GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 24

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 24

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

de hij dat als in de Nederlandse geschiedenis de nationale eenheid werd bedreigd, het aantal publikaties over dit onderwerp toenam. Even overwoog hij dit verschijnsel toe te schrijven aan de behoefte aan de illusie van een eenheid, maar hij vervolgde: "Ik ben geneigd het op grond van mijn ervaringen uit de laatste maanden eerder zó te beschouwen, dat er één volkskarakter wel degelijk bestaat doch dat dit alleen in dergelijke crisistoestanden duidelijk tot uiting komt". De belangstelling voor een nationale identiteit in de jaren dertig en veertig werd gewekt door de dreiging van het fascisme. Het is weinig verwonderlijk dat vrijheidsliefde indertijd bovenaan de lijstjes prijkte. Ook Huizinga had met zijn typering van het Nederlands 'geestesmerk' als burgerlijk en onheroïsch, in 1934, een duidelijke doel. Nederland zou, volgens hem, geen goede voedingsbodem vormen voor totalitaire ideologieën: "Hoe verachtelijk het ook voor ieder, die zich vurig en moedig voelt, moge klinken, als natie en staat zijn wij nu eenmaal in zekeren zin satlsfait, en het is onze nationale plicht het te blijven." Ook de publicaties van sociologen hadden vaak als doel aan te tonen dat totalitaire politieke stelsels niet passen bij de 'nationale trekken'. En aangezien de sociologen het volkskarakter niet opvatten als iets dat volledig door erfelijkheid wordt bepaald, zijn hun ideeën volgens Van Heerikhuizen niet verwant aan het nationaalsocialisme.

T

och valt, wie nu een boek uit de door Van Heerikhuizen bestudeerde periode ter hand neemt, onmiddellijk de vreemde sfeer op die de goede bedoelingen overheerst. Bijvoorbeeld de dikke turf De Nederlandse Volkskarakters, die in 1938 verscheen, onder redactie van de folklorist P.J. Meertens en de schrijver Anne de Vries. In verschillende hoofdstukken beschrijven auteurs die een naam hadden te verliezen, zoals Jo Ypma, B. Stroman, Antoon Gooien en de eerder genoemde J.P. Kruijt, het volkskarakter van de inwoners van de verschillende delen van Neder-

De belangstelling voor een nationale identiteit in de jaren dertig en veertig werd gewekt door de dreiging van het fascisme. land en Vlaanderen. Fotograaf Willem van Malsen werd op pad gestuurd om de karakteristieke gelaatstrekken vast te leggen. "De menschen die ik fotografeerde moesten autochtone bewoners zijn van de streek die zij vertegenwoordigden", licht de fotograaf toe. "Mijn opdracht was dus 22

zuivere documentatie. Mijn opvatting echter was, deze opgaaf zoo aantrekkelijk mogelijk te maken en naar de meest markante niet alleen, maar ook naar de meest monumentale koppen te zoeken." Zuivere documentatie, die nu toch een beetje eigenaardig aandoet. Het boek begint met een algemeen hoofdstuk over 'De Nederlanders' door dr. Th. van Schelven. "In de eerste plaats dient de lichamelijke factor onderzocht te worden," schrijft deze. "Hoe staat het met de raskenmerken van het Nederlandsche volk?" Na enige pagina's concludeert hij weliswaar dat het Nederlandse volk zich niet op basis van raskenmerken onderscheidt, maar even later spreekt hij toch weer van "een specifiek rassenmengsel". Vanuit het heden gezien is het verbazingwekkend dat wetenschappers hun argumenten aan raskenmerken probeerden te ontlenen om zich te verdedigen tegen een buitenlandse ideologie die op racisme was gebaseerd. De bedoelingen mogen tegengesteld zijn geweest aan die van het fascisme, maar een zekere ideologische verwantschap kan moeilijk worden ontkend.

D

at wetenschappers na de Tweede Wereldoorlog minder belangstelling toonden voor de nationale identiteit, is niet erg verwonderlijk. En dat ze, nu het onderwerp weer populairder wordt, nog wat last hebben van koudwatervrees eigenlijk ook niet. Ook de Nederlandse kunsthistorici wagen zich er slechts schoorvoetend aan. Zij kunnen moeilijk om het onderwerp heen, want de schilderkunst is van oudsher Nederlands visitekaartje. Een paar dagen voordat in Nederland de Kitty van Vloten Stichting het verzamelen van de troepen blies, vond in Cleveland in de Verenigde Staten, een kunsthistorisch congres plaats met als titel: 'In Search of the Netherlandish Tradition'. Hierop waren behalve spraakmakende Amerikanen als Svetlana Alpers ook verschillende Nederlandse kunsthistorici aanwezig, waaronder prof.dr. Ilja Veldman van de Vrije Universiteit en de Utrechtse prof. Eddy de Jongh, samen met Jan Emmens de grondlegger van de iconologie in Nederland. Ilja Veldman viel de eer te beurt om aan het begin van het congres de toon te zetten in wat de Amerikanen een keynote noemen. Ze herinnerde haar publiek aan de dertiende Internationale Conferentie voor de Geschiedenis van de Kunst, die in 1933 in Stockholm werd gehouden. Het onderwerp van die conferentie was de Kunstgeographie: onderzoek naar de kenmerken van de kunst van een land, waarbij een hechte relatie werd verondersteld tussen landschap, klimaat, nationaal karakter en beeldende kunst. De Duitse kunsthistorici, die in Stockholm aanwezig waren, definieerden enthousiast de kenmerken van het Germaanse ras en zijn artistieke produktie. Maar, zei Veldman: "Ik denk dat het tekenend is VU-MAGAZINE—JANUARI 1990

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 24

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's