GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 118

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 118

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

stonden geluk, ontplooiing, genieten als vanzelfsprekendheden te gaan beschouwen." Zo bezien is de individualisering als cultuurkenmerk van onze hedendaagse samenleving, niets anders dan het onvermijdelijke gevolg van de ingrijpende sociale structuurveranderingen - verstedelijking, toegenomen mobiliteit, en sociale differentiatie die in de na-oorlogse jaren in versneld tempo plaatsgrepen.

I

op na houdt. Er zijn voldoende aanwijzingen dat met name dit type Nederlander sterk in aantal is gestegen en voorlopig nog wel zal blijven toenemen. Het ligt voor de hand dat we in deze categorie de meeste 'hedonisten' en veranderingsgezinde trendsetters zullen aantreffen.

V

anzelfsprekend is deze morele aardverschuiving niet uit de lucht komen vallen. Voor een deel is ze zelfs gewild: mondigheid en onafhankelijkheid vormden immers belangrijke strijdpunten in de jaren zestig. Als waarden hebben ze inmiddels vaste grond onder de voeten gekregen, al betekent dat nog niet dat de vorm waarin ze uiteindelijk gemeengoed werden ook de meest ideale is. Sociologen zien de 'sociale differentiatie' als fundamentele oorzaak achter de veranderingen die een sterke nadruk op de individuele vrijheid gemeen hebben. Ze bedoelen ermee dat allerlei circuits waarvan het individu deel uitmaakt, en die vroeger nauw met elkaar waren verweven, meer en meer een eigen leven zijn gaan leiden. Gezin, werk- en vriendenkring, kerkelijke gemeente en het openbare leven, raken in toenemende mate los van elkaar, waardoor ook het individuele waardepatroon gefragmenteerd raakt. 28

Overkoepelende instellingen, zoals de kerken, met een vanouds sterke sociaal-controlerende functie, hebben mede door die fragmentatie een groot deel van hun macht verloren. De individuele 'lidmaten' werden langzamerhand ongrijpbaar, en ontworstelden zich aan de traditionele sociale dwang. Dergelijke 'controleinstituten', "die voor de effectiviteit van hun invloed afhankelijk zijn van hechte locale gemeenschappen, moeten het nu hoofdzakelijk hebben van in vrijwilligheid en uit overtuiging aanvaarde normatieve oriëntaties", zoals de Tilburgse onderzoekers het in hun epiloog sociaal-wetenschappelijk verantwoord verwoorden. Het brengt hen tot de volgende slotsom: "Sociale differentiatie, urbanisatie en mobiliteit gaven het individu de mogelijkheid zich te onttrekken aan de controle van de locale gemeenschap, maar verklaren nog niet waarom persoonlijke vrijheid als waarde in betekenis sterk toenam. Daarvoor was nodig dat de enkeling voor zijn levensvoorwaarden niet langer van deze gemeenschap afhankelijk was, niet van familie- of burenhulp bij ziekte, niet van hulp bij de voorziening in het levensonderhoud, niet van edelmoedigheid en solidariteit bij tegenspoed of blijvende armoede. En tenslotte was nodig dat welvaart en sociale zekerheid toe-

n de epiloog bij het Tilburgse rapport, verwoordt prof.dr. Ruud de Moor ook de zorg van de gezamenlijke onderzoekers over de geschetste morele ontwikkeling in ons land. Het gevaar ligt op de loer, aldus De Moor, dat een overheid, die in toenemende mate wordt gewantrouwd, en een groeiend vacuüm tussen de staat en de persoonlijke levenssfeer, een verdere individualisering met een sterk egoïstische inslag zullen bevorderen. Een niet denkbeeldig risico - zelfs niet in een democratische samenleving - wanneer welvaartsdaling en gevoelens van machteloosheid hand in hand gaan, en begeleid gaan worden door een steeds bureaucratischer opererend politiek apparaat. Daarbij komt dat de betrokkenheid van staatsburgers bij het politieke gebeuren toch al afneemt, onder invloed van maatschappelijke veranderingen die door de Amerikaanse socioloog R. Inglehart al eens treffend zijn omschreven als 'de stille revolutie'. Zo is bijvoorbeeld de 'klassentegenstelling' als basis voor politieke partij vorming nagenoeg verdwenen, en is de aantrekkingskracht van het 'confessionele beginsel' als factor in de politieke plaatsbepaling eveneens tanend. Het lijkt, kortom, steeds moeilijker de samenleving bijeen te houden, en een gemeenschappelijke basis of bindend element te vinden, waardoor iedereen zich aangesproken kan voelen. Vanouds vervulden kerk en godsdienst, niet zelden onbewust, een dergelijke functie. En ook nu weer bezint, binnen de kerken, een groep verontruste en maatschappelijk geëngageerde gelovigen zich op de 'wereldlijke' taak in dezen van de kerk; men is er naarstig op zoek naar een nieuw 'publiek ethos' en naar mogelijkheden om mensen van vandaag 'nieuwe mores' bij te brengen. VU-MAGAZINE—MAART 1988

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 118

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's