GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 68

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 68

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de eigenlijke vraag: welke mechanismen spelen een rol bij de aanpassing van de gistcel aan gewijzigde uitwendige omstandigheden, zoals bij de overgang van een voedselarme naar een voedselrijke omgeving? Wat is de oorzaak van het feit dat de genen gelijktijdig aanzetten tot meer eiwitproduktie?

Gistcellen, vijfduizend maal vergroot: legio toepassingsmogelijkheden.

Prof. Planta: "We hebben eerst ondergezocht hoe die genen op het gist-genoom liggen. Ze bleken daarop her en der verspreid voor te komen, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de situatie in een bacterie, waar ze keurig op een rij liggen. Bovendien bleek dat bij gist sommige genen in twee, andere slechts in één copie voorkomen. En we konden al spoedig aantonen dat, wanneer een gen in twee copieën voorkomt, béide copieen tot expressie komen. Als gezegd, moeten al die genen gelijktijdig aanleiding geven tot de produktie van exact dezelfde hoeveelheid van elk eiwit, want in een ribosoom komen al die eiwitten in een één op één verhouding voor." "Ons idee was nu, dat deze produktie gereguleerd wordt door bepaalde signalen die vóór of in het gen liggen. We hebben toen eerst alle stukken DNA die niet voor een eiwit coderen, maar onmiddellijk aan dat gen voorafgaan, nauwgezet vergeleken en zijn op zoek gegaan naar overeenkomstige volgorden daarin. Die homologe sequentie - een vaste volgorde van twaalf bouwstenen in het DNA - hebben wij gevonden. Sterker nog: we troffen die sequentie aan bij alle ribosomale eiwitgenen, en constateerden dat, wanneer we deze tijdens proeven geleidelijk verwijderden, het gen inactief werd. Uiteindelijk vonden wij, dat deze sequentie van bouwstenen nodig is om de expressie van dat gen te reguleren. We hebben nu een eerste, zij het nog onvolledig, beeld van de gecoördineerde regulatie van de expressie van een hele set van genen die allemaal moeten bijdragen aan de vorming van één enkele ribosoom."

N

iet zonder trots vertelt prof. Planta dat zijn vakgroep de eerste was die met dit resultaat naar buiten treden kon. Maar wat is indachtig de modelfunctie van de gistcel voor cellen van alle hogere organismen - nu precies de draagwijdte ervan? Prof, Planta: "Tijdens een vorig jaar zomer in Helsinki gehouden gistcongres bleek, dat deze RPGbox, zoals wij de gevonden set van bouwstenen noemen, ook voorkomt voor andere genen. En uiteindelijk blijkt dat we een element hebben weten op te sporen, dat betrokken is bij de gecoördineerde regulatie van een héle groep van genen, die allemaal op de één of andere manier betrokken zijn bij de groeisnelheid van een cel. In feite hebben we dus een regulatieplaats gevonden voor een groeifactor. En dat betekent weer dat onze kennis van de gecoördineerde expressie van genen in cellen van hogere organismen. 22

met een sprong vooruit is gegaan. Ik vind dat heel spectaculair en erg opwindend." De research, zoals verricht door Planta's vakgroep, behoort tot de categorie fundamenteel wetenschappelijk onderzoek. Het wil zeggen dat, heel uitdrukkelijk, niet een commerciële of andersoortige toepassing van de resultaten voorop staat. Niettemin wil prof. Planta wel het een en ander kwijt over het afgeleide belang van deze onderzoeksresultaten. Planta: "Je kunt er eigenlijk alle kanten mee uit. Maar afgezien daarvan, elke vooruitgang van fundamentele kennis noem ik nuttig. Ik denk dat het de plicht van de mensheid is die kennis te vergroten, Maar er is natuurlijk een concreter nut aan te wijzen. De kennis van de regulatie van de genexpressie stelt ons in staat deze expressie, op een wijze die wij willen, zélf te gaan reguleren. We kunnen nu begrijpen waarom, door geneti-

sche afwijkingen, in bepaalde gevallen de regulatie verstoord is, en overdenken of we iets kunnen doen om die verstoring op te heffen. En dat geldt dan niet alleen voor eencelligen, maar ook voor planten, dieren én de mens. Denk maar aan de ontwikkeling van groeihormonen, die inmiddels al gerealiseerd is." "Onze kennis van de gistcel kan worden overgedragen op hogere systemen. Het klinkt misschien wat boud, maar ik ben bereid m'n nek uit te steken en te beweren dat feitelijk élk gen dat in gist aanwezig is, zijn tegenpool heeft in de menselijke cel; met dien verstande dat de menselijke cel vrijwel zeker nog een aantal extra genen bevat. De fundamentele genenopbouw, die ik zou willen omschrijven als 'huishoudelijke genetische informatie', is echter in de gistcel in dezelfde vorm voorhanden als in de menseliike cel." VU-MAGAZINE—FEBRUARI 1989

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 68

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's