GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 433

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 433

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

vind ik nog steeds. Veel economen zijn bemoeials met megalomane neigingen. Deze kritiek betekent overigens niet dat ik - zoals sommigen wel denken ~ zou willen zeggen: 'hou er maar mee op'. Economie kan niet dan met beperkingen en tekortkomingen worden beoefend. Het blijft dus een speculatieve wetenschap die desondanks nut heeft en vruchten afwerpt. Maar misschien is dat zélfs met sociologie wel het geval...

I

k beschouw mezelf als een 'keynesiaan'; een aanhanger dus van de economische opvattingen van John Maynard Keynes. Maar ik doe dat Hever niet hardop. Het is een keuze van mij die niet in verband staat met mijn wetenschapsopvatting. Ik probeer die twee voortdurend gescheiden te houden, want ook ik ben een econoom. Net als anderen ben ik, wat betreft mijn keynesiaanse opvattingen, redelijk overtuigd van mijn eigen gelijk. Ik geef me er echter bij voortduring rekenschap van, dat de laatste grond waarop ik het keyesianisme aanvaard, een waarde-oordeel is; een bepaalde visie op de samenleving, die het bestaansrecht van andere gezichtspunten niet uitsluit, en die niet in de theorie zelf kan worden verantwoord. Ik aanvaard dit standpunt omdat het mij zeg maar - sympathieker voorkomt dan andere standpunten. Op grond van datzelfde waarde-oordeel verwerp ik de theorie van Milton Friedman, waarin een visie op de maatschappij tot uitdrukking komt, die ik niet deel. Het keynesianisme is slechts één van de stromingen, zij het een heel VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1988

Prof.dr. J.J. Klant (1915) was tot 1985 hoogleraar in de economie aan de Universiteit van Amsterdam. Pas in 1954 afgestudeerd en, na onder meer tien jaar bankwezen, in 1972 gepromoveerd, beschouwt hij zichzelf als een typische 'laatbloeier'. Het bleek een argument hem dispensatie te verlenen, zodat hij tot zijn zeventigste als hoogleraar kon aanblijven. Hij heeft, naar eigen zeggen, "nog altijd economisch werk onder handen". De voortgang van zijn carrière als econoom werd, behalve door de oorlog, vooral ook belemmerd door zijn succes als literator. Na 1945 publiceerde hij, naast enkele novellen, een roman waarvoor hij in 1947 de Van der Hoogtprijs kreeg. Zo is prof. Klant de enige econoom die zowel werk als 'De geboorte van Jan Klaassen' en 'De flets', als 'Geld en banken' en 'Filosofie van de economische wetenschappen' op zijn naam heeft staan. Interview: Gert J. Peelen Foto: Bram de Hollander

belangrijke, die binnen de economie kunnen worden aangetroffen. De invloed van dit denken is de laatste jaren echter sterk teruggelopen, maar oudere economen, zoals Tinbergen, Witteveen en ook Zijlstra, doen nog wel keynesiaanse uitspraken. Het probleem doet zich bovendien voor dat ook de keynesianen geen homogene eenheid vormen. Er zijn verschillende, soms strijdige, interpretaties van de theorieën van Keynes. Dat is een tweede reden waarom ik er meestal tegenop zie mezelf het etiket 'keynesiaan' op te plakken: het zou bij anderen wel eens een verkeerde voorstelling omtrent mijn ideeën kunnen opwekken.

E

conomen zeggen vaak en graag van zichzelf dat ze een niet-normatieve wetenschap beoefenen. Ande-

ren, ervan uitgaande dat dat ook werkelijk zo is, strijden op basis daarvan juist voor een economiebeoefening die dan wél normatief zou zijn. Ik zeg: de economie is van huisuit al normatief. Economen zijn bijvoorbeeld sterk doortrokken van opvattingen omtrent een natuurlijke orde, die in feite uit niets anders bestaan, dan uit een ideaalbeeld omtrent de werkelijkheid. Zo is een belangrijk ideaal dat economen erop nahouden het perfecte prijsmechanisme. Dat bestaat helemaal niet. Niettemin toetsen zij hun redeneringen daaraan. Een veelgehoorde klacht in datzelfde verband is, dat economen onvoldoende rekening zouden houden met de gedachte dat de groeimogelijkheden beperkt zijn. Ik wijs erop dat dit een theorie is, die juist door economen is verkondigd, vooral door de klassieke economen. Adam Smith nam al aan

denkbeeld gelanceerd dat ook voor milieu, grondstoffen en zo meer, een prijskaartje op z'n plaats is, zoals in de vorm van belastingen. Dat wil overigens niet zeggen dat ik vind, dat men voldoende doet aan bijvoorbeeld de bescherming van het milieu. In dat opzicht zie ik weinig reden om optimist te blijven.

D

at, als gevolg van mijn vroegere letterkundige loopbaan, mijn wijze van beoefenen van de economie 'literair' zou zijn, ontken ik als een te stellige bewering. Maar er zijn natuurlijk altijd wel verbanden en overeenkomsten te vinden. Ik heb een roman geschreven. De geboorte van Jan Klaassen, waarin het spelelement een grote rol speelt. Later heb ik grote nadruk gelegd op het spelelement in de economie. Zo zullen er altijd bepaalde lijnen te trekken zijn. Beide typen werkzaamhe-

'Ik beschouw mezelf als een keynesiaan, maar ik doe dat liever niet hardop.' dat er een eind zou komen aan de groei. Ricardo, John Stuart Mill: van hetzelfde laken een pak. Grenzen aan de groei zijn dus niet vreemd aan het economische denken. De aandacht voor de schade die een onbelemmerde groei kan aanrichten, is mede ontstaan op grond van de theorie van een econoom die de aandacht heeft gevestigd op de nadelige externe effecten van het economische proces. Op grond daarvan is het

den zijn natuurlijk stilistisch aan elkaar verwant. Ik ben een econoom van de oude stempel, die anderen verbaal van zijn ge lijk tracht te overtuigen. In dat opzicht ben ik ouderwets, want de verbale retoriek lijkt inmiddels goeddeels verdwenen uit de economiebeoefening. Hedendaagse economen bewijzen hun stellingen met behulp van wiskunde.

5 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 433

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's