GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 14

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onbetwistbaar is in ieder geval dat de belangrijke industrielanden op grootscheepse wijze het biotechnologie-onderzoek stimuleren. Sommige spreken zelfs al over een 'internationale biotechnologiewedloop'. Het zal duidelijk zijn dat de arme landen aan die wedloop met een fikse achterstand en een zware handicap beginnen. Maar in Nederland denken veel mensen ook dat biotechnologie voor de derde wereld zelf, in het geheel nog niet aan de orde is. Zulke hoogontwikkelde technologie zou nooit ten goede kunnen komen aan de mensen die het het hardst nodig hebben: in het bijzonder de kleinschalig werkende boeren. Luuk Boon, student biologie

Veel zaadveredelingsbedrijven zijn de laatste jaren in handen gekomen van de multinationals. aan de VU, die drie maanden lang een verkennend onderzoek in Zimbabwe deed, kwam echter tot geheel andere conclusies. In de eerste plaats bleek dat men in een land als Zimbabwe helemaal niet zo achterlijk is als in het westen vaak wordt gedacht. In het land zelf was men namelijk al bezig met biotechnologisch onderzoek, deels gefinancierd door boeren aldaar. Waar men dus in Nederland nog twijfelde aan de zin van zulk onderzoek, was men in Zimbabwe zelf allang van de relevantie overtuigd. Daarbij komt dat het land in het bezit is van een goede infrastructuur, zodat ook de kleine boeren in de verafgelegen dorpen gemakkelijk bereikt kunnen worden. Veelal in de dorpswinkel, naast de drankflessen, waren de meest moderne, hybride zaden verkrijgbaar.

I

n de tweede plaats bleek dat arme, onderontwikkelde landen wel degelijk baat kunnen hebben bij biotechnologie. Er zijn veel meer toepassingen denkbaar dan de vervanging van grondstolTen door westerse substitutieprodukten. In ontwikkelingslanden hebben gewassen bijvoorbeeld veel onder virussen te lijden, waardoor de opbrengst van de oogst verminderd wordt. Door middel van biotechnologisch onderzoek zou geprobeerd kunnen 12

worden om die gewassen resistent te maken tegen virussen. Of men kan proberen bepaalde gewassen beter bestand te laten zijn tegen de droogte, waardoor ze een veel grotere overlevingskans hebben. Door zulke toepassingen hoeft men minder grond te beplanten om toch dezelfde opbrengst te krijgen. In Zimbabwe is dat belangrijk, omdat de kleine boeren van oudsher op de slechtste grond zitten die door de intensieve bebouwing wordt uitgeput. Een ander praktisch punt waar veel boeren mee geholpen kunnen worden, is de binding van stikstof. Er zijn bacteriën die in symbiose leven met een plant. De stikstof die deze bacteriën uit de lucht halen, komt ten goede aan de plant. In Zimbabwe worden al zakjes met bacteriepreparaten voor een lage prijs in omloop gebracht, zodat de boeren hun gewassen ermee kunnen besprenkelen. Maar men tracht nog verder te gaan: elders in de wereld wordt onderzoek gedaan waarbij men probeert om de genen van bacteriën in de plant over te brengen, zodat de plant zélf in staat zal zijn stikstof te binden.

biedt een hele zwakke basis: de prijzen zijn laag en bovendien zeer wisselend. Enige stabiliteit ontbreekt op die manier. Het is wel duidelijk dat de biotechnologie momenteel voor de ontwikkelingslanden meer problemen creëert dan oplost."

T

och is het voor een ontwikkelingsland niet onmogelijk om meer stabiliteit in de economie te bewerkstelligen. Als een land meer verschillende bronnen van inkomsten heeft, worden de risico's gespreid. In Thailand betekent dit dat vooral de veeteelt verder ontwikkeld zou moeten worden. Veel bedrijfjes bezitten al rundvee en buffels, maar die worden bijna alleen als trekkracht in de landbouw gebruikt. Terwijl nu de melkpoeders bij tonnen geïmporteerd worden, lijkt het heel voor de hand liggend om het rundvee voor melkproduktie te gebruiken. Maar de buffels kunnen ook als 'vleesproducenten' ingezet worden. Die bevordering van de veeteelt is echter niet zo eenvoudig als ze lijkt. Er bestaat een aantal problemen: het management is slecht, de dieren Het is overigens nog maar de vraag krijgen inferieur en onvoldoende of zoiets ooit mogelijk zal zijn; in de voedsel en het aantal ziektes is hoog. afgelopen jaren zijn op dat terrein Wat dit laatste betreft, de situatie nauwelijks successen geboekt. Maar zou al verbeteren als er snelle, goedmocht het wel lukken, dan heeft kope en specifieke middelen aanwemen minder kunstmest nodig. Het zig zouden zijn om deze ziektes te gewas hoeft hierdoor minder bewer- diagnostiseren. Juist op dat terrein kingen te ondergaan en dat is met van de ziektediagnose zou de bioname voor de kleine, arme boer aan- technologie aangewend kunnen trekkelijk; men krijgt dan, wat in worden op een wijze die wel gunstig vaktermen genoemd wordt een low uitpakt voor een ontwikkelingsland. input agriculture. Omdat kunstmest Helaas kan Thailand zelf zulk onnu uit het buitenland moet worden derzoek niet uitvoeren, simpelweg gehaald, is zoiets bovendien gunstig omdat de kennis ontbreekt. Nederland beschikt in principe wel over de voor de betalingsbalans. In Zimbabwe zijn de voorwaarden kennisvoorraad, maar zal niet uit voor biotechnologische toepassin- zichzelf onderzoek opzetten dat gen relatief gunstig, maar in een voor Thailand relevant is, omdat land als Thailand staan de zaken er veel van de daar heersende dierziekminder goed voor. Een andere bio- tes in ons land niet voorkomen. Wil logiestudente, Jacqueline Broerse, is er dus een verbetering van de diagde afgelopen zomer in dat land ge- nostiek plaatsvinden, dan zal een weest. In Thailand kon zij al enige samenwerking tot stand moeten koeffecten waarnemen van de biotech- men waarbij de Nederlandse ondernologische ontwikkelingen die in het zoekers zich uitdrukkelijk richten westen plaatsvinden: "Er vindt een op de behoeften en problemen van produktvervanging plaats. Zo hoeft het ontwikkelingsland. suiker bijvoorbeeld in steeds minde- De vraag die zich vervolgens voorre mate door de ontwikkelingslan- doet is: willen de Nederlandse onden geleverd te worden. Het gevolg derzoekers dat wel en bestaan er daarvan is dat de exportmarkt in el- ook de mogelijkheden toe? In op kaar zakt. Ook een produkt als rijst dracht van het ministerie van OnVU-MAGAZINE-^ANUARI 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's