GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1992 - pagina 4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1992 - pagina 4

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

T

en eerste

• H

Plechtig heb ik mijn collega-redacteuren moeten beloven dat ik in dit eerste stukje van het nieuwe jaar niet het tot op de draad versleten cliché van het nieuwe jasje zou gebruiken. Als creatieve scribenten hebben zij een begrijpelijke huiver voor gemeenplaatsen en het intrappen van open deuren. De lezers, meenden zij, zien zo ook wel dat de vormgeving van VU-Magazine is vernieuwd, overzichtelijker en aantrekkelijker is geworden. Maar, hield ik vol, ik kan er toch even de aandacht op vestigen, dat de reportage, het essay, de coverstory en het interview nu hun eigen herkenbare opmaak hebben gekregen? En dat deze vaste bestanddelen in het vervolg in geen nummer van het blad meer zullen ontbreken? "Nee!", riep de redactie in koor, "helemaal niet nodig." Op aanwijzing van mijn collega's laat ik u, als lezer, dus bij deze aan uw lot over. Het schrijven van een 'ten geleide' of een 'woord vooraf is een ondankbare taak. W a n t ik had juist zo graag ook eens w^illen schrijven over een nieuwe jas, en v^^illen melden dat we aan de eenentw^intigste jaargang zijn begonnen. Met frisse moed nog v^el. Maar ook dat is een open deur. En een cliché bovendien.

vu MAGAZINE JANlJARt )992

Gert J. Peelen

u Volksgevoel Bij de Arbeiderspers verscheen onlangs deel 3b in de serie 'Schrijvers, uitgevers & hun cok laboratie'; de reeks waarin Adrioan Venema het oorlogsverleden van letterkundig Nederland aan een minutieus onderzoek onderwerpt. Dit jongste deel is geheel gewijd aan Simon Vestaijk. Voor Venema is Vestdijk het prototype van de laffe burgerman die, hoewel fascist noch NSB-er, niet uitblonk door heldenmoed. Nu behoorde driekwart van de Nederlanders tot dit type, maar wat Venema Vestdijk nadraagt is dat hij (toen al) een toonaangevend schrijver was. En van zo iemand verwacht hij kennelijk voorbeeldig gedrag. Of die verwachting terecht is valt te betwisten. Wat Venema over Vestdijk boven water krijgt was grotendeels bekend; veel blijft, ook na dit deel, in nevelen gehuld, omdat Vestdijks weduwe pertinent weigert inzage in 's mans privé-orchief te geven aan degenen die zich weflicht negatief over hem zouden kunnen uitlaten (en Venema behoort per definitie tot die categorie). VVat overblijft is te mager om Vestdijks toch al tanende roem nog nadelig te kunnen beïnvloeden. Het boek (voor f 59,90 in de handel) is niettemin 262 pagina's dik, maar bevat dan ook tal van herhalingen, niet terzake doende uitweidingen (over de deutschffeundliche politiek van Ierland bijvoorbeeld), en schoolmeesterachtige correcties op het werk van anderen, die in een bijlage hadden gemoeten. Naast Vestdijks relativerende houding jegens de censuur ("vieze kleefstoronderaan mijn schoenzolen, betrekkelijk gemakkelijk of te schrappen, en onder het werk droeg ik altijd pantoffels"), zijn te langdurige medewerking aan een inmiddels gelijkgeschakelde NRC, en zijn welwillende bespreking van 'Blubo'-(Blut und Bodenjkunst en andere prulwerk van bruine komaf, is Venema's zwaarste

T G verwijt dat Vestdijk doodgewoon doodsbang was voor de bezetter en zijn inheemse handlangers. (Geen wonder overigens, voor een man die in NSBperiodieken keer op keer openlijk en fel werd aangevallen.) Zo dreef doodsangst Vestdijk ertoe om zijn gijzelaarschap in St. Michielsgestel te willen afkopen met de bereidheid zich aan te melden bij de Kultuurkamer (wat hij uiteindelijk niet deed), en met het geven van een anti-Britse draai aan zijn 'Rumeiland' en 'Ierse nachten'. Slap, lof, niet netjes, oordeelt Venema over de duivelskunstenaar uit Doorn, op een toon die doet vermoeden dat het hem spijt daf het vonnis niet harder is uitgevallen. Daarmee betoont hij zich opnieuw een 'hypocriet van het gezonde volksgevoel'; een type dat Vestdijk (blijkens het citaat bij Venema) omschreef als mensen die "eigenlijk dolblij zijn zich zoo kwaad te kunnen maken". Er zullen nog meer delen volgen. Dus, kinders, ga voor opa staan; daar komt Adrioan Venema aan! (GJPJ •

Ambtelijk f-|et lezen van beleidsnota's is maar zelden een verfijnd literair genoegen. Die nota's zijn steevast op penetrante wijze doortrokken van 'ambtelijk taalgebruik', dat wil zeggen van jargon, verhullende zegswijzen, en nodeloos omslachtige formuleringen. Ontoegankelijke teksten zijn zulke geschriften veelal, hef lijkt erop alsof de schrijvers zich erop toeleggen nooit rechtstreeks te zeggen wat ze bedoelen. Vaak moet zo'n tekst meerdere malen gelezen worden; bij een eenmalige lezing loop je kans door het ondoorzichtige taalgebruik over een cruciale passage heen te lezen. Zijn die schrijvers van beleidsnota s nu zulke verknipte mensen, zulke typische ambtenaren, dof ze niets anders kunnen don zich in jargon uit te drukken? Nee, hef blijkt dat ze jargon wel degelijk kunnen vermijden als het

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1992 - pagina 4

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1992

VU-Magazine | 484 Pagina's