GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 239

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 239

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

D

Mr. J. Burger: een werkwijze van macabere schoonheid. Foto Bert Nienhuis

ons". Het verkiezingsprogram Keerpunt '72 was tevens onveranderlijk regeringsprogramma en men vormde zelfs een schaduwkabinet. De n 1972 had Nederland een re- kiezer moest reeds vóór de verkiegering die bestond uit een coali- zingen weten waar hij aan toe was, tie van vijf partijen: KVP, ARP, en daarna onderhandelen met poliCHU, W D en DS'70, onder leiding tieke tegenstanders was taboe. van de ARP-er Biesheuvel. In de zo- Deze voor Nederlandse begrippen mer van dat jaar bezweek dit kabi- nogal onorthodoxe strategie moet net aan interne twisten: onenigheid gezien worden tegen de achtergrond was er vooral omtrent de loonpoli- van die tijd (eind jaren zestig, begin tiek en (ook toen al) de overheids- jaren zeventig). Het politieke klibezuinigingen. DS'70 verliet met maat stond in het teken van de potwee ministers de coalitie en het larisatie, het op de spits drijven van overgebleven rompkabinet schreef tegenstellingen. In plaats van te zoevoor 29 november 1972 verkiezingen ken naar het compromis, zoals gebruikelijk was in ons parlementaire uit. stelsel, werd bewust aangestuurd op een conflict. De PvdA radicaliseerde onder invloed van Nieuw Links en nam in 1969 de 'anti-KVP-motie' aan, die het praktisch onmogelijk zou maken nog met deze, volgens hen onbetrouwbare partner, te gaan regeren. De verkiezingsuitslag compliceerde de doelstelling van het progressieve trio doordat ze (uiterWat opvalt bij de verkiezingsstrijd is aard) geen meerderheid behaalden: dat de oorzaak van de kabinetscrisis samen kregen ze 56 zetels, wel de helemaal geen rol speelde. In de on- grootste minderheid, want de drie gekend felle strijd om de gunst van christen-democratischepartijenKVP, de kiezer ging het maar om één ARP en CHU bleven steken op 48 doel: het mogelijk maken van een zetels. De grootste klap kreeg de nieuwe politieke meerderheid. De KVP te verwerken met een verlies PvdA vormde met twee andere, klei- van acht zetels. Twee belangrijke nere en jonge partijen (PPR en conclusies: het politieke (confessioD'66) een progressief blok, dat de nele) centrum verloor haar machtsoverige partijen uitdagend de keuze positie en er was geen werkbare liet: "wie niet voor ons is, is tegen meerderheid ontstaan.

tekende deze formatie voor de toekomst van de poHtieke partijen en voor het politieke krachtenveld?

I

'Het gevaar van direct wegstemmen of geleidelijkaan gewurgd te worden was veel te groot.'

4

e formatie die volgde werd een persoonlijk succes voor de in 1986 overleden PvdAnestor Jaap Burger. Hij was een sociahst van de oude stempel, met groot gezag, die bovendien het laatste kabinet-Drees in 1956 tot stand had gebracht. In die tijd kreeg hij landelijke bekendheid met zijn originele en eigenzinnige werkwijze. Hij gebruikte de openbaarheid (vooral de pers) naar het hem uitkwam, en het idealisme van de jonge garde relativeerde hij sterk; eerder ging hij uit van het standpunt van het hoogst haalbare. Op grond van de bevindingen van zijn wegbereider, de informateur M. Ruppert (ARP) die op 4 december op koninklijk gezag het spits mocht afbijten, kwam Burger al snel tot de conclusie dat een 'rood-witte' coalitie de meest realistische optie zou zijn en niet een minderheidskabinet van links, want "... Ik vond die oplossing een krakkemikkig geval tot en met. Het gevaar van direct wegstemmen of geleidelijk aan gewurgd te worden was veel te groot. Dat beseften die jongelui allemaal niet zo. Enige begerigheid om minister te worden was hen daarbij natuurlijk niet vreemd en zonder confessionelen konden er zo maar 6 meer in het kabinet." Burger wilde dus niet aan de willekeur van de confessionelen overgeleverd worden en de KVP en de ARP tot deelname aan een kabinet verleiden. Hoe ging Burger te werk? Op de eerste plaats bleek Keerpunt 72 niet zo onaantastbaar te zijn en mochten ook de confessionele drie hun program inleveren. Vervolgens probeerde hij de CHU buitenspel te zetten, omdat de meest conservatieve van de drie christelijke partijen het imago van het toekomstig kabinet voor de PvdA-achterban te sterk zou aantasten. De meest opzienbarende actie van Burger was de 'inbraak' in de ARP, waarbij hij twee prominenten uit die partij (J. Boersma en W. de Gaay Fortman) overhaalde om zitting te nemen in het kabinet-Den Uyl. Dit laatste was een belangrijke troef, want door nu te dreigen met een inbraak bij de KVP kon hij extra druk uitoefenen op KVP-leider Andriessen. Burger gebruikte een briljante tactiek tijdens zijn formatie: een potentiële zwakheid, namelijk de rigouVU-MAGAZINE—JUNI 1988

reuze starheid van de PvdA c.s. betreffende Keerpunt 72 en de confessionele inbreng, wist Burger om te buigen in een voordeel. Want juist door die schijnbare onverzoenlijkheid wist hij veel concessies van de confessionelen los te krijgen.

Z

o kon op 11 mei 1973 na ruim vijf maanden formeren het kabinet-Den Uyl beëdigd worden. Het 'rode kabinet met de witte rand' was een eigenaardig en eigensoortig verschijnsel: de 10-6 ministerverhouding (respectievelijk progressieven en christen-democraten) was geen weerspiegeling van de getalsverhouding in de Tweede Kamer. Bovendien had het kabinet gedeeltelijk een extra-parlementaire basis omdat de KVP en de ARP slechts bereid waren tot 'gedogen'. De vraag achteraf is natuurlijk, waarom de confessionelen zich deze 'werkwijze van een macabere schoonheid' (citaat van H. Wiegel destijds) hebben laten welgevallen. Op de eerste plaats was er de polarisatie, die ook binnen de christelijke partijen werkte; vooral de KVP kende een stevige richtingenstrijd over de toekomst van de partij, terwijl binnen de ARP ook sprake was van een geprononceerde linkervleugel (Aantjes, Boersma) en rechtervleugel (Biesheuvel). Bovendien was het politieke centrum volledig lamgelegd, aangezien de KVP, ARP en CHU zelfs met de (versterkte) W D niet over een meerderheid beschikVU-MAGAZINE—JUNI 1988

ten. Een reëel alternatief was dus niet voorhanden, het politieke centrum zat in het defensief en de slimme tacticus Burger maakte optimaal gebruik van deze omstandigheden. Op korte termijn was de formatie dus een groot succes. Maar belangrijke partijpolitieke gevolgen op wat langere termijn wijzen in een andere richting. Het lijdt geen twijfel dat de wrange ervaringen die de confessionelen in 1973 opdeden, mee hebben gespeeld bij de formatie van 1977, toen het CDA een, na de historische verkiezingswinst van 1977, schijnbaar oppermachtige PvdA buiten de regering hield en van coalitiepartner wisselde. En bovendien heeft de formatie van Burger op het vlak van de christen-democratische samenwerking precies het omgekeerde effect teweeg gebracht: de bewuste pogingen van Burger om te polariseren tussen de drie partijen, heeft ze, paradoxaal genoeg, juist dichter bij elkaar gebracht. Ten tijde van de formatie was het met de vorming van een CDA zeer droevig gesteld en dreigde het centrum als politieke factor uitgerangeerd te worden: echter juist deze acute dreiging heeft het eenwordingsproces in hoge mate gestimuleerd en versneld. In het begin van de jaren tachtig speelde het CDA allang geen defensieve rol meer: uit een oogpunt van machtspolitiek had het CDA geen behoefte aan een grote en machtige bondgenoot en beschikte samen met

de veel kleinere VVD ook over een werkbare meerderheid. Speerpunten of niet, de PvdA kon daar weinig aan doen. Momenteel is het CDA een krachtige partij met een sterke ideologische basis en met een overheersende invloed in de huidige coalitie. Het politieke klimaat is vergeleken met het begin van de jaren zeventig schijnbaar definitief veranderd: wie heeft het nu nog over polarisatie en ononderhandelbare programma's? Er heeft zich een machtsverschuiving voorgedaan die grote consequenties heeft: het CDA lijkt zeer stevig in het zadel te zitten, waarbij de huidige geliefde (de VVD) een bijrol mag spelen en de versmade verliefde (de PvdA) aan de kant mag blijven toekijken. De indirecte gevolgen van de formatie van het kabinet-Den Uyl zijn zo bezien erg ingrijpend geweest: op de vorming van het CDA en dus ook op de politieke machtsverhouding in de jaren tachtig. In dit licht moeten ook de discussies binnen de PvdA beoordeeld worden als een poging deze situatie te veranderen en weer als 'machtsfactor' mee te tellen. D Literatuur: Gerda Brautigam, Gedogen schreef hij gaat van au. De brieven van mr. J. Burger. Chris van Esterik en Joop van Tijn, 'Jaap Burger, een leven lang dwars. Uitgeverij Bert Bakker, 1985. Nico Verbeek is als historicus werkzaam bij het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme.

5

Links: De formateurs Burger en Ruppert overleggen met W.F. de Gaay Fortman (ARP). Foto ANP Burger 'bewerkt' het linkse blok. V.l.n.r.: H. van Mierlo, J. Burger. J. den Uyl en B. de Gaay Fortman. Foto ANP

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 239

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's