GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 14

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 14

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

dat de eraan ten grondslag liggende (vermeende) tegenstelling van vrouw en rede, verre van 'opgelost' is. De röntgenfoto van het achttiende eeuwse medisch vertoog geeft het volgende te zien: de mens bestaat voor een groot deel uit vocht, uit sappen. In het lichaam van de man heerst droogte en warmte, in het lichaam van de vrouw maken koude en vochtige sappen de dienst uit. Het minder perfecte, het koude en vochtige, streeft naar het perfecte, droogte en warmte. Dit doel wordt evenwel nimmer bereikt en het gevolg daarvan is dat de vrouw een wisselvallig en wispelturig karakter bezit. Verder maakt de zachtheid van haar vlees de vrouw zowel impulsief als passief. Het vreemdst is het gesteld met de baarmoeder, dat mysterieuze vrouwelijke orgaan: die leidt een losbandig bestaan in het lichaam, zwerft tot aan de hersenen en klampt zich vast aan het hart. Het is duidelijk: wat haar natuur betreft staat de vrouw aan de kant van

zamelnaam voor een veelvoud aan denkvormen waarvan niettemin globaliserend kan worden vastgesteld dat ze zich heel wat ilexibeler van karakter tonen dan voorgaande denkvormen. Het principe van de onveranderlijke menselijke natuur wordt door de moderne, achttiende-eeuwse denkers ingeruild voor het principe van de kneedbaarheid. Het karakter van de mens zou niet reeds bij de geboorte nagenoeg vastgelegd zijn, maar zou iets zijn dat in hoge mate door de omgeving beïnvloed kan worden.

N

aïviteit kan de Verlichtingsdenkers echter onmogelijk verweten worden: het optimisme over de 'maakbaarheid' van mens en samenleving wordt bij hen onmiddellijk weer getemperd door een grondig pessimisme. Als de omgeving zich al te krachtig opdringt, als een individu teveel stimuli krijgt te verwerken, zou er wel eens iets behoorlijk mis kunnen gaan. Het evenwicht tussen het individu en zijn omgeving, en tussen lichaam en ziel, is van een bijzonder precair karakter. Wie alle prikkels zomaar op zich af laat komen, wie zich onbekommerd overgeeft aan het botvieren van de eigen hartstochten, die brengt de vochtenhuishouding in het lichaam in gevaar. Het gevolg: een eindeloze rij ziektes. Het zijn vooral de volksklassen die de onredelijkheid. En die vrouwelij- het zwaar te verduren krijgen. Uit ke natuur laat zich niet zomaar uit de monden van de verlichte, hervorhaar banen dwingen, de straf daar- mingsgezinde artsen en pedagogen op is een vernield zenuwgestel. Brita klinkt in de achttiende en negentienRang: "In het kader van zulke visies de eeuw een onafgebroken klaagop vrouwen was een geleerde vrouw zang op over de bandeloosheid die een soort vergissing van de natuur, er in dat milieu heerst. Niet dat men een monstrum naturae, iets dat tegen zo bekrompen is om te denken dat de natuur ingaat. Hebben zulke emoties en prikkels van buitenaf vrouwen weliswaar een vrouwelijk volledig ontoelaatbaar zijn, het gaat lichaam dat alle vrouwelijke dwaas- de hervormers er veel meer om dat heden laat vrezen en vermoeden, de emoties in de juiste, evenwichtige haar geestelijke vermogens echter banen geleid worden. Zelfbeheersing tonen de vergissing van de natuur: en zelfbeperking, daar moet de inhun hoofd werd immers als manne- vloed van de omgeving op het indilijk voorgesteld." vidu op uitdraaien. Maar niet alleen de volksklassen, n de loop van de achttiende ook de meer gegoede milieu's moeseeuw raakten zulke denkbeelden ten oppassen. Het zich ongeremd langzamerhand achterhaald. overgeven aan de verrukkingen van Om die veranderingen te kunnen het lezen van romans, het bekijken plaatsen moeten we het maatschap- van theaterstukken en het beoefenen pelijk decor aan een korte inspectie van wetenschap kon desastrueze efonderwerpen. Dat decor nam de ge- fecten hebben. stalte aan van de Verlichting, de ver- Dat ook de wetenschap als potentië-

De geleerde vrouw is eeuwenlang als een ongerijmd verschijnsel, een buitenissig wezen beschouwd.

I 12

le onheilstichter gezien werd, kan verbazing wekken. Proclameerde de Verlichting zich niet als het tijdperk van de rede en had de rede in de vorm van de wetenschap niet zijn mooiste en bestzittende kostuum aangetrokken? Waar betrouwbare kennis op het toneel verschijnt, zo leek het toch, daar zouden tot dan toe respectabele opvattingen ontmaskerd worden en hun ware, afzichtelijke tronies van bijgeloof en vooroordeel laten zien. Deze opvattingen waren inderdaad wijd verbreid, maar Michel Foucault geeft in zijn Geschiedenis van de waanzin aan dat de houding ten aanzien van de wetenschap niet vrij was van een zekere dubbelzinnigheid. De grote angst was dat het streven naar kennis zou leiden tot een ware studiemanie; het bibliotheekleven en de abstracte speculatie kunnen een onophoudelijke agitatie van de geest veroorzaken, waar tegenover, als schrijnend contrast, de roerloosheid van het lichaam staat. De gedachten hebben de nei-

ging om te gaan vliegeren, het contact met de werkelijkheid te verliezen, je kunt ze daarom maar beter kort houden. Een Franse arts maakte de volgende analogie: iemand die in de buitenlucht aan het sjouwen is, krijgt eelt op zijn handen en zijn armen worden een en al spierbundel.Op dezelfde wijze zou een teveel aan geestelijke activiteit leiden tot verharding, in dit geval van het brein. Door die verharding is het brein uiteindelijk niet meer in staat om ideeën met elkaar in verband te brengen. De medische prognose is in dat geval niet gunstig: de geest is gedoemd te dementeren, Hoe abstracter of complexer de kennis wordt, des te groter het risico van waanzin. Met name die wetenschappen waarvan het object niet onmiddellijk met de zintuigen kan worden waargenomen bergen de grootste gevaren voor fysieke onevenwichtigheden in zich. Foucault constateert dat in de tweede helft van de achttiende eeuw een

ander begrip van waanzin opgang maakt. Niet langer wordt de waanzin gerelateerd aan de zondeval of aan een onveranderlijke, dierlijke essentie van een bepaalde categorie mensen. De waanzin wordt vanaf die tijd begrepen als de afstand die de mens tot zichzelf en zijn wereld in acht neemt; een afstand tot datgene wat direct, in de natuur, aan hem gegeven is. Modern gesproken, de mens lijdt onder een ernstige 'vervreemding' die alleen kan worden opgeheven door 'terug naar de natuur' te gaan; terug naar het eenvoudige leven zonder de overmaat aan intellectuele en kunstmatige prikkels waardoor het moderne leven zo geteisterd wordt. Wat betekent dit nu voor vrouwen? Brita Rang constateert dat in de achttiende eeuw neurofysiologische interpretaties van waanzin buitengewoon in zwang raakten. Hysterie, zo luidde de medische diagnose, is een ziekte waarbij zenuwen èn omringende omgeving op elkaar inwerken. De artsen concludeerden op grond van de zwakkere lichaamsbouw van vrouwen dat zij eveneens over een zwakker zenuwgestel beschikten dan mannen. Lichamelijke zwakte en morele zwakte worden onverbrekelijk aan elkaar geketend; en aangezien de vrouw niet van haar lichaamsbouw bevrijd kan worden, zal ook haar geest in de boeien geslagen blijven.

D

oor hun zwakke zenuwgestel worden vrouwen des te ontvankelijker voor de kunstmatige prikkels van het moderne leven. De meeste vrouwen met intellectuele pretenties waren afkomstig uit de hogere klassen en als zodanig was hun positie al riskant. Meer dan de volksvrouwen komen zij in aanraking met allerlei de gezondheid bedreigende genietingen. Als zij zich nu ook nog eens overgeven aan de wetenschappen, is het helemaal afgelopen, Brita Rang: "Hun verzwakte lichamen, hun diffuse sensibiliteit, hun morele poreusheid, worden door literaire fantasmen, wiskundige formules, filosofische redeneringen nog slapper, nog sensibeler, nog poreuzer. Zonder weerstand wordt het lichaam de klankkast van deze externe prikkels. Uiteindelijk circuleert de hysterie vrij in het vrouwelijk lichaam," De remedie die tegen deze kwalen wordt voorgesteld, is eenvoudig en voor de hand liggend: in de schoot van het gezin kan de vrouw zich het meest succesvol afschermen tegen de overmaat aan deze prikkels. De man is de poortwachter die de deur op een kier houdt en nauwlettend toeziet dat er niet teveel buitenwereld naar binnen glipt. Waar de door wetenschap en literatuur opgeroepen hartstochten de vrouw uiteindelijk met het hoofd tegen de muur van de dwaasheid doen oplopen, biedt het gezin een uitweg; daar worden de zorgvuldig gedoseerde emoties op de juiste wijze gekanaliseerd en ten nutte gemaakt. In plaats van intellectuele overtrokkenheid circuleert in het gezin het gevoel in de vorm van huiselijke ingetogenheid, bescheidenheid en stille, onopgemerkte werkzaamheid. De man wordt in principe bedreigd door dezelfde gevaren, alleen is hij daar beter tegen gewapend. Niet alleen heeft hij een sterkere weefselstructuur, hij is ook moreel krachtiger. Brita Rang: "En juist dit feit is belangrijk. Wat namelijk bij een man wel en bij een vrouw bijna niet aanwezig is, dat is de kracht zichzelf te vormen, zich onafhankelijk te maken van de natuur."

I

Alle vrouwelijke hoogleraren aan de Universiteit van Amsterdam: in 1986 slechts vier procent van het totaal aantal hoogleraren. Foto Muriel Agsteribbe

n tegenstelhng tot de vrouw wordt aan de man de mogelijk- ^ , ., ,

.,

,

Grafzuil van een

heid toegeschreven om een 'medica', een autonoom subject te worden. Dat 13 is vrouwelijke arts.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 14

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's