwaar. Uiteindelijk legde hij zijn functie als raadsheer neer en vroeg het Bestuur toestemming het hoogleraarschap te combineren met zijn kamerwerk. Tevens maakte hij een voorbehoud omtrent artikel 2 van de statuten. Daarin werd gesteld dat alleen de gereformeerde beginselen als grondslag voor het onderwijs werden erkend. Lohman stelde dat hij zich niet volledig kon verenigen met de dogmatische strekking van dit artikel. Het Bestuur verklaarde zich met dit voorbehoud akkoord en zo begon Lohman zijn wetenschappelijke arbeid in 1884. In 1890 werd hij onverwacht en voor korte tijd benoemd als minister in het kabinet-Mackay. Om die reden vroeg

17

Spotprent door L.J. Jordaan op de onenigheid tussen Kuyper en Lohman. Beiden werden wel op een hofbal in 1910 gesignaleerd, maar niet bepaald als vrienden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 325

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's