GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 341

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 341

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het gebeurde zomaar, opeens. Het was nacht. Mevrouw W. hoorde gebons op de deur. Ze keek op en zag zeven brandende kaarsen voor het raam staan. Ze vroeg haar man of die het ook had gezien. Dat had hij, maar hij voelde er niets voor er aandacht aan te besteden. Misschien hadden ze het allebei wel gedroomd, opperde hij.

badcel Precies drie maanden later raakte mevrouw W. in verwachting, en weer drie maanden later kreeg zij een miskraam. Zij dacht terug aan de zeven kaarsen, maar durfde het vermoeden dat die iets met de miskraam te maken hadden niet uit te spreken. Ze was al eens eerder in een inrichting opgenomen geweest en was bang opnieuw 'platgespoten' te worden. Mevrouw W. raakte nog zes keer zwanger en kreeg nog zes miskramen voordat zij, toen zij voor de zevende keer zwanger was, in aanraking kwam met mevrouw A. Mevrouw A. noemt zichzelf gebedsgenezeres. Zij zei mevrouw W. dat ze bloemen moest kopen, een ei, een lekker geurtje en dat ze moest bidden. Het ei moest ze koken en opeten, terwijl ze een wens deed en vroeg wat degene die op de deur gebonsd had wilde. Ze deed het stiekem, op een moment dat haar man niet thuis was. Vrijwel meteen werd er aangebeld. De buurvrouw van mevrouw W. stond voor de deur en vroeg of ze een kopje koffie mocht komen drinken. Dat was nog nooit eerder gebeurd. Sinds die tijd kwamen er steeds meer mensen op bezoek. Allemaal zeiden ze dat het zo lekker rook in het huis van mevrouw W. en dat er zo'n prettige sfeer hing. Mevrouw W. kreeg een droom. Er werd aangebeld en toen ze opendeed, stond er een zwangere vrouw voor haar. Deze keer had ze niet gebonsd, zei de vrouw. Mevrouw W. vroeg of ze binnen wilde komen. Dat wilde ze niet, maar, zei ze, er hangt hier een prettige sfeer. Het zevende kind van mevrouw W. VU-MAGAZINE—SEPTEMBER 1989

werd gezond geboren. Op de plek waar het huis van mevrouw W. was gebouwd, zo luidde de verklaring, waren verschillende goden gehuisvest. Hun was echter nooit een offer gebracht. Nu mevrouw W. dat gedaan had, namen de goden haar in bescherming.

V

an dit soort voorvallen wemelt het in het verslag dat een groep onderzoekers aan de Universiteit van Amsterdam maakte van haar onderzoek naar de positie van Afrosurinamers in de Nederlandse gezondheidszorg. Voorvallen als deze illustreren de grote betekenis die winti-rituelen voor veel Afrosurinamers hebben. Als er één ding is dat uit het verslag duidelijk wordt, dan is het echter het feit dat de Nederlandse gezondheidszorg niet of nauwelijks uit de voeten kan met de werking van winti. Winti wordt doorgaans gebruikt als aanduiding voor de godsdienst van de Afrosurinamers. Dat is niet helemaal terecht. Winti is een Surinaams woord dat drie dingen kan betekenen: 'wind', 'adem' en 'geest'. Het woord duidt de goden en geesten aan die de lucht en de aarde, het water en het bos bevolken. Het geloof in winti is door Afrikaanse slaven uit hun moederland meegenomen. Hun afstammelingen (Creolen en Bosnegers) hebben het opnieuw gestalte gegeven op de plantages en in het bosland van Suriname. Het geloof heeft onder Creolen een andere inhoud dan onder Bosnegers en ook tussen Creolen onderling en Bosnegers onderling komen grote verschillen

voor. Neem alleen al de naam: Foto onder Bosnegers spreekt men niet Bert Verhoeff van winti, maar van gado. De Amsterdamse onderzoekers beroepen zich vooral op het standaardwerk dat C. Wooding over winti schreef als zij het Afrosurinaamse goden- en geestenpantheon beschrijven. Anana, de schepper, staat daarin bovenaan. De geesten zijn vooral van belang omdat zij bezit kunnen nemen van mensen. Deze mensen raken in trance, een geestelijke toestand waarin contact met de bovennatuurlijke wereld ontstaat. Ook de voorouders spelen een belangrijke rol: die moeten in ere gehouden worden, opdat zij op hun beurt hun nakomelingen beschermen en zorgen voor vrede in de familie. Elk individu bezit een kra, een ziel van goddelijke oorsprong. De zuiverheid van de ziel moet in stand gehouden worden door het evenwicht van djodjo, kra en jorka. De jorka, de lichamelijke component van het

'Je moet voor een patiënt op de knieën gaan, alleen dan kun je hem echt helpen.' individu, staat voor de levenservaring van het individu. De djodjo, een soort goddelijk ouderpaar dat het individu beschermt, bevat een wereldwijsheid die boven het individu uitstijgt. Op deze manier, concluderen de onderzoekers, wordt "feitelijk niets anders dan de verhouding tussen het individu en zijn eigen cul31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 341

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's