GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 472

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 472

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

slachtsziekten zich langs sociale scheidslijnen: wie die lijnen niet overschreed, liep weinig kans een ziekte op te lopen. Nu, zo wordt er gezegd, bestaan er geen principiële barrières meer: iedereen kan aids krijgen. "En dat klopt natuurlijk niet", zegt Mooij. "Iedereen weet dat aids tot nu toe vrijwel uitsluitend een homo-ziekte is. Maar het is in niemands belang dat te zeggen." Het verbond tussen medici en h o mo-organisaties is overigens wankel, meent Mooij: het staat of valt bij de greep die de homo-organisaties hebben op hun achterban. "Medici h o pen via de homo-organisaties gedragsverandering te bewerkstelligen. Als blijkt dat die organisaties niet in staat zijn hun achterban te overtuigen van de noodzaak daarvan, dan komt de coalitie onder druk te staan." Na de eerste opwinding over aids leek het er even op dat deze situatie zich zou gaan voordoen, zegt Mooij. Uit de toegenomen aantallen syfilis en anale gonorroe onder homo's bleek dat het condoomgebruik afnam. Maar de laatste cijfers geven aan dat deze trend niet doorzet. Mooij: "Gebeurt dit wèl, dan zou de roep om dwangmaatregelen wel eens sterker kunnen worden: het sluiten van dark rooms en sauna's en dergelijke. Aids-deskundige Coutmho van de Amsterdamse GG&GD pleit daarvoor, maar die wordt nu nog elke keer opnieuw op de vingers getikt. Men is bang dat homo's ondergronds gaan, zodat men ze niet meer kan bereiken."

Natuur

30

De vraag die Mooij tijdens haar onderzoek naar de bestrijding van geslachtsziekten in het achterhoofd had was: "Wie zegt dat wie door wie besmet wordt, met welke ziekte en wat moet daartegen worden gedaan?" De opvattingen over geslachtsziekten die zij aan de hand van deze vraag op het spoor komt, rangschikt zij als een "reeks drama's", "een klein schouwspel, soms een eenakter, soms een tableau vivant, maar altijd met het karakter van een treurspel." De scenario's voor deze drama's zijn geschreven door betrokkenen in het debat over geslachtsziekten - de 'vertellers', die schuil gaan achter het eerste 'wie'. Die voeren 'personages' op - het tweede en derde 'wie'. De vertellers prijzen hun stukken zon-

v u MAGAZINE DECEMBER 1993

der uitzondering aan als fel-realistisch, maar meestal blijkt het bij nadere beschouwing toch te gaan om tendens- of spektakelstukken. Het opmerkelijke van de discussie over aids is, in deze termen uitgedrukt, dat vertellers en personages voor het eerst deels met elkaar samenvallen. Tot nu toe hadden vertellers altijd anderen dan zichzelf als personage opgevoerd. In de tweede helft van de vorige eeuw was de prostituee de hoofdrolspeelster in het drama rond de geslachtsziekten. Dat juist zij de hoofdrol kreeg toegewezen, hing samen met de heersende opvattingen over de geslachtsdrift van mannen; die was niet te beteugelen. Boven normen en waarden stonden "de eischen der natuur, waaraan men met ongestraft weerstand kan bieden", aldus een reglement inzake prostitutie dat halverwege de vorige eeuw in Den Haag van kracht werd. Deze "eischen der natuur" onderdrukken was onwenselijk, want ongezond voor de man; het was beter "aan de neigingen, die hij in zijn geslacht voelt uitgedrukt, langs den natuurlijken weg den billijken teugel te vieren." Natuurlijk was er het huwelijk dat mannen de gelegenheid gaf hun neigingen 'de teugel te vieren', maar nu eenmaal niet iedereen v/as getrouwd. Prostitutie was misschien een kwaad, maar een noodzakelijk kwaad, dat ertoe diende ook ongetrouwde mannen aan hun gerief te helpen. Zo werd voorkomen dat de mannelijke geslachtsdrift het eerbare deel van de vrouwelijke bevolking hoefde te verontrusten. Want dat prostituees niet eerbaar waren, sprak vanzelf die waren "ethisch defect" of " m o reel krankzinnig". De scenaristen van dit spektakel moeten vooral gezocht worden m kringen van militaire geneeskundigen en verlichte medici, die zich hygiënisten noemden. Die waren ervan overtuigd dat de volksgezondheid belangrijk verbeterd kon worden als er goede rioleringen werden aangelegd, het drinkwater schoner werd, de vuilnis geregeld werd opgehaald en dergelijke. Zij hielden ook een vurig pleidooi voor een zogeheten 'reglementering' van de prostitutie wat in de praktijk vooral de instelling van medisch toezicht inhield. En zij voorzagen een dramatische wending als dat niet zou gebeuren: het N e -

derlandse volk zou zijn weerbaarheid en zijn kansen op vooruitgang missen.

Achterlijkheid Het reglementaristische drama werd lange tijd overtuigend gevonden: in een groot aantal gemeenten werd de prostitutie inderdaad gereglementeerd. Aan het eind van de eeuw trad echter een nieuwe groep 'vertellers' aan, een bont gezelschap van onder meer liberale en radikale feministen, orthodoxe protestanten en socialisten. Zij streden voor afschaffing van de reglementering en van de prostitutie zelf, een strijd die zij in feite wonnen toen in 1911 het zogeheten 'bordeelverbod' in de wet werd o p genomen. Hun overwinning hadden de abolitionisten te danken aan wat Mooij een "coup de theatre" noemt: zij schoven een nieuwe hoofdrolspeler naar voren: het onschuldige slachtoffer. Dat was een sterke zet: de prostituee speelde immers een hoofdrol als dader en wekte alleen al daarom weinig sympathie; de vrouw die in onwetendheid door haar echtgenoot besmet werd en het kind dat besmet ter wereld kwam, beroerden de harten van het publiek veel meer. De abolitionistische voorstelling was, kortom, een "schrijnend tableau vivant van een gezin", schrijft Mooij. "De vader was hetzij aiwezig, zijn eigen plezier najagend, hetzij als een schaduw zichtbaar in een donkere hoek, radeloos van wroeging. In het volle licht stond een wanhopige moeder, omringd door haar kinderen die in hun doffe achterlijkheid niet in staat zijn te begrijpen wat hun is aangedaan." Het reglementaristische drama bleek opeens niet meer zo realistisch, al was het maar omdat de echtgenoot als dader m dit drama geen enkele rol speelde. De bordeelbezoeker van de reglementaristen - een jonge, ongetrouwde man met gezonde driften - maakte plaats voor een ander type personage als bordeelbezoeker: een gezeten burger, op leeftijd en getrouwd. Tegelijkertijd veranderden ook de opvattingen over de mannelijke seksuaHteit. "Zorg voor behoorlijke lichaamsbeweging in de frissche lucht", luidde nu het advies, "voedt u eenvoudig en niet te overvloedig, onthoudt u van alkoholische dranken, ga niet te laat naar bed en bij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 472

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's