GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1990 - pagina 205

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1990 - pagina 205

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

haar los en dragen wijde japonnen; de mannen dragen een extra korte wambuis, waarover een tweede met veel knopen en openingen, terwijl de pofbroek minder bol wordt.

A

ndere opvallende auteurs zijn Karin Groen en Ella Hendriks, die de schilderijen door een natuur- en scheikundige bril hebben bekeken. Van de 222 aan Hals toegeschreven werken heb-

De losse en vrije manier van schilderen hanteerde hij bij ieder doek vanaf het begin en niet alleen bij de laatste 'opmaak'.

Frans Hals de verandering speelde zich af in Zij heeft oog voor het linnen, flu1618, toen prins Maurits overal weel en de kostbare kantsoorten, nieuwe stadsbesturen aanstelde, die vaak in Haarlem zelf vervaardigd. hem welgezind waren. Ook in Haar- Op de vroege portretten, zo tussen lem kwam zo een nieuwe groep aan 1610 en 1625, overheerst de sobere de macht. Daaronder waren nogal 'Spaanse' mode: een stijve rok en wat welgestelde bierbrouwers. Uit keurslijf met kleine knoopjes, een deze nieuwe elite zijn de opdracht- plooikraag, manchetten en twee gevers van Hals afkomstig. Het was hoofdkapjes bij de vrouwen; een een vrij gesloten groep, bijeengehou- hoog gesloten wambuis, wijde pofden door familie- en huwelijksban- broek tot over de knie, lange gebreiden tussen de meest voorname fami- de kousen, geplooide manchetten en een royale hoed bij de mannen. hes. Bianca du Mortier was ook geïnte- Daarna komt de 'Franse' mode in resseerd in de geportretteerden, zwang, met veel luxe en geborduurmaar dan vooral in hun kostuums. de stoffen. De vrouwen hebben het VU-MAGAZINE—MEI 1990

ben zij er veertig aan materiaalonderzoek onderworpen. Op grond van röntgenfoto's en verfmonsteranalyse kunnen zij voorlopige uitspraken doen over het voor panelen gebruikte hout, het soort Hnnen bij de doeken, de grondlaag, de onderschildering en de door Hals gebruikte verfsoorten. Toch heeft ook Hals' verfbehandeling hun aandacht gekregen: het blijkt dat hij de losse en vrije manier van schilderen bij ieder doek vanaf het begin hanteerde en niet alleen bij de laatste 'opmaak', zoals vroeger wel werd gesuggereerd. Shves eigen specialiteit is het aanbrengen van een chronologische volgorde binnen het werk van Hals aan de hand van stijlkenmerken. Dat is niet eenvoudig, want de schilder was niet erg scheutig in het signeren of dateren van zijn schilderijen. Zijn zonen, onder wie een Frans junior, waren ook schilder en door leerlingen of andere kunstenaars werd Hals' werk veelvuldig gecopiëerd. Een ander probleem is de identificatie van de geportretteerden. De studie van Biesboer staat of valt natuurlijk met zulke basisgegevens. Zo'n identificatie kan bij Hals' portretten plaatsvinden aan de hand van een wapenschild, dat op de achtergrond is geschilderd. Het kan ook door vergelijking met andere portretten van dezelfde figuren. Maar een oplossing kan ook weer tot 27

Stephanus Geraerdts en Isabella Coymans: weer bij elkaar. Frans Hals Museum

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1990 - pagina 205

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1990

VU-Magazine | 484 Pagina's