GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 377

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 377

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

van bij die van de neurale buis? (Of: waarom juist omgekeerd?) Binnen deze stroming worden bovendien nogal uiteenlopende grenzen gehanteerd, hetgeen deze visie extra kwetsbaar maakt voor het verwijt dat men zich hiermee op een hellend vlak begeeft: men zal, zo luidt de aanklacht, steeds opnieuw geneigd zijn de grens naar een later stadium in de zwangerschap op te schuiven, en er is per definitie nooit een weg terug. Tegen de derde, meest technocratische stroming, die radikaal voorbijgaat aan menselijke gevoeligheden .^^__^^__^^__^^____ rond de eigen voortplanting, zou men in feite hetzelfde kunnen inbrengen als tegen de tweede. Als het prille embryo geen speciale beschermwaardigheid geniet, anders dan die geldt voor andere menselijke celweefsel, waar legt men dan de grens? En is het trekken van zo'n grens met uiterst arbitrair?

'^De vraag welke kennis je denkt te vergaren is hier ethisch gezien niet relevant, wèl de vraag hoe je die kennis denkt te vergaren.

Pragmatisch Wetenschap en techniek zijn op het punt van IVF en het daaruit ontstane probleem van het rest-embryo, de ethische en juridische bezinning over dit soort omstreden ontwikkelingen opnieuw voorbijgesneld. Er is geen eensluidend antwoord op genoemde vragen, en ook de wet vertoont in dit opzicht zorgwekkende hiaten. Zo is de juridische positie van een embryo in de wet niet geregeld, omdat niet duidelijk is of het hier om een 'persoon' of om een 'zaak' gaat; de enige twee mogelijkheden waaraan de wet rechtsgevolgen verbindt. Zou men het als een 'zaak' beschouwen, dan is het vernietigen van, of het experimenteren met embryo's aan geen andere wetsregels gebonden dan die voor andere zaken gelden. (De 'wettige eigenaars' - in dit geval de ouders - mogen binnen zekere grenzen ermee doen en laten wat ze willen). Kent men het echter de juridische status van 'persoon' toe dan kunnen aUerminst denkbeeldige conflicten ontstaan tussen de belangen van dat embryo en die van de moeder. (Een voorbeeld: in het laatste geval zou een zwangere vrouw, tegen haar zin en eigen Hchamelijk belang m, in principe gedwongen kunnen worden een medische ingreep te ondergaan, wanneer die het aanstaande kind ten goede zou komen.)

22 OKTC6EE

Intussen zit de dagelijkse praktijk van medische zorg en wetenschap, niet stil. Pragmatisch - zoals de vooruitgang nu eenmaal gebiedt - kiezen de meeste deskundigen en speciahsten die zich in en rond IVF-centra ophouden, daarom voor de tussenvariant waarin het embryo een groeiende beschermwaardigheid krijgt toegekend. De eerste streep van die beschermwaardigheid wordt dan getrokken bij twee weken na de bevruchting; een periode waarin van een 'pre-embryo' wordt gesproken. Na dat moment begint namelijk de celdifferentiatie (van totipotente, volstrekt identieke cellen naar specifiek celweefsel), vindt de eerste aanleg van organen plaatst, en begint het embryo een herkenbare menselijke vorm aan te nemen. 1992

PROF.DR. J. SCHOEMAKER: "WE KUNNEN STRAKS ONTZETTEND VEEL DAN LOOPJE RISICO'S.'

De twee-wekengrens en de term pre-embryo zijn, gezien de concurrerende stromingen in het denken over de beschermwaardigheid van embryo's, bepaald niet onomstreden. O o k 'Genen en grenzen', een rapport van het wetenschappelijk bureau van het CDA over deze materie, en een nagenoeg gelijkstemmig wetsvoorstel dat voor advies ter tafel ligt bij de Raad van State, hanteren de norm van absolute beschermwaardigheid vanaf de conceptie. Komt dit voorstel heelhuids door het parlement, dan is de wettelijke leemte op dit punt weliswaar gevuld, maar doemen, als gevolg van het rigide karakter van de regelgeving, inconsequenties en nieuwe problemen op. Dat laatste is althans de mening van prof.dr.J. Schoemaker. Hij is gynaecoloog en verbonden aan het Academisch

Ziekenhuis van de Vrije Universiteit, en wenst vast te houden aan het onderscheid tussen embryo's en pre-embryo's. Schoemaker is een vurig pleitbezorger van het onlangs geopende, geheel vernieuwde IVF-centrum in dit ziekenhuis, en de pre-embryonale diagnostiek die er plaatsvindt. Komen de werkzaamheden in dat ultramoderne laboratorium nu onder politieke druk te staan?, zo luidt de eerste vraag tijdens een uitvoerig gesprek over de voors en tegens van embryonale experimenten.

Hypocriet Schoemaker: "Dat geldt niet voor het IVF-centrum als zodanig; dat draait op volle toeren. De discussie rond IVF

gaat op dit moment eigenlijk uitsluitend over de kosten van die ingreep; of die wel of niet vergoed moeten worden, en wel of niet opgenomen in het basispakket van ziekenfonds en ziektekostenverzekering. Dat zijn de vragen die rond IVF zelf spelen." "Wat nu wèl onder druk komt te staan is het experimenteren met embryo's. Maar laat ik voorop stellen dat ik daar geen voorstander van ben. O o k ik stel me op het standpunt dat vanaf het moment van de refusie - het samensmelten van zaad- en eicelkern - er sprake is van potentieel, beginnend menselijk leven. Flet is om die reden met meer waardevrij. Je moet dus gaan afwegen wat j e met zo'n pre-embryo nog wel, en watje er beslist niet mee mag doen. Niemand heeft daar fatsoenlijke richtlij-

23 v u MAGAZINE OCTOKE 1992

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 377

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's